lexicon - Brede ontwikkeling
Bij een brede ontwikkeling gaat het erom dat kinderen zich ontwikkelen tot competente personen. Daaronder verstaan we het vermogen om te denken, te voelen en te handelen. Kinderen krijgen hiermee greep op de (sociale) wereld en leren hun plaats te bepalen in deze wereld.
Kijken we naar de ontwikkeling van een kind, dan onderscheiden we vijf aspecten:
- Het cognitieve, die duidt op het vermogen een wereldbeeld te vormen en op basis daarvan interactie aan te gaan met alles wat je tegenkomt in je omgeving;
- Het creatieve, of het vermogen om op nieuwe manieren over dingen na te denken en op nieuwe manieren iets te doen;
- Het sociaal-emotionele, of het vermogen om adequaat om te gaan met jezelf, anderen en de wereld die je omringt;
- Het zintuiglijke, het vermogen om op adequate wijze langs zintuiglijke weg informatie op te nemen en te verwerken;
- Het motorische, het vermogen om bewegingen aan te passen aan de situatie.
De verschillende aspecten van competentie hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar wederzijds. Omdat ze een integraal geheel vormen, als tandwielen waarvan de raderen in elkaar grijpen, vormen ze ook een graadmeter om vast te stellen of het kind zich goed ontwikkelt. Wanneer een van deze vijf aspecten achterblijft in ontwikkeling, heeft dat consequenties voor de andere aspecten van competentie. SLO heeft het belang van de brede ontwikkeling van jonge kinderen beschreven in ‘Kijk op ontwikkeling’. Een instrument om de voortgang in ontwikkeling te observeren en te stimuleren.
Zie ook:
let op!
Momenteel wordt de inhoud van dit lexicon geactualiseerd en waar nodig aangevuld.