Filosofische benadering economie

2 juni 2022

Economie heeft van oudsher filosofische wortels. Pas met als 20e-eeuwse economen als Walras kwam een einde aan deze traditie en werd de economie meer en meer algebraïsch en mechanisch benaderd.

Natuurlijk hebben tal van economen zich kritisch tegen deze verandering opgesteld, maar binnen het onderwijs werd de neoklassieke economie dominant. Om tal van redenen is hier een kentering in gekomen en is sprake van een verschuiving in de economische benadering van een eenzijdig rationeel mens- en organisatiebeeld naar een meer pluriforme benadering. In de VTA (2017) is dit ook geconstateerd. Hieronder staan de relevante passages, dat zich laat samenvatten als andere visies op het economieonderwijs en waarbij rethinkingeconomics een belangrijk platform is.

'Economie = Relaties'

In het visiestuk 'Economie = Relaties' pleiten Lans Bovenberg, Marcel Canoy en Ferry Haan voor een andere, bredere, kijk op economieonderwijs. In paragraaf 1.6.3. vindt u meer over dit visiestuk. Het is aardig te zien dat de voor dit VTA geconsulteerde economiedocenten al aangaven meer aandacht te besteden aan "economisch gedrag". Keuzegedrag en interactie (actie en reactie), risico's nemen en beslissingen onderbouwen (meta-cognitie en heuristieken) worden meer en meer zichtbaar. Zij tekenden daarbij aan dat de verschillen op scholen en tussen scholen groot zijn. Ook lerarenopleider Roel Grol die in 2016 promoveerde op schoolexperimenten in het klaslokaal pleitte in zijn proefschrift voor meer aandacht voor 'economisch gedrag'. Hierbij refereerde hij onder andere aan de inzichten die Nobelprijswinnaar Kahneman in zijn boek 'Thinking Fast and Slow' besprak.

Ecosofie

Volgens de filosoof Sedlácek is de huidige neoklassieke economie in tegenstelling tot haar waardevrije claim ‘omgekeerd normatief’. Dat wil zeggen dat wij niet onze waarden inbrengen in de economie, maar dat de economie ons haar waarden oplegt. De economie koloniseert de leefsfeer. Zorg en onderwijs worden onderworpen aan economisch rendement. Universiteiten worden gezien als een instelling waar studenten worden opgeleid voor de arbeidsmarkt, studierendement wordt aldoor gemeten. Maar onafhankelijke wetenschap leidt niet op tot een goed betaalde baan in de Londense city, maar tot een nieuwe Einstein van de economie. Tot vrije en onafhankelijke denkers, die niet bang zijn om verantwoordelijkheid te dragen voor de samenleving en een duurzame toekomst.

De wereld wordt steeds complexer. De uitdagingen waarvoor wij staan zijn niet economisch, sociologisch, juridisch of filosofisch. Ze zijn het allemaal tegelijk. Vanuit de wil de samenleving te begrijpen en oplossingen te vinden voor complexe maatschappelijke problemen moeten we de grenzen tussen disciplines en vakken openbreken, en ook die tussen “vakmensen” en stakeholders. De econoom van de toekomst is breed georiënteerd. Hij voert het gesprek met andere disciplines en betrokken “leken”. In het voorgezet onderwijs zou deze multidisciplinaire benadering tot uitdrukking kunnen komen in een nieuw vak als Ecosofie, waarin economie, ecologie en filosofie in hun onderlinge verwevenheid worden bestudeerd.

Vanuit de wetenschappelijke wereld is er mede op initiatief van de financiële sector behoefte aan studenten die kennis hebben van een breder waardenbegrip dan louter het financiële. Via de netwerkorganisatie 'het Groene Brein' (www.hetgroenebrein.nl) worden dergelijke inzichten vertaald naar zowel wetenschappelijke onderzoeksprogramma's als concreet onderwijs, waarbij de financiële professional vanuit een breder waardenbegrip naar de bedrijfsvoering en de maatschappelijke implicaties van die bedrijfsvoering leert kijken.

Ook het begrip 'nieuwe economie' speelt hierbij een rol. Hierbij wordt in dit geval gedoeld op nieuwe bedrijfsconcepten, zoals circulair ondernemen. Leerlingen leren niet naar het bedrijf alleen te kijken, maar naar de keten op zich. Daarbij worden de negatieve maatschappelijke waarden die met de productie gepaard kunnen gaan beperkt en zelfs omgezet in een positieve maatschappelijke waarde. Het concept van circulaire economie – in tegenstelling tot de traditionele lineaire economie – kent een conceptueel kader om het denken over economie, bedrijfsvoering en maatschappij integratief te benaderen. Dergelijke inzichten en praktische toepassingen hebben duidelijk een zowel bedrijfs- als algemeen economisch karakter. In essentie gaat het gesprek over de mens in relatie tot zijn sociale en natuurlijke omgeving. De rol van geld is daarbij een andere dan bij een lineair economische benadering.

Dialoog op dit onderdeel is belangrijk. De kredietcrisis in relatie tot bijvoorbeeld de toenmalige opmars van Angelsaksische bedrijfsmodel versus het Rijnlandsmodel, is iets wat tussen docenten besproken moet worden. Het zijn onderwerpen die allemaal gaan over de filosofische kant van de economie. Dit weerwil van een lineaire, eendimensionale benadering van het economisch leven dat zowel de mens als de maatschappelijke werkelijkheid te kort doet. De vraag is of en door wie dergelijke initiatieven moeten worden vormgegeven en worden vertaald in termen van curriculumaanpassingen.



toon meer

Sector

Vak