Lessen of lessenseries (her)ontwerpen
Een onderwijsprogramma dat leerlingen optimaal voorbereidt op doorstroom naar mbo of havo richt zich nadrukkelijk op functionele taalvaardigheid. Bij het (her)ontwerpen van lessen of lessenseries zijn twee uitgangspunten van belang.
1. Werken met functionele, authentieke opdrachten
Opdrachten die ontleend zijn aan voor leerlingen herkenbare, ‘echte’ situaties, met ‘echte’ doelen, werken motiverend en bevorderen transfer. Leerlingen zien het nut ervan in als ze het geleerde direct kunnen toepassen buiten de context van het vak Nederlands. Het is daarom aan te bevelen om te werken met functionele, zoveel mogelijk authentieke opdrachten. Deze opdrachten kunnen ontleend worden aan algemene contexten buiten de school (bijvoorbeeld het nieuws volgen, een evenement organiseren, communiceren met instanties) en/of aansluiten bij taken waar leerlingen binnen het onderwijs mee te maken hebben of krijgen. Zo zou in het derde leerjaar aangesloten kunnen worden bij andere vakken die de leerlingen volgen op vmbo-gtl en in het vierde leerjaar bij vakken zoals die op de havo worden gegeven en bij het onderwijs op het mbo.
Voor het kiezen van opdrachten die te maken hebben met andere vakken in het vmbo kan natuurlijk ook aan de leerlingen gevraagd worden wat zij moeilijk vinden en wat zij graag beter zouden willen leren. Ook aan praktijknabije LOB-opdrachten (Van Lanschot Hubrecht, Sniekers & Van Hilten, 2008) en vakoverstijgende projecten kunnen heel goed functionele taalopdrachten gekoppeld worden.
2. Keuzemogelijkheden voor leerlingen
Het werkt eveneens motiverend en daarmee rendementsverhogend als leerlingen op gezette tijden keuzemogelijkheden krijgen: ze kunnen aan dezelfde taalvaardigheidsdoelen werken met opdrachten die inhoudelijk verschillen. Op die manier worden leerlingen ook het meest gericht voorbereid op de vervolgopleiding van hun keuze. Enkele voorbeelden: een opdracht voor studerend lezen waarbij teksten uit verschillende vakken gebruikt kunnen worden, een schrijfopdracht of een opdracht voor een presentatie over een onderwerp dat te maken heeft met (een vak uit) de gekozen vervolgopleiding. Op deze manier kunnen leerlingen werken aan de voor hen meest relevante en dus motiverende taken. Daarmee kan een taalopdracht ook nog in zekere mate een LOB-doel dienen: de leerling krijgt een beeld van wat er van hem gevraagd wordt in het vervolgonderwijs en kan zich de vraag stellen (of de docent doet dat): ben ik hier klaar voor en past het bij mijn verwachtingen of ambities?
Kenmerken van opdrachten
Functionele, zoveel mogelijk authentieke opdrachten hebben verder de volgende kenmerken:
- Ze zijn inhoudsgericht, wat de effectiviteit vergroot (Van Gelderen & Van Schooten, 2011).
- Vaardigheden worden in samenhang geleerd en geoefend, wat eveneens een positief effect heeft op het rendement, volgens Van Gelderen & Van Schooten (2011).
- Ze zijn open van karakter, waardoor leerlingen ruimte hebben voor eigen inbreng en de mogelijkheid krijgen om te laten zien wat zij kunnen. Hierbij kan ook het aspect van abstract denken worden meegenomen.
- Ze kunnen op een natuurlijke manier gebruikt worden om leerlingen te laten samenwerken (waarbij ook het léren samenwerken aandacht kan krijgen).
Aanbevelingen bij het ontwerpen van opdrachten
Bij het ontwerpen van authentieke, functionele opdrachten die bijdragen aan een goede voorbereiding op vervolgonderwijs, passen enkele algemene aanbevelingen:
- Kies voor open, niet teveel in detail uitgewerkte opdrachten. Daarmee geef je leerlingen ruimte en verantwoordelijkheid en zo leren ze er meer van. Op deze manier heb je er zelf ook niet meer werk aan dan nodig is.
- Werk samen met collega's van andere vakken. Probeer zo goed mogelijk in beeld te krijgen wat voor lesmateriaal er gebruikt wordt en wat voor opdrachten leerlingen krijgen. Wat moeten zij lezen, beluisteren en bekijken, wat wordt er qua schrijfvaardigheid en mondelinge vaardigheid van hen verwacht? Waar samenwerking nog niet vanzelfsprekend is werkt het misschien goed om te benadrukken dat je weliswaar met een vraag komt, maar dat je ook iets te bieden heeft: dat wat je in de lessen Nederlands doet kan bijdragen aan betere resultaten van leerlingen bij andere vakken.
- Probeer eveneens zicht te krijgen op het onderwijs op havo en mbo en probeer (voorbeelden van) daar gebruikte lesmaterialen en opdrachten te krijgen om hier taalopdrachten aan te ontlenen.