Vroeg signaleren
Het verschil in ontwikkeling is groot op het moment dat kleuters aangemeld worden bij een basisschool. Cognitief, motorisch, sociaal en emotioneel kan het verschil zich manifesteren als een achterstand in ontwikkeling ten opzichte van leeftijdgenoten, of als een ontwikkelingsvoorsprong.
Voorschoolse ontwikkeling
De voorsprong of achterstand ten opzichte van leeftijdgenoten kan een paar maanden zijn, een jaar, maar ook meerdere jaren. Of er een ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand is, kan per ontwikkelingsgebied verschillen. Informatie over de voorschoolse ontwikkeling biedt veel aanknopingspunten om aan te sluiten op het ontwikkelingsniveau waar het kind bij aanvang van het basisonderwijs al staat. Zo kun je een doorlopende leerlijn creëren.
Deze informatie kan van verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld:
- kind: portfolio (tekeningen en andere producten)
- ouders: levensloopbeschrijving, indicaties van een ontwikkelingsvoorsprong
- consultatiebureau
- crêche/kinderdagverblijf
- peuterspeelzaal
Vroeg aandacht voor ontwikkelingsvoorsprong
Signaleren dat er mogelijk sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong/(hoog)begaafdheid bij een kind, kan op elk moment, maar moet zeker een aandachtspunt te zijn bij de aanmelding van nieuwe leerlingen. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat signalen die duiden op een ontwikkelingsvoorsprong op jonge leeftijd al heel goed geobserveerd kunnen worden door ouders. De ervaringen die ouders in de voorschoolse jaren hebben met hun kinderen, zijn daarom erg belangrijk om bij een warme overdracht aan de orde te laten komen. Naast gedragingen en interesses van kinderen, kunnen ook voorschoolse 'prestaties' (tekeningen, zelfbedachte spellen, of andere producten) van kinderen bij de intake getoond of besproken worden.
Ook medewerkers van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven kunnen al veel signalen opmerken. Daarom is het aan te bevelen om in de eigen regio in afstemming met vve-instanties een goede overdracht te realiseren.
Het in beeld hebben/krijgen van de leerling is vanaf dag één van belang voor leerkrachten in groep 1, om onderpresteren tegen te gaan en een doorgaande ontwikkeling mogelijk te maken. Sommige kleuters hebben al op zeer jonge leeftijd ervaren dat aanpassen aan de omgeving een veilige weg is en kiezen daarom daarvoor; het is van belang daarbij stil te staan want daarin schuilt het gevaar van onderpresteren.
Stimulerend signaleren
Talenten worden zichtbaar als ze gestimuleerd worden. Dit vraagt een gevarieerd aanbod, waarin ook ruimte is om in te spelen op verschillen in leer- en denkvoorkeuren. De leerling zelf staat centraal en wordt aangesproken op zijn autonomie via rijke leerzame activiteiten die aansluiten bij zijn competenties. In een continu ontwikkelingsproces krijgen leerlingen steeds beter zicht op hun eigen mogelijkheden en behoeften.
In gesprek gaan met leerlingen is onderdeel van de cyclus van signalerend stimuleren. Dit ondersteunt ook hun autonomie-, relatie- en competentiebehoeften. In gesprek gaan met leerlingen over hun kwaliteiten en uitdagingen is ook belangrijk voor het ontwikkelen van meer zelfinzicht.
Zelfverantwoordelijk leren is mogelijk wanneer leerlingen leren hoe ze zichzelf kunnen sturen in hun ontwikkelingsproces. De interactie tussen de leerling, leraar, professionele ondersteunende begeleiders en andere betrokkenen draagt bij aan een goede relatie en helpt de leerling meer zicht te krijgen op zichzelf. Zo komen leerlingen beter in beeld en ontwikkelen een realistisch en positief zelfbeeld, waarin ze hun sterke en minder sterke kanten herkennen.