In gesprek over (v)so kerndoelen en delen van inspirerende tips en voorbeelden voor kunst en cultuur, bewegen en sport, moderne vreemde talen en wereldoriëntatie
De netwerkbijeenkomst van 28 juni 2023 stond in het teken van het "actualiseren kerndoelen voor het (v)so". Deze bijeenkomst begon met een toelichting van Stephanie Kastelein (SLO) over de actualisatie van de kerndoelen voor het funderend onderwijs, met daaraan gekoppeld de opdracht vanuit OCW om deze ook passend te laten zijn voor leerlingen die moeilijk lerend zijn en doorstromen naar het vso-vervolgonderwijs. Aan de orde kwam ook het ontwikkelen van functionele kerndoelen voor leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn en/of meervoudige beperkt met als uitstroom arbeid of dagbesteding. Voor de ruim 20 deelnemers, veelal werkzaam in het sbo, so/vso was er daarnaast voldoende gelegenheid om in gesprek te gaan. Samen met Iris Verbruggen (SLO) wisselden de deelnemers ervaringen uit rondom de (v)so-kerndoelen voor de leergebieden kunst en cultuur, bewegen en sport, moderne vreemde talen en wereldoriëntatie.
In gesprek over de (v)so-kerndoelen
Het gaat erom dat er kerndoelen voor het so en vso komen die kort, krachtig, concreet en realistisch zijn voor de toekomst van de leerlingen.
De doelen moeten volgens de deelnemers vooral in de praktijk uitvoerbaar zijn, het liefst als leerlingdoelen. Dit houdt in dat de formulering van kerndoelen dus niet te abstract moet zijn. Ook zou het fijn zijn als er een koppeling van de doelen komt met de thema's van EMB, zodat het ook voor die doelgroep relevant is. En het zou fijn zijn als bij de ontwikkeling van de doelen bijvoorbeeld voor het vso, rekening kan worden gehouden met de huidige indeling naar: wonen, werken, vrije tijd en burgerschap.
In gesprek over de leergebieden
Kunst en Cultuur
In een korte introductie is er uitleg gegeven over het leergebied kunst en cultuur en zijn er relevante publicaties gepresenteerd die het SLO op haar website biedt voor het so en vso. Met behulp van vragen in Mentimeter konden de deelnemers aangeven hoe zij als school met kunst en cultuur bezig zijn en welke tips zij aan ontwikkelaars van de nieuwe conceptkerndoelen willen meegeven.
Deelnemers geven de volgende tip mee: Koppel de (v)so kerndoelen kunst en cultuur aan vakoverstijgende componenten.
Bij het leren over kunst en cultuur en het ervaren en beleven van kunst en cultuur, werken leerlingen veelal samen in groepen en wordt daarbij regelmatig een beroep gedaan op allerlei sociale vaardigheden, denk ook aan je mening geven over andermans werk, of omgaan met verschillen en het doorgaan met kunstwerken maken ook als iets niet lukt. Het is voor leerlingen in het so en vso extra belangrijk dat er voldoende aandacht is voor het aanleren van deze leergebiedoverstijgende zaken. De tip is hier om (functionele) kerndoelen kunst en cultuur te koppelen aan de vakoverstijgende componenten.
Er werden ook diverse voorbeelden gegeven van hoe scholen bezig zijn met kunst en cultuur, denk aan scholen die themaweken organiseren of scholen die wekelijks groepsdoorbroken werken aan cultuurthema's. Sommige scholen maken gebruik van een cultuur coördinator om het aanbod te ontwikkelen, en anderen halen experts van maatschappelijke culturele instellingen binnen (denk aan Houten huis, Talentenhuis, kunstenaars uit de regio).
Bewegen en sport
Bij bewegen en sport kun je ook goed werken aan vakoverstijgende doelen, zoals leren leren en het functioneren in sociale situaties.
Wat voor het leergebied kunst en cultuur geldt, geldt ook voor het leergebied bewegen en sport. Juist bij dit leergebied komen de sociale aspecten aan de orde en moet er ook gewerkt worden aan meer overstijgende vaardigheden die bijvoorbeeld te maken hebben met: iets (voor het eerst) durven doen, omgaan met winst en verlies, je kleding meenemen. Ook leer je hoe je omgaat met verlies, of het weten wat je moet doen als je overprikkelt. Het maken van sociale vertalingen, het reageren op wat er om je heen gebeurt, is heel belangrijk bij bewegen en sport. Ook hier wordt door de deelnemers de tip gegeven: koppel de twee gebieden (bewegen en sport en leergebiedoverstijgend) aan elkaar.
Engels en moderne vreemde talen
De samenleving wordt steeds meer Engels-georiënteerd en dus hebben leerlingen in het so en vso Engels nodig, ook al zullen ze dat niet meteen in het werkveld hoeven te gebruiken.
