Kanttekeningen natuurkunde

15 oktober 2019

Over hogere denkvaardigheden bestaan verschillende misvattingen.

  1. Men zou bij het maken van een opdracht altijd op het laagste denkniveau uit de taxonomie van Bloom (zie hogere denkvaardigheden en de taxonomie van Bloom) moeten beginnen. Dus met vragen waarin de leerlingen feitelijke kennis moeten reproduceren (herinneren), iets moeten uitleggen (begrijpen) of hun kennis in een bekende situatie moeten toepassen (toepassen). Dat is niet het geval. Leerlingen kunnen direct  een analyse-, evaluatie- of creëeropdracht krijgen. Uiteraard zal de leerling bij een dergelijke opdracht vaak een beroep doen op feitelijke, conceptuele en/of procedurele kennis die behoren tot het domein van de lagere denkvaardigheden.
  2. Opdrachten die betrekking hebben op hogere denkvaardigheden zijn alleen voorbehouden aan leerlingen uit hogere leerjaren of aan leerlingen van het hoogste niveau. Echter, voor élk niveau en élk leerjaar kunnen opdrachten worden ontwikkeld die betrekking hebben op hogere denkvaardigheden.

Om groei in hogere denkvaardigheden mogelijk te maken is het belangrijk leerlingen van het begin af aan ermee te laten werken. Bij de uitgewerkte opdrachten voor natuurkunde worden steeds suggesties gegeven voor alternatieve uitwerkingen.