wet- en regelgeving
Wat moet: Wet- en regelgeving
De burgerschapsopdracht is opgenomen in de sectorwetten. De oorspronkelijke wet dateert uit 2006, maar wordt beschouwd als te weinigzeggend. Deze wettelijke verplichting gaf onvoldoende duidelijkheid aan scholen wat ze op het gebied van burgerschap moesten aanbieden.
Per 1 augustus 2021 is daar verandering in gekomen. De eerste kamer heeft het wetsvoorstel voor aanscherping van de burgerschapsopdracht aangenomen. Deze `Wet verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs` benadrukt basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de school als oefenplaats voor democratisch burgerschap. Meer info: Wetsvoorstel Verduidelijking van de burgerschapsopdracht.
Scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs hebben daarmee een wettelijke opdracht om in hun onderwijsaanbod aandacht te hebben voor burgerschap. In de onderwijswetten (Artikel 8 lid 3 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 17 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 11 lid 3 van de Wet op de expertisecentra) geldt vanaf 1 augustus 2021 de volgende formulering:
Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt op:
- het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet, en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het handelen naar deze basiswaarden op school;
- het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de pluriforme, democratische Nederlandse samenleving; en
- het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor een schoolcultuur die in overeenstemming is met de waarden, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, creëert een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met en het handelen naar deze waarden en draagt voorts zorg voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht de in het derde lid, onder c, genoemde verschillen.
In de huidige generatie kerndoelen is geen expliciete aandacht voor burgerschap. Leraren en schoolleiders hebben in 2019 voorstellen gemaakt voor de actualisatie van het curriculum. Het programma Curriculum.nu is daarmee afgerond. De opgeleverde voorstellen voor burgerschap worden gebruikt als één van de bronnen bij de actualisatie van kerndoelen. Kijk voor meer informatie daarover op het platform actualisatie kerndoelen burgerschap.