Voorbeeldmatig leerplankader creatief denken en handelen
Creatief vermogen is het ruimte geven aan een vernieuwende en onverwachte uitkomst, waarbij zowel creatief denken als creatief handelen centraal staan.
Fasen in het creatieve (denk)proces
Het creatieve (denk)proces wordt in vier fasen doorlopen: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Deze fasen zijn niet scherp gescheiden, maar lopen in elkaar over en soms door elkaar heen. Het creatieve proces is een afwisseling tussen divergent denken en convergent denken: divergent denken is de vaardigheid om bepaalde opdrachten van diverse kanten te onderzoeken en convergent denken is de vaardigheid om beargumenteerd naar oplossingen te zoeken.
De centrale vaardigheid binnen deze cyclus is het reflecteren op die verschillende fasen. Deze fasen zijn nodig om tot een nieuwe ontdekking of een werk te komen. Ze zijn toepasbaar op ieder probleem, idee of thema.
Bij oriënteren gaat het er om dat de leerling geprikkeld wordt om de opdracht en het thema te verkennen. Vervolgens onderzoekt de leerling verschillende mogelijkheden en oplossingen voor de opdracht of de verwerking van het thema. Daarna maken de leerlingen gebruik van vakspecifieke kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht.
Bij reflectie wordt steeds een relatie gelegd tussen de keuzes in de uitvoeringsfase en de onderzoeksfase. Na het evalueren van het product en het doorlopen proces worden leerpunten geformuleerd die de opstart vormen voor een volgende opdracht en een volgend creatief proces.
Voorwaarden creatief vermogen
Leerlingen hebben creatief vermogen als ze een onderzoekend zijn, creatieve denktechnieken toepassen, denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen kan zien, risico’s nemen en fouten zien als leermogelijkheden.
Een leeractiviteit is creatief als er aandacht is voor de fasen oriënteren, onderzoeken, uitvoeren, evalueren en reflecteren. De leeractiviteit stimuleert een onderzoekende en ondernemende houding, initiatief tonen, het denken buiten gebaande paden en van perspectief kunnen wisselen, het toepassen van creatieve technieken (brainstorming, associëren, onverwachte verbindingen leggen, etc.), het durven nemen van risico’s en het kunnen zien van fouten als leermogelijkheden. Daarnaast moet gebruik gemaakt worden van vakspecifieke kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de opdracht.
Creatief denken en handelen | De leerling… |
---|---|
Oriënteren | kan zich openstellen voor verschillende thema's, onderwerpen en vraagstukken |
weet dat er verschillende creatieve denktechnieken zijn en kan deze toepassen | |
kan reageren op een onderwerp met vrije associaties en herinneringen aan eigen ervaringen | |
kan communiceren over het onderwerp met anderen | |
Onderzoeken | kan onderzoeken op welke manier de opdracht uitgevoerd kan worden en kan een uitvoeringsplan maken |
kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen | |
kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die meegenomen worden in de uitvoerende fase | |
kan de betekenis van het creatieve proces onderzoeken en een relatie leggen met te gebruiken technieken, materialen en media | |
kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en durft nieuwe mogelijkheden uit te proberen | |
Uitvoeren | kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen) |
kan keuzes beredeneren en een relatie leggen met de onderzoeksfase | |
kan in het vormgevingsproces van de oplossingsrichting rekening houden met gegeven en eigen criteria | |
kan, daar waar relevant, samenhang benoemen van hetgeen uitgevoerd wordt | |
Evalueren | kan vertellen over het verloop van het werkproces |
kan waardering geven aan het product en het werkproces van zichzelf en dat van anderen | |
kan de waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van vakspecifieke kennis en vaardigheden | |
kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van anderen | |
kan laten zien dat hij kennis en inzicht heeft in de betekenis van het creatieve proces voor het dagelijkse leven van mensen | |
Reflecteren | kan vragen formuleren ten aanzien van uitgangspunten en eisen ten aanzien van de uiteindelijke opbrengsten en oplossingen |
Kan terugblikken op het doorlopen creatief (denk)proces |