Dubbel bijzonder
In de les stelt Mirte veel vragen en laat regelmatig zien dat ze inzicht heeft in complexe onderwerpen. In de kleuterklassen had ze een ontwikkelingsvoorsprong, vooral op het gebied van rekenen. Ze was de tafels al aan het oefenen. Nu, in groep 3, lijkt ze moeite te hebben met rekenen en het leren lezen stagneert. Dit heeft invloed op het welbevinden van Mirte: ze gaat steeds minder graag naar school.
Een deel van de leerlingen met kenmerken van begaafdheid heeft ook kenmerken van leer- en gedragsproblemen. Deze leerlingen noemen we dubbel bijzonder. De leer- en gedragsproblemen die kunnen voorkomen bij begaafde leerlingen zijn niet anders dan bij andere leerlingen. Het gaat voornamelijk om een combinatie van hoogbegaafdheid met een:
- stoornis binnen het autismespectrum (ASS)
- emotionele stoornis, bijvoorbeeld een depressie
- aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (AD(H)D)
- specifieke leerstoornis, zoals dyslexie
Dit laatste zou bij Mirte het geval kunnen zijn. Het is mogelijk dat ze het leren kennen van letters in de kleuterklas heeft gecompenseerd met haar intelligentie. In groep 3 loopt ze echter vast met het leren lezen.
Trail (2011) stelt dat juist door de combinatie van begaafdheid en op een andere manier speciaal zijn de begaafde leerling complexe gevolgen ervaart. Deze gevolgen zien we niet bij leerlingen die alleen begaafd zijn of alleen een stoornis hebben. Juist de combinatie kan invloed hebben, afhankelijk van het soort stoornis, op de volgende vijf wezenlijke domeinen:
- academische prestaties
- leerstijl
- intrapersoonlijk inzicht
- interpersoonlijke relaties
- zelfactualisatie
Op deze pagina vind je informatie over het herkennen van de dubbel bijzondere leerling, mogelijkheden voor het vormgeven van het onderwijs voor deze leerling en hoe dit beter niet kan. Daarnaast geven we verschillende tips voor als je verder wil lezen over dit onderwerp, zoals bijvoorbeeld onze gespreksplaat over dubbel bijzondere leerlingen.
Tussen wal en schip
Recent is er onderzoek gedaan naar de positie van dubbel bijzondere leerlingen. Voor goede herkenning van en ondersteuning aan deze doelgroep zijn vijf componenten belangrijk:
- expertisevergroting en kennisdeling
- verbetering signalering
- passend onderwijsaanbod
- evaluatie en aanpassing
- procesbegeleiding
Wil je hier meer over weten, kijk dan op Tussen wal en schip I Radboud Universiteit.