Schotland

16 december 2019

Rationale

Het Schotse Curriculum for Excellence (CfE) biedt een het curriculum voor het funderend onderwijs voor leerlingen van 3 tot en met 18 jaar. Het is een breed curriculum dat leerlingen gevarieerde mogelijkheden moet bieden om vaardigheden voor leren, leven en werken op te doen. Het curriculum omvat alle ervaringen die gepland zijn voor de leerlingen om deze vaardigheden te ontwikkelen. Samenvattend stelt het CfE dat ‘Het 3-18 curriculum een voorwaarts gericht, samenhangend curriculum is dat Schotse kinderen en jongeren toerust met de kennis, vaardigheden en attitudes die zij nodig hebben voor leven in de 21e eeuw.
Het CfE is ontwikkelde is gebaseerd op de volgende principes: (i) uitdaging en plezier in leren (challenge and enjoyment); (ii) breedte (breadth); (iii) voortgang (progression); (iv) diepte (depth); (v) personalisatie en keuze (personalisation and choice); (vi) coherentie (coherence); (vii) relevantie (relevance).
Het curriculum richt zich op de volgende doelstellingen:

  • Excelleren in taal, rekenen en cognitieve vaardigheden.
  • Vaardigheden voor leren, leven en werk op te doen
  • Kennis over de samenleving, de wereld en de plaats van Schotland in de wereld op te doen en te begrijpen
  • Uitdagingen en successen te ervaren waarmee ze geïnformeerde opinies kunnen ontwikkelen en verantwoordelijk leren handelen
  • Een gezonde levensstijl ontwikkelen.

Ook worden in de rationale verschillende waarden genoemd die uitgedragen moeten worden in het onderwijs, te weten wijsheid, rechtvaardigheid, compassie en integriteit.

Doelen en inhouden

In het CfE worden vier hoofddoelen benoemd waartoe leerlingen in het onderwijs worden opgeleid. Deze vier capaciteiten vormen het hart van het curriculum. Het gaat erom leerlingen te vormen tot succesvolle lerenden, personen met zelfvertrouwen, verantwoordelijke burgers en effectieve participanten. Deze capaciteiten moeten aan de orde komen in het ervaren onderwijs, dat in acht leergebieden is ondergebracht. Verder zijn er drie cross-curriculaire thema’s waar de leergebieden aan moeten bijdragen.

CfE

Thema's
​Algemene doelen ​Cross-curriculaire thema’s ​Leergebieden
Successful learners
Leerlingen zijn enthousiast, gemotiveerd, strevend naar hoge standaarden, open staand voor nieuwe ideeën.
​Ondernemerschap in onderwijs ​Talen
Confident learners
Leerlingen hebben zelfrespect, voelen zich fysiek, mentaal en emotioneel goed, ontwikkelen waarden en opvattingen en hebben ambitie.
​Wereldburgerschap ​Wiskunde
Responsible citizens Leerlingen hebben respect voor anderen, tonen bereidheid tot verantwoordelijke deelname aan het politiek, economische, sociale en culturele leven. ​Financiële educatie ​Natuurwetenschappen
Effective contributors
Leerlingen tonen een ondernemende houding, zijn veerkrachtig en hebben zelfvertrouwen.
​Mens en maatschappij
​Technologie
​Expressieve vakken
​Gezondheid en welbevinden
​Levensbeschouwing en moreel onderwijs


Elk leergebied wordt beschreven aan de hand van een aantal principes en een beschrijving van de praktijk, en gedetailleerd uitgewerkt door beschreven ervaringen (experiences) en leeruitkomsten (outcomes). Per leergebied zijn er ook national qualifications beschreven en worden ondersteunende materialen aangeboden. Naast de leergebieden zijn ook de schoolgemeenschap en vakoverstijgende projecten genoemd als onderdelen waar geleerd wordt.

