Leerlingen eigen leerniveau bepalen
Leerlingen die hun eigen leerniveau bepalen: hoe pak je dat aan? Over de rol van de docent als coach.
Keuzes van de leerling
In een leerlinggestuurde leeromgeving is de leerling zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces. De leerling kan keuzes maken in de manier waarop het onderwijs wordt ingedeeld. Dit kan per dag, per week en periode.
Leerlingen bepalen deels zelf aan welke doelen zij willen werken en wat zij willen leren. De leraar gaat met de leerlingen persoonlijk of in kleine groepjes in gesprek over de te behalen criteria. De doelen zijn het ‘wat’. De leerling bepaalt met de leraar het hoe: wat zijn de criteria waaraan de opdracht moet voldoen?
Een voorbeeld van Engels - MVT
Karin Foidl werkzaam op Spring High Amsterdam als docent Duits en Engels, legt uit hoe ze haar leerlingen meer eigenaarschap wil geven in hun leerproces.
"Als je eigenaarschap wilt versterken is het belangrijk dat leerlingen zelf kunnen meepraten over wat ze al beheersen, waar ze naar toe gaan en wat ze nog moeten doen om daar te komen. Om dat te kunnen, hebben leerlingen inzicht nodig in leerdoelen en de daarbij horende beheersingsniveaus. Maar niet zonder dat zij zich die eigen hebben gemaakt. Want pas dan kunnen zij zelfstandiger op hun eigen niveau aan de slag. Eigenaarschap kun je nog meer vergroten als leerlingen zelf kiezen met welke taaltaken en leermaterialen ze hun doelen willen halen. Dit is natuurlijk een grote uitdaging voor een docent. Hoe krijg je dat gerealiseerd?"
Karin laat zien hoe zij en haar leerlingen goed op weg zijn in deze video.
Er zijn leerdoelenkaarten voor de niveaus A1 t/m B2 van het Europees Referentie Kader (ERK). Je kunt ze op A3 en in kleur printen en ze in de klas ophangen. Je kunt ook elke leerling een eigen set geven.
Stappenplan voor Engels/MVT
Als dit je interesse wekt als leraar, dan kun je er aan werken met behulp van onderstaand stappenplan:
- Als coach geef je leerlingen de leerdoelenkaarten, je geeft voorbeelden van leeractiviteiten en licht de beheersingsniveaus toe.
- Welke doelen wil de leerling behalen en op welke manier komen de doelen terug in de succescriteria? Succescriteria geven aan hoe succes eruit ziet als een leerdoel wordt behaald door leerlingen.
- Leerling en leraar gebruiken de leerdoelkaarten als uitgangspunt voor het gesprek: de gestelde criteria worden tijdens het leerproces herhaald: waar sta je nu en wat is er nodig om de criteria te kunnen behalen? Op welke manier kan de leerling zichzelf nog meer uitdagen of juist begrenzen?
- Leerlingen werken aan de leerdoelenkaart op het niveau waar zij zich bevinden. Dat kan per vaardigheid verschillen. Een leerling kan bijvoorbeeld voor luisteren een B1-leerder zijn, terwijl zijn gespreksvaardigheid zich nog op A2-niveau bevindt. Meestal bevinden de receptieve vaardigheden (lezen en luisteren) zich op een hoger niveau dan de productieve (schrijven en gesprekken voeren).
- Naast de leerdoelenkaarten heb je ook leeractiviteiten nodig. Die bestaan uit taaltaken en taalbronnen, die bij de verschillende niveaus van de leerdoelenkaarten horen.
Een voorbeeld uit de praktijk: Leerlingen werken aan teksten voor een tijdscapsule (taaltaak) waarin zij beschrijven hoe ze het afgelopen weekend hebben doorgebracht. Dan is het handig om uitleg en oefeningen (taalbronnen) bij de hand te hebben waarmee leerlingen die het nodig hebben de verleden tijd leren begrijpen en ermee kunnen oefenen. Dat kan op het moment dat een leerling erachter komt dat hij het nodig heeft, of voordat hij aan de taaltaak begint als hij vindt dat hij dat eerst moet leren.
- Om inzicht te krijgen in de beheersingsniveaus van het ERK kun je voorbeeldmaterialen met je leerlingen bespreken. Neem deze samen met leerlingen door en vertaal deze in leerlingentaal. Deze beschrijvingen krijgen betekenis als je voorbeelden van gespreksfragmentjes, schrijfproducten van leerlingen van voorgaande jaren inzet enz. Op deze manier krijgen leerlingen inzicht in wat een A1- of B1-niveau inhoudt.
- Er staan voorbeeldmaterialen voor Engels/MVT klaar om uit te proberen.
- De leerdoelkaarten worden ook ingezet bij de evaluatiemomenten: wat is het overzicht van het gehele doelenpakket voor bepaalde vakken/leergebieden en waar ziet de leerling nog mogelijkheden of hiaten?
Dit proces wordt natuurlijk gefaseerd aangepakt. Bij de 10-jarige leerlingen worden voorbeelden gegeven van criteria door de leraar en later zal de leerling steeds meer verantwoordelijkheid nemen om zelf de criteria te benoemen. Coaching van leraren speelt hier een belangrijke rol.
Een algemener stappenplan
Leerdoelgericht werken is geschikt om in te zetten voor alle vakken. Ben je op zoek naar meer algemene tips om hiermee aan de slag te gaan? Bijvoorbeeld in jouw lessen natuurkunde, maatschappijleer of scheikunde? Onderstaand overzicht kan je helpen.
- Als coach geef je leerlingen de leerdoelenkaarten, geef je voorbeelden van leeractiviteiten en licht je de beheersingsniveaus toe.
- Welke doelen wil de leerling behalen en op welke manier komen de doelen terug in de succescriteria? Succescriteria geven aan hoe succes eruit ziet als een leerdoel wordt behaald door leerlingen.
- De leerling en leraar gebruiken de leerdoelkaarten als uitgangspunt voor het gesprek: de gestelde criteria worden tijdens het leerproces herhaald: waar sta je nu en wat is er nodig om de criteria te kunnen behalen? Op welke manier kan de leerling zichzelf nog meer uitdagen of juist begrenzen?
- Leerlingen werken aan de leerdoelenkaart op het niveau waar zij zich bevinden. Per onderdeel van een vak/leergebied kan dat verschillen. Zoek steeds naar het niveau waarop de leerling wordt uitgedaagd.
- Naast de leerdoelenkaarten heb je ook leeractiviteiten nodig. Deze kunnen uit methodes komen en zelf worden ontwikkeld.
- Gebruik de leerdoelkaarten om te komen tot beheersingsniveaus van de doelen. Neem deze samen met leerlingen door en vertaal deze in leerlingentaal. Deze beschrijvingen krijgen betekenis als je voorbeelden van uitgewerkte leerlingproducten inzet, bijvoorbeeld van voorgaande jaren of van parallelle klassen.
- De leerdoelkaarten worden ook ingezet bij de evaluatiemomenten: wat is het overzicht van het gehele doelenpakket voor bepaalde vakken/leergebieden en waar ziet de leerling nog mogelijkheden of hiaten?