Met de deelnemers ontstond een discussie over het doel van kerndoelen Engels en de meerwaarde daarvan voor het onderwijs aan leerlingen vanuit het so en vso. Twee kanten werden belicht: Gaat het erom dat je de leerlingen Engels leert omdat ze dat later nodig hebben in hun werkveld (voor een aantal leerlingen zal dat namelijk waarschijnlijk niet of minder relevant zijn)? Of gaat het erom dat ze de Engels leren, om de wereld om zich heen te begrijpen en zichzelf te kunnen redden?
De meeste deelnemers vonden het laatste het belangrijkst, dus dat leerlingen wel Engels leerden, want, zo zeiden ze, de wereld verengelst namelijk. Er werden verschillende voorbeelden gegeven waarin Engels door de leerlingen als heel waardevol, maar ook als een heel leuk vak wordt ervaren. Op een vso-zml school in Den Haag, wordt met plezier Engels gegeven aan leerlingen in leerroute 3 en 4. Het aanleren van Engels past juist wel bij de leerlingen, omdat ze daarmee werken aan de transfer van kennis door dat in te zetten bijvoorbeeld bij hun vrije tijd bij het gamen. Een andere school geeft een voorbeeld waarin ze met so-leerlingen van leerjaar 7 (leerroute 5) een goed gesprek kan voeren in het Engels en dat ze dat leuk vinden om te kunnen. Bij het aanleren van deze taal (leerroute 4), komt er met name aandacht voor mondelinge taal. Een andere school gebruikt de liedjes van Groove me in de klas.
Het werken aan taalbewustzijn is voor alle clusters van het so en vso het meest belangrijk bij het aanleren van Engels of een andere moderne vreemde taal, zeiden de deelnemers. Het is nodig om je te realiseren dat taal een middel is om je redzaam te maken. En als je je daar bewust van bent, helpt dat om je in de samenleving te redden.
Voor cluster 2 leerlingen is het creëren van taalbewustzijn het moeilijkste wat er is. Ook het toepassen van zelfreflectie bij bijvoorbeeld TOS-leerlingen is erg lastig. Toch blijven de pijlers communicatie, en dan met name schrijven en lezen heel belangrijk, gekoppeld aan het handelen voor deze leerlingen een punt van aandacht.
Wereldoriëntatie
Deelnemers hebben aangegeven welke van de vooraf gepresenteerde thema's binnen wereldoriëntatie belangrijk zijn voor het toekomstperspectief voor hun leerlingen. In het het so en vso zijn dat volgens de deelnemers (in volgorde van belangrijkheid): welzijn, keuzegedrag, gezondheid, diversiteit, duurzame ontwikkeling, macht en gezag en technologische ontwikkeling.
Onderaan de lijst staat "technologische ontwikkeling" met de laagste score. Dat komt omdat je dit thema, volgens de deelnemers, niet los kan zien van de andere thema`s. Technologische ontwikkeling heeft te maken met bv thema`s zoals welzijn, keuzegedrag. Technologische ontwikkeling is zo verweven met de andere thema`s dat daarvoor geen apart thema nodig is: bij elk thema moet de technologische ontwikkeling terugkomen.
De volgorde van prioritering van de thema's is ook zo gekozen omdat het de uitbreiding van de leefwereld van leerlingen representeert: De eerste vier thema's gaan in op de belevingswereld van de leerling en speelt zich of in de nabije wereld van de leerlingen. De leefwereld breidt zich uit naar meer maatschappelijke thema's, dat zijn punten die verder van de leerlingen afstaan. Denk aan duurzame ontwikkeling, macht en gezag en technologische ontwikkeling.
Van die maatschappelijk thema's staat de gezondheid juist weer wat meer bovenaan. Leerlingen richt zichten op ADL vaardigheden en het gezond omgaan me jezelf en je lijf en wellicht komt daarna pas welzijn, en daarna pas technologische ontwikkeling. Gezondheid heeft een zorg voor jezelf in zich, maar kent ook een brede toepassing naar gezondheid in de samenleving.
Belangrijk bij het aanbieden van wereldoriëntatie is dat je een rijke leeromgeving aanbiedt. En dat je de leerlingen het in de echte wereld laat toepassen.
Volgens de deelnemers past het onderzoekend leren goed bij de leerlingen in het so en vso: samen met de klas een onderzoeksvraag bedenken. Hetzij zelfstandig, hetzij in een groepje of als klas gezamenlijk. Daarna ga je op stap om wat meer te weten te komen over de onderzoeksvraag, dat kan je doen door naar buiten te gaan (bijvoorbeeld naar de supermarkt) of door gebruik te maken van het buitenlokaal. Het kost wel tijd, maar het levert heel veel op, zeker energie bij de leerlingen en dus ook bij de leraren.