Corlaer College in Nijkerk: beoordeling biedt handvat voor feedback

16 december 2019

Acht jaar geleden opende het Corlaer College in Nijkerk haar deuren. De school omvat alle niveaus: van vmbo bb tot en met atheneum. Kenmerkend voor de school is dat er veel van leerlingen gevraagd wordt op het gebied van vaardigheden. Het werken met vaardigheden in thema's wordt in havo en atheneum breed toegepast, in het vmbo wordt er een start mee gemaakt in het vak studievaardigheden. De school beoordeelt leerlingen ook op vaardigheden. De beoordeling telt nu nog niet mee voor de overgang, maar het is de bedoeling dat wel te gaan doen.

Op het Corlaer College ligt het accent op vaardigheden en het werken in thema’s en domeinen. Dat zijn de hoekstenen van het schoolbeleid. In de onderbouw krijgen leerlingen vier lesuren per week thematisch onderwijs. Vakken zijn gecombineerd, bijvoorbeeld de maatschappijvakken of de exacte vakken. Binnen de thema’s is er veel aandacht voor vaardigheden. De ervaringen zijn positief: de opgedane vaardigheden in de onderbouw zijn terug te zien in de bovenbouw. Bovendien nemen leerlingen veel verantwoordelijkheid voor het eigen leren.

Rubrics voor vaardigheden

In de onderbouw van havo/vwo ligt de nadruk op vaardigheden als plannen, samenwerken, reflecteren en het verwerven van een onderzoekende houding. In de beoordeling van de opdrachten is een deel ingeruimd voor de vaardigheden. Leerlingen maken bijvoorbeeld een poster. Het cijfer daarvoor is opgebouwd uit 30 procent voor vormgeving, 40 procent voor vakinhoud en 30 procent voor vaardigheden. Op het vmbo is nu ook gestart met het vak studievaardigheden. Docenten stellen vaardigheden expliciet aan de orde en passen ze toe in de vakken.

Voor de vaardigheden heeft het Corlaer College ook rubrics opgesteld die een formatieve functie hebben. De school vindt de ontwikkeling van vaardigheden namelijk minstens even belangrijk als de feitelijke beheersing. De rubrics voor de verschillende vaardigheden zijn als 'ik kan'-uitspraken opgenomen in het zelf ontwikkelde programma Comprendo. Hierin kunnen docenten, mentoren en coaches bijhouden hoe het met de ontwikkeling van vaardigheden bij de individuele leerlingen gaat.
Het is opgezet volgens de stappen: maak een plan, laat zien wat je gedaan hebt en vertel wat je ervan geleerd hebt. Zowel leerling als mentor vullen die stappen in.

De beoordeling van de opdrachten is niet altijd expliciet met betrekking tot de vaardigheden. De schoolleiding vindt dit nog te weinig: de beoordeling van de vaardigheden telt nu niet mee voor de overgang naar het volgende jaar. Het is de bedoeling dat wel te gaan doen. Dan sluiten de normen beter aan bij de doelen. De school zoekt naar een goede invulling hiervan. Ze willen vooral laten zien hoeveel stappen de leerlingen hebben gezet. Omdat vaardigheden dicht bij karakter en persoonlijkheid liggen, moet er in de beoordeling een zekere flexibiliteit zitten.


Je wilt leerlingen goed toetsen en laten zien wat hun verbeterpunten zijn”

Toets biedt handvat bij feedback

Een aantal jaren geleden heeft het Corlaer College de RTTI-indeling (reproductie, toepassing 1 en 2, inzicht) bij toetsen geïntroduceerd. Binnen en tussen afdelingen van de school verschilt het gebruik en de waardering ervan. Teams en docenten mogen zelf bepalen wat ze kiezen en leerlingen snappen goed dat het niet overal hetzelfde is. In de theoretische leerweg wordt RTTI veelvuldig ingezet: leerlingen en docenten zijn ermee vertrouwd. Per toetsvraag is aangegeven of het een R-, T1-, T2- of I-vraag is. Docenten gebruiken RTTI om leerlingen feedback te geven. Als een leerling vooral op reproductievragen scoort, maar niet op de toepassings- of inzichtvragen, dan moet hij op een andere manier gaan leren.

Docenten onderschrijven het belang van verschillende typen toetsvragen, maar hechten niet per se aan RTTI. Met name de bovenbouw van atheneum en havo gebruikt ook andere indelingen. Het belangrijkste is dat de toetsmethode handvatten geeft voor feedback. Op deze manier krijgen ook de summatieve toetsen een formatieve functie, vooral op het terrein van de leerstrategieën. Bij geschiedenis deelt de docent bijvoorbeeld de werkopdrachten uit het boek in op basis van de toetsscores. Leerlingen krijgen de opdrachten per mail en gaan daarmee aan de slag. Belangrijk is om de leerdoelen voor de leerlingen te expliciteren.

De schoolleiding geeft docenten de ruimte om zelf initiatieven te ontplooien of te ontwikkelen. Komt een docent met een goed plan, dan honoreert de schoolleiding dat. Zo is een docent Nederlands in een 4k-klas onder begeleiding van de Universiteit Utrecht bezig met een onderzoek naar diagnostisch toetsen. Hij begint elk blok met een referentietoets en deelt op basis van de resultaten de leerlinggroepjes in. Voor iedere les maakt hij een nieuwe indeling op basis van de vorderingen.

Als je wilt dat scholen in beweging komen, moet je ze ruimte geven, ook in de examinering”

Tevredenheid en toekomst

De schoolleiding is tevreden over wat er tot nu toe bereikt is, maar ziet de huidige situatie duidelijk niet als eindpunt. Ook docenten zijn positief over de gekozen uitgangspunten. Ze benoemen uiteraard ook verbeterpunten. Zo zouden ze het een verbetering vinden als het invullen van Comprendo minder tijd kost.

Hoewel 4-havoleerlingen aangeven dat ze het werken zonder thema’s overzichtelijker en gemakkelijker vinden, wil de school thematisch werken het liefst ook in de bovenbouw invoeren. De centrale examinering is de reden waarom er enige terughoudendheid is. De leerlin​gen moeten voorbereid worden op een vakmatig examen. De schoolexamens bieden wel ruimte voor geïntegreerd werken, maar dat is volgens het Corlaer College nog te weinig. De school wil het werken in thema’s overigens ook invoeren op het vmbo.

Wat de toetsing betreft, voelt de school geen druk vanuit de Inspectie. De leerlingen vinden de totstandkoming van de cijfers bij grote opdrachten helder. Bij kleinere opdrachten is het volgens hen minder duidelijk. Ze vinden de beoordeling wel rechtvaardig. Ook die van de vaardigheden.
De effectieve leerstrategieën leveren op termijn naast de vakken misschien meer ‘vrije’ ruimte op.

​Tips

  • Het is bij de beoordeling van vaardigheden belangrijk dat je laat zien welke stappen leerlingen gezet hebben.
  • Variatie in toetsvragen helpt bij het geven van feedback. Ook in de communicatie naar ouders is het een goed hulpmiddel.
  • Geef docenten ruimte zodat ze eigen initiatieven kunnen ontplooien.


Website Corlaer College