Australie
Context
Australië is een federatie (Commonwealth) van 'states' en 'territories'. Acht daarvan (zes staten en twee territories) hebben een eigen regering en parlement. Daarnaast zijn er een aantal kleine en/of dunbevolkte territories (meest eilandgroepen) die direct onder de federale regering vallen. Onderwijs is in principe het domein van de autonome staten en territoria. Er zijn dus negen ministeries van onderwijs (acht van de deelstaten plus één federale).
Rationale
In 2008 is door de Commonwealth van Australië besloten om, voor het eerst in de geschiedenis, een nationaal curriculum te ontwikkelen voor het funderend onderwijs. Een nieuw en integraal leerplan op federaal niveau werd nodig geacht om beter tegemoet te kunnen komen aan vijf maatschappelijke ontwikkelingen: (i) de toenemende internationalisering; (ii) veranderingen in de regionale context: de relatie van Australië met Azië als opkomend werelddeel; (iii) de toename van kenniswerk op de arbeidsmarkt: (iv) mondiale problemen die vragen om technische kennis en creativiteit, en (v) de informatisering van de samenleving.
Het startpunt van de vernieuwing is de Melbourne Declaration on Educational Goals for Young Australians. Met dit manifest committeren alle deelstaten zich aan de hoofddoelen van het onderwijs en aan een beleidsagenda om die doelen te verwezenlijken. De beleidsagenda bevat acht actiepunten die moeten worden aangepakt, waaronder professionalisering van leraren, achterstandenbeleid, versterking van regionale binding en promoting world-class curriculum and assessment. Met 'world-class curriculum' wordt bedoeld dat het zowel inhoudelijk als procesmatig aan hoge eisen moet voldoen: gericht op de toekomst, gebaseerd op gedegen (internationaal) onderzoek, goed gelegitimeerd, bruikbaar als basis voor een schoolcurriculum, consistent en toegankelijk in de hele Commonwealth.
Doelen en inhouden
Het (nieuwe) curriculum beschrijft twee hoofddoelen voor het onderwijs:
- bevorderen van gelijke kansen en excellentie
- leerlingen opleiden tot succesvolle lerenden, creatieve personen, personen met zelfvertrouwen, en actieve en geïnformeerde burgers.
Daarnaast moet het onderwijs een belangrijke rol spelen in het bevorderen van 'nationale waarden', te weten democratie, gelijkheid en rechtvaardigheid, burgerschap, en ethisch gedrag.
Het curriculum voor het funderend onderwijs bevat acht leergebieden (zie Tabel 1). Verder zijn de algemene doelen en waarden uitgewerkt in zeven generieke competenties. Ze moeten de brug vormen van de doelen naar de inhouden die in leergebieden aan de orde komen. De vaardigheden zijn uitgewerkt in een aparte brochure met voorbeelden van rubrics met wat je kunt verwachten van leerlingen na 2, 6 en 10 jaar onderwijs. Ook worden er in de specificaties van de vakken aangegeven hoe ze aan de orde kunnen komen.
Verder zijn er drie vakoverstijgende thema’s die ook de samenhang en verbinding tussen de leergebieden moeten versterken. Ook voor deze thema's wordt in de vakken aangeven hoe hier aan gewerkt kan worden en zijn er rubrics voor opeenvolgende stadia van beheersing beschikbaar.
Algemene doelen | Vakoverstijgende competenties | Vakoverstijgende thema's | Leergebieden |
---|---|---|---|
Het onderwijs moet leerlingen vormen tot:
|
|
|
|
1. Natuurkunde, scheikunde, biologie
2. Geschiedenis, aardrijkskunde, economie, ondernemerschap, maatschappijleer
3. consultation.australiancurriculum.edu.au
Totstandkoming van het curriculum
De herziening van het curriculum voltrekt zich in een meerjarig proces dat nog volop in ontwikkeling is. Gekozen is voor een gefaseerde aanpak, waarin telkens een groep vakken wordt aangepakt:
- Eerste cluster: taal, rekenen/wiskunde, science en geschiedenis
- Tweede cluster: aardrijkskunde, kunstonderwijs en vreemde talen
- Derde cluster: gezondheid & lichamelijke opvoeding, design & technology, ICT, economie, burgerschap.
