Leerlingen moeten van de bank af
Ik zie het nog voor me: een leerling die op zijn stage vol trots in een grote pan met tomatensoep roert. ‘Wilt u proeven?’ Een aantal jaren heb ik als leerkracht in het praktijkonderwijs gewerkt. Deze leerling vergeet ik niet, hij had eindelijk zijn passie gevonden. Hoe erg is het als hij door de coronacrisis niet meer in de horeca kan werken?
Hoe corona de arbeidsmarkt voor jongeren in het vso en pro verandert
Auteur: Stephanie Kastelein, leerplanontwikkelaar SLO
In de onlangs verschenen beleids- en investeringsagenda van de Onderwijsraad Vooruitzien voor jonge generaties wordt advies gegeven over de gevolgen van corona voor het onderwijs. Gerichte investeringen zijn nodig om op lange termijn goed onderwijs te behouden. Naast het investeren in leraren en schoolleiders, gelijke kansen en leesvaardigheid adviseren ze ook te investeren in arbeidsmarkttoeleiding en een leven lang ontwikkelen. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
Ik heb gebeld met arbeidsdeskundige Richard Brenkman bij de Onderwijsspecialisten (vso) en stagecoördinator Harry Pieters van het Futura College (pro) om te horen hoe zij werken aan oplossingen.
Zorgen over uitstroom in de horeca
De onderwijsraad uit zijn zorgen over stagemogelijkheden en leerwerkplekken. Zeker in de horeca komen die wellicht voor langere tijd niet meer beschikbaar. Dit belemmert voor jongeren de voorbereiding op de beroepspraktijk en baankansen.
In gesprek met Brenkman en Pieters blijken inderdaad harde klappen te vallen in de horeca. Sommige stagegevers hebben hun bedrijf beëindigd en er zijn toegezegde leerwerkplekken teruggedraaid.
Baankansen vergroten voor deze jongeren
Zelfs zonder de coronacrisis heeft 38,6% van de schoolverlaters in het vso met uitstroomprofiel arbeidsmarkt geen werk. Dit percentage gaat waarschijnlijk stijgen. Uit de Staat van het Onderwijs blijkt wel dat vrijwel alle scholen voldoen aan de basiskwaliteit in praktijkvorming en stagetrajecten. Dat is goed, maar er moet meer gebeuren.
Toegezegde leerwerkplekken zijn teruggedraaid”
De Onderwijsraad adviseert een nauwe samenwerking tussen onderwijsinstellingen en potentiële werkgevers. Een overgangsdocument helpt werkgevers om hun werknemer beter te begrijpen en een passende plek te bieden.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor het onderwijs?
Steeds vaker worden praktijkopdrachten op de stage- of leerwerkplek uitgevoerd. Dit biedt kansen, namelijk een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Maar wat als deze plekken wegvallen, bijvoorbeeld door de coronacrisis?
Verder specialiseren leerlingen zich vaak in een bepaalde sector, terwijl het in deze tijd nog belangrijker is dat leerlingen wendbaar zijn. De vraag naar bij-, op- of omscholing zal toenemen. Past dit wel bij de jongeren die vooral praktisch leren?
Kansen en hulp benutten
Brenkman ziet ook mogelijkheden: “Er zijn keukens die nu gewoon beschikbaar zijn. Waarom ga je daar niet dagdelen heen met een groep leerlingen om daar aan de slag te gaan met stage opdrachten?”
In de regio bij Pieters is logistiek een kansrijke sector; er is bijvoorbeeld veel werk in een magazijn van terStal. Hij geeft aan dat het goed is te overleggen met scholen in de regio om ervaringen te delen. Ook is hij blij met alle hulp: “Er zijn veel ouders en leerlingen die goed meehelpen bij de heroriëntering op stages en leerwerkplekken.”
Potentiële werkgevers in beide regio’s helpen ook mee door te kijken naar mogelijkheden. Soms wordt ervoor gekozen om contracten eerder te laten ingaan.
Zal er voor iedereen een passende plek gevonden worden?
Nu ik bij SLO werk, kijk ik op een andere manier naar het onderwijs dan toen ik voor de klas stond. Wel hou ik de leerlingen in mijn gedachten en hou ik contact met scholen.
In deze tijden moet je het niet alleen doen, maar de krachten bundelen. Dit laten scholen zien door met andere scholen in de regio te overleggen. Ook ouders, leerlingen en potentiële werkgevers dragen in hoge mate bij aan het zoeken naar oplossingen.
Misschien een illusie, maar ik hoop echt dat er voor alle toekomstige koks, winkelmedewerkers, schoonmakers, automonteurs en lassers uiteindelijk een passende plek zal zijn.