Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
aantal resultaten: 42
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor taal uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, leerroutes bij de doelenlijsten, en profielschetsen van de drie doelgroepen.
26 januari 2015
In het Referentiekader taal & rekenen zijn voor het primair onderwijs twee niveaus beschreven: streefniveau 1S en fundamenteel niveau 1F. Niveau 1S voor rekenen moet door het gros van de kinderen beheerst worden aan het eind van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (behalve in cluster 3). Als verantwoord wordt vastgesteld dat kinderen dit niveau niet zullen halen, kunnen leraren deze kinderen laten werken naar fundamenteel niveau 1F. Dit document beschrijft hoe de gebruikers van de rekenmethode De wereld in getallen met hun hun leerlingen kunnen werken naar het voor hen hoogst haalbare rekenniveau.
23 januari 2015
Met de invoering van het Referentiekader taal en rekenen is voor het vmbo niveau 2F vastgesteld. Ten gevolge daarvan gaan vmbo-scholen in aparte lessen systematisch aandacht besteden aan rekenen. Deze publicatie biedt aangrijpingspunten om het rekenonderwijs zodanig in te richten dat vmbo-leerlingen niveau 2F kunnen halen. Ze beschrijft hoe vmbo-scholen te werk kunnen gaan bij het implementeren van het rekenonderwijs. Leraren zijn geïnterviewd over de ervaringen, groepjes leerlingen zijn geïnterviewd over hun rekenkennis, lesmaterialen zijn onderzocht op mogelijkheden en beperkingen. Verder is bekeken is hoe leerlingen te werk gaan bij het maken van 2F-opgaven.
23 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
N.B. Er is inmiddels een nieuw overzicht van leerroutes ontwikkeld. De betreffende publicatie wordt nu niet geactualiseerd, daarin staat nog het eerder ontwikkelde overzicht. Je kunt het nieuwe overzicht erbij gebruiken ter verduidelijking.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
De referentieniveaus zijn ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het uitgangspunt. Er zijn echter leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, de referentieniveaus niet halen op het moment dat het van hen wordt verwacht. Dan kan het nodig zijn om (inhoudelijke) keuzes te maken, zodat deze leerlingen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun ontwikkelingsperspectief. Het project Passende perspectieven heeft ter ondersteuning van dit proces de referentieniveaus voor rekenen uitgewerkt, waarbij werd uitgegaan van drie verschillende groepen met elk een specifieke beperking. De opbrengsten van de eerste fase van het project bevat de volgende onderdelen: wegwijzer, doelenlijsten, leerroutes bij de doelenlijsten en profielschetsen van de drie doelgroepen.
22 januari 2015
De minimumdoelen/fundamentele doelen rekenen-wiskunde sluiten aan bij de referentieniveaus die voor het basisonderwijs recent zijn ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de commissie Meijerink (2008) referentieniveaus geformuleerd voor taal en rekenen voor de overgangen van de verschillende schooltypes. Dit met als doel de drempels tussen verschillende schooltypes te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Voor einde basisonderwijs zijn voor rekenen-wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd: 1F, het Fundamenteel niveau en 1S, het Streefniveau. 1F is het niveau dat alle kinderen in principe aan het eind van de basisschool moeten kunnen bereiken. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaan. Om goed in dat vervolgonderwijs te kunnen doorstromen, moeten zij het fundamenteel niveau 1F beheersen. 1S is het niveau dat bedoeld is voor leerlingen die na de basisschool naar de gemengde leerweg of theoretische leerweg in het vmbo of naar havo en vwo doorstromen.
22 januari 2015
Vanaf 2004 zijn er in samenwerking met de overheid begaafdheidsprofielscholen gerealiseerd. Deze scholen bieden structureel een programma aan aan meerbegaafde leerlingen. De veronderstelling is dat wanneer het curriculum beneden het niveau van de leerling ligt, het brein niet geneigd is actief te reageren. Het leerplan moet dan ook aangepast worden aan de behoeften van deze groep leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door een breder en meer verdiepend aanbod vanuit de bètavakken, waarbij aandacht is voor een uitdagende inhoud en voor natuurwetenschappelijke vaardigheden als onderzoeken, ontwerpen en waarderen en oordelen. Dit aanbod kan worden vormgegeven onder de paraplu van Life & Science en kan ook onder deze naam ingeroosterd worden. Het voorliggende leerplankader is bedoeld is om coördinatoren en docenten te helpen met het inrichten van de lessen Life & Science in de onderbouw.
21 januari 2015
Kijk op ontwikkeling in de voorschoolse voorzieningen is met deze uitgave zowel herzien als uitgebreid. De publicatie biedt een instrument om de voortgang in de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar te observeren, stimuleren en registreren. In de afgelopen jaren zijn er verschillende ontwikkelingen geweest die aanleiding waren voor een herziening. Er zijn doelen voor het jonge kind geformuleerd en opbrengstgericht werken is belangrijk geworden, evenals het waarborgen van de doorgaande lijn. Ook thematieken als het vroegtijdig signaleren van talent en de invoering van passend onderwijs vroegen om aanpassing en uitbreiding van de observatielijst. Met deze lijst kunnen alle kinderen worden gevolgd binnen de voorschoolse voorziening. Een overdrachtsformulier helpt bij een 'warme' overdracht tussen de voor- en vroegschoolse voorziening om zo de doorgaande ontwikkeling van de peuter zo goed mogelijk te waarborgen.
18 november 2014
Bijlagen behorend bij: Dyslexie en Dyscalculie: een kwestie van aanpakken. Verkenning naar aanleiding van motie 17
9 februari 2014