De route naar de ‘echte wereld’
In het eindexamenjaar is het zover, er wordt toegewerkt naar een diploma. Tijd om te knallen. Bij de leerlingen groeit het besef dat het langzamerhand écht de tijd is om de veilige en voorspelbare haven te verlaten en zich te gaan oriënteren op het vervolgonderwijs.
Door Dewi-Jane van Beek, decaan en docent Maatschappijkunde & LOB in het vso op het Berg en Bosch College in Bilthoven.
Zet de leerling in haar kracht
De taak van een vso-school is om leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden bij de overgang naar een vervolgopleiding. Dit is nu van een nog groter belang doordat in deze tijd van corona, veel fysieke voorlichtingsbijeenkomsten niet doorgaan. Onze leerlingen hebben over het algemeen meer behoefte aan voorspelbaarheid, maar op dit moment heerst er veel onrust en onzekerheid. Hoe kunnen wij onze eindexamenleerlingen toch goed ondersteunen bij de overgang naar een studie binnen het vervolgonderwijs? Een aantal belangrijke vragen komen steeds terug zoals: “Hoe ziet mijn volgend schooljaar eruit? Moet ik online onderwijs gaan volgen? Hoe moet ik gaan reizen naar de school? Kan ik vrienden maken? Hoe moet ik een stage vinden? Wordt er rekening gehouden met mijn diagnose?” Zoveel vragen die niet eenduidig te beantwoorden zijn. Een routekaart waar onze leerlingen juist zoveel behoefte aan hebben is er niet. Met de aanwezige expertise in het vso wordt verwacht dat er kan worden aangesloten bij de kwaliteiten van de individuele leerling. Zeker nu er zoveel onzekerheid is, is het belangrijk de leerling nog meer in zijn kracht te zetten waardoor er met meer vertrouwen naar de toekomst gekeken kan worden.
Voorbereiden op participatie
Naast lesgeven in verschillende vakken om een volwaardig diploma te kunnen behalen, is de belangrijkste taak van het vso om de leerlingen voor te bereiden op het participeren binnen onze samenleving. Een complexe samenleving waarin zij zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk leren te functioneren. Dit is nog niet zo eenvoudig, want de school is afhankelijk van ouders, externe begeleiders, de gemeente en van het passend onderwijs dat het vervolgonderwijs kan aanbieden. In de praktijk blijkt dat het passend onderwijs dat aangeboden kan worden door onderwijsinstellingen in het vervolgonderwijs vaak beperkt is en bij de overstap niet toereikend genoeg is voor een oud-vso-leerling.
Verschillende kwaliteiten
Het vso heeft docenten nodig die over goede didactische en pedagogische kwaliteiten beschikken. Een vso-school moet genoeg ruimte, tijd en financiële middelen krijgen om leerlingen met een beperking, psychiatrische aandoening of gedragsproblematiek zo goed mogelijk te begeleiden naar het vervolgonderwijs zodat zij zo zelfredzaam mogelijk kunnen functioneren in de maatschappij. Voor vso-leerlingen zou er meer tijd en aandacht gegeven moeten worden aan de route naar de ‘echte wereld’, zodat de leerlingen in de toekomst een realistisch beeld hebben van het vervolgonderwijs en het beleven van succeservaringen waardoor de kans op voortijdig schoolverlaten daalt.
Eindbestemming
Voor nu blijven de decanen, mentoren, docenten en onderwijsondersteuners de leerlingen voorbereiden op een individuele route. Een route met mogelijk vele drempels, omleidingen en verkeersregelaars. Maar uiteindelijk is er voor iedereen een bepaalde route om op de eindbestemming te komen!
Dewi-Jane van Beek is decaan en docent Maatschappijkunde & LOB op het Berg en Bosch College in Bilthoven. Dit is een cluster 4 vso gericht op internaliserende problematiek waarbij de leerlingen na het behalen van een diploma uitstromen naar vervolgonderwijs. Zij is ook lid van de actiegroep van vso naar GVO en zet zich in voor inclusief onderwijs en kansengelijkheid voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs. Meer over GVO lees je via hun website.