Kritisch denken
28 januari 2020
Bij de hogere denkvaardigheid ´kritisch denken´ gaat het om het kunnen formuleren van een eigen, onderbouwde visie of mening.
Meer specifiek gaat het om:
- effectief kunnen redeneren en formuleren;
- het kunnen interpreteren, analyseren en synthetiseren van informatie;
- hiaten in kennis kunnen signaleren;
- het kunnen stellen van betekenisvolle vragen;
- kritisch reflecteren op het eigen leerproces;
- open staan voor alternatieve standpunten.
Zelf opdrachten ontwikkelen
Leermateriaal waarin een beroep wordt gedaan op kritisch denken heeft de volgende kenmerken:
- Een realistische situatieschets (given state), zodat de leerlingen zich een beeld kunnen vormen. De situatieschets kan op vele manieren gegeven worden.
- Open opdrachten waarin leerlingen voors en tegens tegen elkaar kunnen afwegen, iets vergelijken of evalueren. Creativiteit kan hierbij ook aangesproken worden.
- Regels en richtlijnen die duidelijk maken wat wel of niet mag tijdens het werken aan de opdracht.
En bij voorkeur:
- Duidelijk beschreven bronnen die bijdragen om van A naar B te komen. In de voorbeeldopdracht bestaan de bronnen uit achtergrondinformatie over koala’s.
- Veel ruimte voor eigen inbreng: leerlingen worden gemotiveerd om individueel en/of als groep hun eigen stem, kennis, vaardigheden, strategieën in te zetten (eventueel ook om tot het individuele- of groeps ‘product’ te komen).
Suggestie
U kunt ook het kritisch denken van jouw leerlingen bevorderen door hen te bevragen tijdens het werken aan de opdrachten, bijvoorbeeld:
De leerling zegt: | De docent kan reageren met: |
---|---|
'This is right.' | 'Describe the steps you took to arrive at that answer.' |
'I am ready to begin.' | 'Describe your plan of action.' |
'I like the large one the best.' | 'What criteria are you using to make your choice?' |
'I am finished.' | 'How do you know you've done well?' |