Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
Kaarten die beschrijven wat een curriculum is, hoe je een curriculum ontwikkelt en wie er betrokken zijn bij curriculumontwikkeling. Op de voorkant van iedere kaart staat een model afgebeeld waarmee je naar het curriculum kunt kijken. Op de achterzijde staat een korte toelichting.
Op 1 augustus 2021 is de wet ter verduidelijking van de burgerschapsopdracht in werking getreden. Voor scholen in het primair, voortgezet en het speciaal onderwijs heeft dit gevolgen voor het schoolbeleid en het onderwijsaanbod. Hoewel scholen sinds 2006 veel ervaring hebben opgedaan in burgerschapsonderwijs, zijn de aangescherpte wet en de actuele maatschappelijke ontwikkelingen een goede aanleiding om nog eens goed naar burgerschapsonderwijs in de school te kijken.
Wil je snel aan de slag met burgerschapsonderwijs volgens de aangescherpte wetgeving? Lees dan de handreiking Burgerschap funderend onderwijs en ga aan de slag met het stappenplan.
Monitoronderzoek om signalen uit het land op te halen over de uitvoering van het vernieuwde examenprogramma bedrijfseconomie. Het onderzoek focust op belangrijke thema's van de vernieuwing en kijkt naar de uitvoering en uitvoerbaarheid daarvan in de praktijk en hoe leerlingen dat ervaren.
Reeks toetsvragen voor kerndomein B: Grondslagen van het
vernieuwde examenprogramma. Hiermee kun je als informaticadocent op een objectieve manier toetsen. Zo kun je meten of je leerlingen het basisniveau hebben bereikt.
De huidige vakkenstructuur wiskunde op de havo en in het vwo levert een aantal nadelen op voor leerlingen, leraren, decanen, schoolleiders en medewerkers van vervolgopleidingen. Zo concludeerden eerder de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren, de commissie Onderwijs van Platform Wiskunde Nederland en de Commissie Toekomst Wiskundeonderwijs. Naar aanleiding hiervan hebben de NvvW en SLO de knelpunten van de huidige vakkenstructuur geïnventariseerd. Dit zijn bijlagen bij het rapport.
De huidige vakkenstructuur wiskunde op de havo en in het vwo levert een aantal nadelen op voor leerlingen, leraren, decanen, schoolleiders en medewerkers van vervolgopleidingen. Zo concludeerden eerder de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren, de commissie Onderwijs van Platform Wiskunde Nederland en de Commissie Toekomst Wiskundeonderwijs. Naar aanleiding hiervan hebben de NvvW en SLO de knelpunten van de huidige vakkenstructuur geïnventariseerd.
In februari 2020 werd de wereld opgeschrikt door het coronavirus. Al snel gingen overal ter wereld landen in lockdown. In Nederland gingen de scholen dicht. Vanaf 16 maart moesten alle scholen, van basisscholen tot hoger onderwijs, zo goed mogelijk onderwijs op afstand bieden. Hoe lang de schoolsluiting zou duren en wat dat voor de rest van het schooljaar zou betekenen, was ongewis. Hoe houd je contact met je leerlingen, hoe bied je online werk gestructureerd aan, wat doe je met toetsing? Dat lees je in dit rapport.
In augustus 2017 is een nieuw examenprogramma maatschappijwetenschappen voor havo en vwo landelijk ingevoerd. Karakteristiek voor het nieuwe programma is de concept-contextbenadering. Daarmee verdween de traditionele, thematische aanpak van het oude programma. Het nieuwe examenprogramma bevat compleet vernieuwde domeinen en een nieuwe begrippenstructuur in de vorm van vier hoofdconcepten en 23 kernconcepten. Om een beeld te krijgen over de manier waarop het programma in de praktijk ingevuld en gewaardeerd wordt, zijn docenten drie en leerlingen twee keer gevraagd hun ervaringen met het programma te delen. De eerste ervaringen van docenten en leerlingen met het nieuwe programma zijn in het algemeen gematigd positief. De uitgebreide resultaten van het onderzoek zijn te lezen in dit rapport.
Een paar jaar na de invoering van de nieuwe examenprogramma's voor de bètavakken blijken behoorlijk wat ambities van de vernieuwingsprojecten vervuld te zijn. Maar met één ambitie is het niet zo goed gelukt: veel docenten biologie, natuur- en scheikunde vinden de examenprogramma's nog steeds te vol. SLO wilde preciezer weten waar de overladenheid in zit en hoe die te voorkomen of te bestrijden is. Daarvoor heeft SLO voor deze drie bètavakken onderzoek gedaan met per vak twee deelstudies: een analyse van enkele veelgebruikte methodes en een gesprek met een lerarenpanel. In dit verslag zijn de uitkomsten van het onderzoek te lezen.
Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs nemen graag aanbod af van culturele instellingen. Met hun leerlingen bezoeken ze musea of culturele plekken en ze gebruiken(digitaal) lesaanbod van de instellingen op verschillende manieren in hun lessen. Ontwikkelaars en aanbieders van cultureel lesmateriaal willen graag dat het onderwijs hun materialen gebruikt. Maar hoe kunnen zij hun aanbod zo goed mogelijk laten aansluiting bij de doelen van de verschillende vakken en/of leergebieden? De zes scenario’s in deze handreiking schetsen de mogelijke rollen van de leraar als gebruiker van cultureel erfgoed. Elk scenario helpt de aanbieders van cultureel erfgoed om met de leraar in gesprek te gaan over de beste manier waarop hun aanbod aan kan sluiten bij de vraag van de scholen.