De eerste drie vakken (taal, rekenen/wiskunde en science) zijn in 2012 ingevoerd. Momenteel bevindt men zich in de tweede fase. Per leergebied zijn er schrijfgroepen en consultatiegroepen, beide samengesteld uit vertegenwoordigers van zoveel mogelijk states en territories. Er is daarnaast ruim aandacht voor brede consultatie van het onderwijsveld. De website van de Australian Curriculum, Assessment and Reporting Authority (ACARA), biedt een uitgebreid digitaal portal waar conceptversies van alle curriculumdocumenten worden gepubliceerd . Geïnteresseerden kunnen aan de hand van feedback formulieren en vragenlijsten hun reactie op de documenten kenbaar maken.
De voortgang van de implementatie van het nieuwe nationale curriculum wordt elk jaar tegen het licht gehouden. Er is inmiddels al een derde versie uit van het procesdocument The shape of the Australian curriculum. Ook de structuur van de website www.australiancurriculum.edu.au verraadt strakke regie. Er is maximaal geprofiteerd van de digitale mogelijkheden om dit curriculum in wording vanuit allerlei invalshoeken te benaderen.
Sturing
Het nationale curriculum bevat een ruimte mate aan specificatie van doelen en inhouden. Per leergebied wordt een beschrijving gegeven van:
- de rationale en een set algemene doelen voor de betreffende leergebied
- hoe het vak georganiseerd is over alle leerjaren heen
- inhoud: wat de leraar moet onderwijzen, met exemplarische ‘doorkijkjes’
- prestatiestandaarden: wat leerlingen moeten bereiken (met voorbeelden van leerlingenportfolio’s)
- doorwerking van zeven algemene vaardigheden die een rode draad vormen
- positionering van drie doorsnijdende aspecten.
- verklaring van de gebruikte begrippen (glossarium)
Er wordt veel ruimte aan staten en scholen gelaten om op eigen wijze invulling te geven aan de uitwerking van de leergebieden. Deze ruimte voor inhoudelijke autonomie komt tot uitdrukking in het procesdocument The shape of the Australian curriculum. Enkele citaten:
“schools will be able to implement the Australian Curriculum in ways that value teachers’ professional knowledge, reflect local contexts and take into account individual students’ family, cultural and community backgrounds.
“the design of the curriculum assumes that schools are best able to decide how to deliver the curriculum”
Er zijn voor de verschillende leergebieden wel specifieke prestatiesstandaarden geformuleerd, maar nationale toetsing beperkt zich tot de beperkt zicht tot de basisvaardigheden (taal en rekenen). Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor toetsing, maar deze moet wel gericht zijn op de prestatiestandaarden.
Evaluatie van de leeropbrengsten
Er zijn centrale (federale) toetsen voor literacy en numeracy. Deze toetsen worden afgenomen in leerjaar 3, 5 en 7. Daarnaast worden er steekproefsgewijs centrale toetsen voor science, burgerschap en ICT-vaardigheden afgenomen. Deze toetsen worden elke drie jaar bij een deel van de leerlingen afgenomen.
De invulling van de toetsing voor de overige vakken wordt op lokaal niveau bepaald. Wel is op federaal niveau vastgelegd dat het leerplan over de volle breedte wordt getoetst, waarbij wel onderscheid is tussen assessment for learning, as learning en of learning.
Evaluatie van het curriculum
De ACARA brengt jaarlijks een rapport uit over de staat van het onderwijs. In dit National Report on Schooling in Australia wordt ook de voortgang in de implementatie van het nieuwe curriculum besproken.
Verder participeert Australië in internationaal assessment onderzoek, te weten PISA (2009), TIMSS (2011), PIRLS (2011) en de International Computer and Information Literacy Survey (ICILS, 2013).