De ervaringen zijn voor de onder- en middenbouw ( in clusters van leerjaren verdeeld in early, first, second, third and fourth) omschreven als ervaringen op leerling niveau, bijvoorbeeld: ‘ik ontdek…’ of ‘ik kan herkennen dat…’. Door te kiezen voor beschrijvingen van leerervaringen wordt duidelijk dat ervaringen gezien worden als momenten van leren. De beschrijvingen helpen leerervaringen te creëren en geven inzicht waar die ervaringen aan moeten voldoen. De leeruitkomsten zijn beschreven in de vorm van ‘Ik kan …’ en maakt wat er geleerd is tijdens de leerervaringen meetbaar.

Voor de bovenbouw (fifth, of, senior phase) zijn de doelen en inhouden per vak omschreven in ‘national qualifications’. Een aantal van deze national qualifications wordt momenteel herzien en aangepast aan het curriculum for excellence. Voor een aantal leergebieden is dit al gedaan. Vakinhouden zijn per leerjaar uitgewerkt in een standaard, welke bestaat uit ‘outcomes and assessment standards’ en ‘evidence requirements’. De formulering in de standaard heeft de vorm van ‘The learner will… produce/participate etc.’.

Totstandkoming van het curriculum

Begin deze eeuw organiseerde de Schotse overheid een nationaal debat over de toekomst van het Schotse onderwijs. Dit debat kwam voort uit de constatering dat het onderwijs in Schotland verbeterd kon worden door het meer in te richten op de toekomstige samenleving, de vraag welke kennis en vaardigheden inwoners in die toekomstige samenleving nodig hebben en de behoefte om het potentieel in de samenleving beter te kunnen benutten. Het debat vormde de start van een grootschalig vernieuwingstraject dat leidde tot het Curriculum for Excellence.

Uit het nationale debat kwamen de volgende doelen ter verbetering naar voren:

  • Maak het leren aantrekkelijker, uitdagender en plezieriger
  • Verminder de overladenheid van het curriculum
  • Verbeter de continuïteit tussen de verschillende stadia
  • Creëer een betere balans tussen algemene en beroepsvaardigheden met een breder scala aan ervaringen
  • Verstrek jonge mensen vaardigheden die ze nodig hebben op de arbeidsmarkt
  • Zorg voor examens en evaluaties die het leren ondersteunen
  • Zorg voor meer keuzemogelijkheden om aan te sluiten bij de behoeften en aspiraties van leerlingen.

Bij de verdere uitwerking en implementatie van CfE is getracht het brede onderwijsveld te betrekken en te mobiliseren door middel van consultaties, inspraak en werkgroepen. De curriculum review groep die aan de slag ging met de herziening van het curriculum baseerde zich op de uitkomsten van het nationale onderwijsdebat, recent onderzoek en internationale verkenningen. Mondiale trends werden ook bekeken, omdat deze in de nabije toekomst invloed zouden hebben op leven en werken en daardoor op leren.

Scholen worden uitgenodigd zelf vorm te geven aan het curriculum aan de hand van sleutelonderdelen en worden daarbij ondersteund door een set ‘guidance documents’. De set sturingsdocumenten geeft inzicht in de inhoud van de vijf leergebieden, doet aanbevelingen over leerstrategieën, hoe curriculum te ontwerpen voor de lokale context en te plannen in partnership met de omgeving, en een uiteenzetting over evaluatieve strategieën. Door de sleutelonderdelen van het curriculum samen met de brede schoolgemeenschap (staf, ouders, leerlingen, partners) af te lopen, bepaalt men strategisch hoe men wil dat het curriculum er in de toekomst uitziet, wat er moet veranderen en hoe men dit wil bereiken. Door sterke onderdelen te versterken en te prioriteren in zaken die men wil aanpakken ontstaat een curriculumplan waarmee de school richting geeft aan de verbetering van het curriculum en het onderwijs dat ermee verzorgd wordt.

