Toezicht
Sinds eind 2006 houdt de inspectie toezicht op de manier waarop scholen invulling geven aan de bevordering van `actief burgerschap en sociale integratie`. Sinds 2017 geldt voor scholen het inspectiekader waarin burgerschap niet meer als apart domein is opgenomen. Burgerschap wordt benoemd als integraal onderdeel van het onderwijsaanbod, en als een richtlijn voor een veilig schoolklimaat. Ook dat blijft het uitgangspunt bij het vaststellen van de herziene onderzoekskaders van 2021.
Vanaf 1 augustus 2021 werkt de Inspectie van het Onderwijs met herziene onderzoekskaders in het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (zie bij links).
De onderzoekskaders worden jaarlijks geactualiseerd. Vanaf 1 augustus 2023 is een nieuwe standaard Basisvaardigheden (OP0) opgenomen waarbij in het funderend onderwijs wordt gekeken naar het curriculum voor Nederlandse taal, rekenen-wiskunde en burgerschap.
Herziene onderzoekskader sluit aan bij de wettelijke burgerschapsopdracht
Vanaf 1 augustus 2021 zijn er nieuwe wettelijke eisen voor bevordering van burgerschap in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Deze eisen zijn verwerkt in het Onderzoekskader 2021.
De wet schrijft voor dat scholen op een doelgerichte, samenhangende en herkenbare manier werken aan de bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de bijbehorende sociale - maatschappelijke competenties. Ook een schoolklimaat dat past bij de bevordering van basiswaarden is van belang. Scholen hebben de vrijheid om hun burgerschapsonderwijs in te richten op een manier die past bij de levensbeschouwelijke visie, ideeën over leren en de leerlingenpopulatie van de school.
De inspectie beoordeelt of scholen en opleidingen aan de wettelijke eisen voldoen en of het bestuur inzicht heeft in de kwaliteit van het onderwijs en die zo nodig verbetert. Daarbij hanteert de inspectie geen ‘eigen’ eisen; de wet is uitgangspunt.
Bij de uitoefening van het toezicht houdt de inspectie rekening met de tijd die nodig is om aan de herziene wettelijke eisen te voldoen. Wel zal de inspectie altijd handhavend optreden als scholen in het geheel geen invulling geven aan bevordering van burgerschap of het onderwijs in strijd is met basiswaarden.