Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
aantal resultaten: 68
De Curriculummonitor wil een breed beeld geven van de stand van zaken en de knelpunten rond het curriculum zoals ervaren in de onderwijspraktijk (meso- en microniveau) in de context van landelijk onderwijsbeleid (macroniveau). Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld in hoeverre schoolleiders en leraren houvast én ruimte ervaren om op basis van de landelijke leerplankaders en (voorbeeld)uitwerkingen vorm te geven aan het uitgevoerde curriculum. Met deze Curriculummonitor wordt een eerste stap gezet om systematisch informatie te verzamelen betreffende het uitgevoerde curriculum in het primair en voortgezet onderwijs. De focus is niet vakspecifiek, maar vakoverstijgend, gericht op actuele inhoudelijke thema's. Waar dat relevant is, worden wel voorbeeldmatig verschillen tussen vakken weergegeven. De thema's worden in de inleiding bij elk hoofdstuk kort toegelicht. Het is de bedoeling de Curriculummonitor elke twee jaar af te nemen om ontwikkelingen in beeld te kunnen brengen en beleidskeuzes te voeden.
9 april 2015
In deze publicatie staan drie vormen centraal, waarmee de leerling opbrengsten van leren en ontwikkeling -ter afsluiting van het Praktijkonderwijs- in beeld kan brengen: het bewijs, het certificaat en de kwalificatie. Er wordt ingegaan op de civiele waarde ervan, de inhoud, de wijze van beoordelen en de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de betrokken actoren. De inhoud van de bewijzen, certificaten en kwalificaties geven een kader aan leer- en ontwikkelactiviteiten van leerlingen. Aan de hand van datzelfde kader kunnen ook de opbrengsten van de school duidelijk worden gemaakt. Daarom is het van belang dat goed wordt omschreven hoe het praktijkonderwijs de drie vormen 'bewijzen', 'certificering' en ‘kwalificatie’ invult.
8 april 2015
Democratisch (school-)burgerschap wordt geleerd in de praktijk: leren door doen. Veel aspecten van burgerschap komen in het praktijkonderwijs al aan bod, onder andere binnen thema's van de leerlijn Cultuur en Maatschappij. Maar burgerschap kan nog worden versterkt als de school zelf functioneert als een democratische leef-, leer- en werkgemeenschap. Een middel daartoe is de leerlingenraad. Voorbeelden laten zien hoe PrOscholen een leerlingenraad kunnen opzetten en hoe deze 'levend gehouden' kan worden
25 maart 2015
Sinds februari 2006 zijn scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs wettelijk verplicht aandacht te besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’. Scholen worden geacht hier gaandeweg zelf invulling aan te geven. Als ondersteuning hierbij heeft SLO een verkennende nota uitgebracht onder de titel “Een basis voor burgerschap”. Deze nota bevat een leerplankader voor het funderend onderwijs en heeft wil de dialoog over doel, inhoud en didactiek van burgerschapsvorming stimuleren. Als specifieke uitwerking voor het praktijkonderwijs is "Praktisch burgerschap" uitgebracht.
2 maart 2015
Om de aandacht voor mensenrechteneducatie een meer structurele en duurzame plaats te geven in het onderwijs is door het ministerie van Buitenlandse Zaken en in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan SLO gevraagd om mensenrechten voorbeeldmatig uit te werken als onderdeel van het leerplanvoorstel actief burgerschap en sociale integratie. Met een dergelijke leerplankundige uitwerking van mensenrechten als onderdeel van burgerschap, wordt gestreefd naar meer inzicht in en overeenstemming over kernelementen voor mensenrechteneducatie en naar een meer zichtbare samenhang met burgerschap. Een vervolgstap is om te kijken hoe leermiddelen aansluiten en benut kunnen worden bij het in de praktijk brengen van deze kernelementen. In deze leermiddelenanalyse zijn exemplarisch tien leermiddelen onderzocht om zicht te krijgen op aanknopingspunten voor de invulling van mensenrechteneducatie.
2 maart 2015
De afgelopen jaren werkte SLO met de Rijksuniversiteit Groningen en twaalf scholen samen aan de vertaling van een theoretisch kader voor cultuuronderwijs naar de onderwijspraktijk. Deze handreiking is het resultaat van die samenwerking. Het leerplankader biedt een structuur en een gemeenschappelijke taal waarmee cultuuronderwijs schoolbreed en in een doorlopende leerlijn kan worden ingericht en vormgegeven. Met behulp van dit kader kunnen leraren met elkaar bewuste keuzes maken voor de inhoud van hun onderwijs. De publicatie is in eerste instantie bedoeld voor cultuurcoördinatoren en leraren in primair en voortgezet onderwijs, en daarnaast voor schoolleiders, medewerkers van culturele instellingen en andere geïnteresseerden die hun cultuuronderwijs vanuit een fundament vorm willen geven.
3 februari 2015
Voor het basisonderwijs zijn de referentieniveaus een nadere aanvulling op de kerndoelen (2006). Daar waar de kerndoelen beschrijven wat het aanbod moet zijn in het basisonderwijs, beschrijven de referentieniveaus specifieker wat kinderen moeten begrijpen, kennen en kunnen: niet alleen aanbod, maar ook opbrengst. Deze publicatie is allereerst ontwikkeld voor hen die behoefte hebben aan een nadere toelichting met voorbeelden van het beschreven referentiekader voor 1F en 1S. De concretisering kan daarnaast gebruikt worden in de begeleiding van leraren en bovenbouwteams en door bovenbouwteams en intern begeleiders als het er om gaat keuzes te maken in de leerstof voor leerlingen voor wie 1F of 1S maximaal haalbaar is.
26 januari 2015
Genres in schoolvakken : verslag van de landelijke werkconferentie Platform Taalgericht Vakonderwijs
Deze landelijke werkconferentie is het vervolg op het Symposium Genredidactiek/Genre Pedagogy, gehouden in 2010. Bij de afsluiting van dit symposium is afgesproken de mogelijkheden tot verdieping van taalgerichtvakonderwijs met behulp van Systemic Functional Linguistics (SFL) en genredidactiek verder uit te werken in diverse 'proeftuintjes'. In het voorliggende verslag worden de ervaringen met die proeftuintjes gepresenteerd.
26 januari 2015
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
Het huidige onderwijsdebat richt zich onder meer op de vraag welke kennis en vaardigheden van belang zijn om leerlingen voor te bereiden op een snel veranderende maatschappij. Veel van deze vaardigheden worden samengevat onder de noemer ‘21e eeuwse vaardigheden’. Het betreft generieke vaardigheden en daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te functioneren in, en bij te dragen aan de toekomstige samenleving. Het Ministerie van OCW heeft SLO gevraagd te onderzoeken wat deze vaardigheden precies inhouden en in hoeverre ze aandacht krijgen c.q. zouden moeten krijgen in het funderend onderwijs (het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs). Daarbij is gevraagd specifiek aandacht te besteden aan digitale geletterdheid. De conclusie van het onderzoek is dat de 21e eeuwse vaardigheden weinig doelgericht en structureel aan de orde komen in het huidige curriculum voor het funderend onderwijs. Het rapport beveelt aan de positie van de vaardigheden in het beoogde en uitgevoerde curriculum te versterken en ze een meer zichtbare plek in de landelijke leerplankaders te geven.
21 januari 2015