lexicon - Monitoren
Inzicht hebben in de ontwikkeling van kinderen.
Afgeleide begrip(pen)
Observeren: Bewust waarnemen op basis van een vooraf vastgesteld doel. Je bepaalt vooraf wat je wilt waarnemen (welke personen, welke situatie), wanneer je dat doet (geschikte momenten) en hoe je het organiseert, of je participeert of niet en hoe je je observaties vastlegt.
Participerende observatie: Bij participerende observatie observeer je, terwijl je actief deelneemt in de situatie. Bijvoorbeeld: je neemt deel aan het spel in de spelhoek en observeert hoe het kind reageert op vragen en opmerkingen, veranderingen in het spelverloop.
Peilen: Dit is een vorm van participerende observatie, gericht op het informatie verzamelen over het niveau van een kind én de werkwijze en redenaties van een kind. Peilen is meer dan toetsen of een kind iets beheerst. De leerkracht wil niet alleen weten wat een kind weet of kan, maar ook hoe hij denkt en redeneert. Een kenmerk van peilen is de interactie tussen leerkracht en kind om zicht te krijgen op de werkwijze en redenaties van kind.
Observatiegegevens: De geregistreerde gegevens van observaties.
Dagelijkse observatiegegevens: Dagelijkse observatiegegevens: de dagelijkse registratie van observaties.
In de praktijk zijn er veel verschillende manieren om dagelijkse observaties vast te leggen, zowel op papier als digitaal. Bijvoorbeeld: logboek, gestructureerde notitieblok, afvinklijsten
Leerlingvolgsysteem: Evaluatie-instrumenten waarmee de vorderingen van individuele leerlingen op verschillende leer- en ontwikkelingsgebieden in opvolgende leerjaren kunnen worden beoordeeld. Verschillende leerlingvolgsysteem maken gebruik van verschillende soorten instrumenten: toetsen, observatiesysteem
Observatie-/registratiesysteem: Dit is een systeem waarmee observatiegegevens verzameld worden over de ontwikkeling van kinderen en geregistreerd worden op papier of digitaal. Er wordt o.a. gewerkt met ontwikkelingslijnen, (leeftijdsgebonden) observatielijsten of stellingen.
Bijvoorbeeld: OVM, KIJK! 1-2 voorbeelden van observatie/registratiesystemen die werken met ontwikkelingslijnen. Viseon (volginstrument voor sociaal-emotionele ontwikkeling) voor kleuters maakt gebruik van stellingen over sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ontwikkelingslijn: Dit is een min of meer algemeen geldende lijn die de fases bevat die een kind in zijn ontwikkeling doorgaans doorloopt.
Bijvoorbeeld de motorische ontwikkeling of sociaal-emotionele ontwikkeling.
Toets: Een toets is een instrument voor het meten van iemands kennis en vaardigheden (praktische vaardigheden en houdingen) die door middel van studie en/of onderwijs op een of ander vakgebied zijn verworven.
Methode-onafhankelijke toets: Een methode onafhankelijke toets is niet gekoppeld aan een methode of leergang. Bijvoorbeeld Taal voor Kleuters is methode-onafhankelijke toets voor kleuters.
Methode-gebonden toets: Een methodegebonden toets is een toets, die aan een methode of actviteitenleergang gebonden is. De methodegebonden toets meet de mate waarin de in de lesmethode aangeboden kennis en vaardigheden beheerst worden. Bijvoorbeeld de toetsen behorend bij de werkmap Fonemisch Bewustzijn.
Toetsgegevens: Toetsgegevens zijn de uitkomsten van een toets op leerlingniveau, op groepsniveau of op schoolniveau.
Toetskalender: Een jaarkalender waarin per maand benoemd wordt welke toetsen, observatielijsten/systemen voor welke leerlingen afgenomen of ingevuld worden.
Literatuur
- Als kleuters leren meten, M. Bakker, A. Bouwman, J. Kaskens& A. Noteboom (CPS, SLO 2012)
- Cito taal voor kleuters/ rekenen voor kleuters
- Cito: Toetstechnische begrippenlijst
- Boog ,G.,Janson D. en Memelink D., (2012)., Leren kun je observeren. ThiemeMeulenhof.
- Bazalt, 2012, KIJK! groep 1-2
- Forrer, M.& Huibregst,S (2012) werkmap Fonemisch Bewustzijn. CPS.
let op!
Momenteel wordt de inhoud van dit lexicon geactualiseerd en waar nodig aangevuld.