Voorbeeldmatig leerplankader communiceren
Bij communiceren zijn er altijd twee partijen. Dit kunnen individuen zijn, die al dan niet in elkaars nabijheid zijn en al dan niet onmiddellijk op elkaar reageren, maar ook grote aantallen deelnemers, bijvoorbeeld op internet en sociale media. Communiceren kan gaan over feitelijke informatie, maar daarnaast communiceren mensen ook over gedachten, ideeën, kennis, waarden, houdingen en intenties.
Redeker (1999) ziet communicatie als het creëren van gemeenschappelijke betekenis. De betekenis hangt altijd af van de context en van de kennis en verwachtingen van communicatiepartners. De context is geen ‘schil’ om de communicatie heen, maar "context en communicatie doordringen elkaar, en hetzelfde geldt voor talige en niet-talige communicatie".
Leren communiceren
Leren communiceren is een belangrijk onderwijsdoel. Niet alleen is communicatie een hoofddoel van taalonderwijs, maar ook in alle andere vakken en leergebieden speelt het een rol. Ieder vak kent een eigen manier van communiceren en een specifieke manier van taal gebruiken. Het is zinvol om hier gericht aan te werken.
Communicatie is niet alleen doel, maar ook middel in het onderwijs. Door actief te communiceren over onderwijsinhouden vormen leerlingen concepten, leggen ze verbanden en ontwikkelen ze begrip.
Daarnaast is communiceren een belangrijk aspect van 21e-eeuwse vaardigheden als samenwerken, sociale en culturele vaardigheden en digitale vaardigheden. Het is ook essentieel bij persoonsvorming en de ontwikkeling van burgerschap.
Gedurende hun hele onderwijsloopbaan ontwikkelen leerlingen hun communicatieve vaardigheden. Gerichte aandacht is nodig voor inhoud, vorm en aanpak van communicatie, in relatie tot doelen en contexten. Een rijke leeromgeving laat leerlingen veel communiceren over betekenisvolle inhouden, met aandacht voor feedback en reflectie.
Groei in communicatieve vaardigheid houdt in dat leerlingen:
- steeds meer verschillende en complexere communicatieve taken kunnen uitvoeren, in meer contexten;
- daarbij over een steeds groter repertoire aan communicatieve middelen en strategieën beschikken en deze adequater gebruiken;
- steeds bewuster communicatieve situaties en doelen kunnen onderscheiden en communicatiemiddelen hanteren.
Andere vaardigheden en houdingsaspecten bij communicatie
Bij communicatie tussen twee of meer deelnemers spelen naast talige vaardigheden ook andere (inter)persoonlijke vaardigheden en houdingsaspecten een rol. Hier is overlap met sociale en culturele vaardigheden.
Voor succesvolle communicatie is van belang dat de deelnemers:
- zichzelf kunnen presenteren;
- kunnen luisteren;
- de dialoog kunnen aangaan;
- hun gedrag op de situatie kunnen afstemmen;
- kunnen omgaan met spanningen en communicatieproblemen;
- inzicht hebben in taal en communicatie, waaronder meertaligheid;
- inzicht hebben in de eigen communicatieve vaardigheden.
Belangrijke houdingsaspecten zijn hierbij:
- zelfvertrouwen, vertrouwen in eigen communicatieve vaardigheid;
- betrokkenheid bij de ander en bij het onderwerp van communicatie;
- empathie, openstaan voor anderen;
- respect voor anderszijn, andere culturele waarden en normen.
Communiceren | De leerling kan: |
---|---|
boodschappen overbrengen en begrijpen | communicatie gebruiken voor een breed scala aan doelen (bijvoorbeeld informatie uitwisselen, emoties overbrengen, anderen overtuigen of motiveren) |
storingen in de communicatie signaleren en waar nodig de aanpak bijstellen | |
omgaan met verschillende communicatieve situaties en communicatiepartners | uitingen hanteren die passend zijn voor de situatie, de communicatiepartner(s) en het doel van de communicatie |
communicatiemiddelen hanteren | een passend communicatiemiddel kiezen en gebruiken (talig/niet-talig, gesproken/geschreven, al dan niet digitaal) |
gebruik maken van de mogelijkheden van ICT en technologie | verschillende media en technologische hulpmiddelen gebruiken en de effectiviteit daarvan beoordelen |
Houding | De leerling toont |
zelfvertrouwen, vertrouwen in eigen communicatieve vaardigheid | |
betrokkenheid bij de ander en bij het onderwerp van communicatie | |
empathie | |
respect voor andere visies, uitingen en gedragingen |