Evaluatie van de leeropbrengsten

Evaluatie binnen CfE is gericht op het bereiken van samenhang tussen de leerervaringen en uitkomsten, leren en assessment van het leren. Assessment is een integraal onderdeel van leren. Het geeft een beeld van de voortgang van het leerproces van een leerling en geeft handvatten voor vervolgstappen in het leren. Assessment ondersteunt het doel om het maximaal haalbare te bereiken, enerzijds door de juiste ondersteuning te bieden, anderzijds door de betrokkenheid van de leerling bij het leren te optimaliseren. Daarom is het belangrijk om assessment vanuit het perspectief van de leerling te benaderen. De betrokkenheid van de student wordt vergroot door keuze en personalisatie van het assessment proces. Dit kan door inzicht te geven in de mate waarin beoogde uitkomsten gedeeld worden. In die zin kan gesproken worden van persoonlijke leerdoelen en de assessment daarvan. Leren is het meest effectief als leerlingen:

  • Begrijpen wat ze proberen te leren en weten wat er van hen verwacht wordt
  • Feedback krijgen over de kwaliteit van hun werk en wat ze kunnen doen om dit te verbeteren
  • Advies krijgen over hoe de verbeteringen te bewerkstelligen
  • Volledig zijn betrokken bij het besluit wat ze vervolgens kunnen doen en wie hen daarbij helpt.

Het nationaal assessment raamwerk geeft leraren een handvat om toetsing te organiseren. Het gaat uit van de principes van CfE, geeft aan wat er in hoofdlijnen getoetst wordt (kennis, vaardigheden en attitudes op basis van de standaards per leergebied/vak per leerjaar), de principes waarom er getoetst wordt (ter ondersteuning van leren en persoonlijke groei met de juiste ondersteuning), wanneer en hoe dat gebeurt en hoe er gerapporteerd wordt. Om kwaliteit van toetsing te bewerkstelligen zijn er verschillende handreikingen voor leraren en scholen beschikbaar in het kader van kwaliteitsbewaking.

Naast de lokale toetsing is er een nationale toets voor literacy en numeracy die jaarlijks steekproefsgewijs bij alle scholen wordt afgenomen. De toets wordt afgenomen door de Scottish Qualifications Authority is samenwerking met de Association of Directors of Education in Scotland. De toets vindt plaats in leerjaar 4 en 7 van het basisonderwijs en leerjaar 2 van het voortgezet onderwijs. In het basisonderwijs nemen 3 leerlingen per leerjaar deel; in het voortgezet onderwijs gaat het om 14 leerlingen.

Evaluatie van het curriculum

Vanaf het begin zijn leraren actief betrokken geweest bij het vormgeven van het curriculum. De ontwikkelteams van de ervaringen en leeruitkomsten bestonden voor een groot deel uit leraren. Met hun kennis van effectieve benaderingen uit de Schotse context en daarbuiten, en door gebruik te maken van onderzoek en internationale bronnen, hadden zij een sterke bijdrage aan het ontwikkelproces. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van mensen buiten de ontwikkelteams in het brede onderwijsveld. Zij onderhielden daartoe onder meer contact met vaknetwerken en fora van specialisten. De sets van ervaringen en leeruitkomsten werden eerst voorgelegd aan mensen in het brede onderwijsveld. Op basis van hun feedback werden de sets vervolmaakt en uiteindelijk gepubliceerd.

Scholen voeren een zelfevaluatie uit (How good is our school), welke door de inspectie wordt gebruikt om met scholen in gesprek te gaan. In aanvulling op ‘how good is our school’, is een curriculumcomponent aan de zelfevaluatie toegevoegd. Deze handreiking, ‘improving our curriculum through self-evaluation’, helpt scholen hun lokale curriculum verder te verbeteren. In het hieruit voorkomende verbeterplan maakt een school duidelijk hoe ze zelf verantwoordelijkheid neemt voor het verbeteren van het onderwijs. De uitkomsten van zelfevaluatie worden gepubliceerd op de onderwijswebsite van de overheid.

De kwaliteit van de sets ervaringen en leeruitkomsten werden geëvalueerd op grond van kwaliteitseisen, welke waren gebaseerd door de doelen en uitgangspunten van CfE (zie de linker kolom in de tabel).

meer informatie