lexicon - Taalontwikkeling bij jonge kinderen
De taalontwikkeling is het proces dat kinderen doorlopen bij het leren van één of meerdere talen. Onder invloed van taalaanbod uit de omgeving krijgt het kind steeds meer vaardigheid in verschillende aspecten van taal, waaronder woordenschat en de hantering van grammaticale en communicatieve regels.
De taalontwikkeling van een kind wordt aangedreven door enerzijds aanleg die het kind heeft op alle ontwikkelingsdomeinen die hierboven genoemd worden, en anderzijds taalaanbod uit de omgeving. Rijk taalaanbod van volwassenen dat afgestemd is op het niveau en de interesse van het kind is nodig om nieuwe input te geven in het taalsysteem van het kind. In de taalontwikkeling worden 2 aspecten onderscheiden: taalbegrip (passieve taalontwikkeling) en taalproductie (actieve taalontwikkeling). Als het kind problemen heeft met één van deze aspecten, dan heeft dan consequenties voor de communicatiemogelijkheden die het kind heeft.
Afgeleide begrip(pen)
Fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit fonemen zijn opgebouwd. Fonemen zijn de letterklanken die met onze lettertekens corresponderen. Een signaal voor fonemisch bewustzijn is het herkennen en toepassen van beginrijm. Ook het kunnen opdelen van korte woorden in losse klanken (auditieve analyse) en het samenvoegen van klanken tot een woord (auditieve synthese) wijzen op een ontwikkeld fonemisch bewustzijn van een kind. Het fonemisch bewustzijn maakt onderdeel uit van het Fonologisch bewustzijn.
Begrijpend luisteren: door het stellen van stimulerende denkvragen geef je het kind de opdracht om gericht te luisteren, en zo op zoek te gaan naar informatie die mondeling wordt aangeboden, bijvoorbeeld tijdens het voorlezen van een boek.
Mondelinge taalvaardigheid: bij mondelinge taalvaardigheid gaat het om drie aspecten: gesprekken kunnen voeren, luisteren, en spreken.
Voorbeeld(en)
In de taalontwikkeling van het jonge kind onderscheiden we verschillende fasen:- huilen (eerste 6 weken);
- vocaliseren (6-20 weken);
- vocaal spel (4-6 maanden);
- brabbelfase (vanaf 7 maanden).
- vroeglinguale periode(1-2½ jaar): eenwoordzin, tweewoordzin, meerwoordzin;
- differentiatiefase (2½-5 jaar): explosieve ontwikkeling waarin de vaardigheden die het kind al beheerst, worden uitgebouwd en verfijnd, en nieuwe aspecten aan bod komen;
- voltooiingsfase (5 jaar en ouder): het kind bezit de bouwstenen, voor mondelinge taalvaardigheid komen er geen nieuwe aspecten meer bij. De puntjes worden op de i gezet.
Literatuur
- Corvers, J., Beek, A. van der, Hillen, J., Pecht, A., & Versteegen, H. (2008). De Taallijn in het kinderdagverblijf; Taalstimulering voor nul- tot tweejarigen. Nijmegen/Utrecht: Expertiscentrum Nederlands/Sardes.
- CPS (n.d.). Begrijpend luisteren. Verkregen op http://www.cps.nl/het-jonge-kind/begrijpend-luisteren
- Expertisecentrum Nederlands (n.d.). Doorlopende leerlijnen taal basisonderwijs. Verkregen op: http://www.leerlijnentaal.nl/
- Expertisecentrum Nederlands (n.d.). Les in Taal; Kennisplatform Taaldidactiek. Verkregen op http://www.lesintaal.nl/platform_taaldidactiek/index.htm
- NJI (2011). Dossier spraak-/taalontwikkeling. Verkregen op: http://www.ncj.nl/dossier/23/spraak-taalontwikkeling/6/definitie
- Schaerlaekens, A. (2008). De taalontwikkeling van het kind; Een oriëntatie in het Nederlandstalig onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.
let op!
Momenteel wordt de inhoud van dit lexicon geactualiseerd en waar nodig aangevuld.