Sint-Vituscollege: toegepast, betekenisvol en doelgericht onderwijs

16 december 2019

Meer samenhang komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede is de visie van het Sint-Vituscollege in Bussum. De school denkt – van oudsher – vanuit vakken, maar staat open voor vernieuwingen. Zowel binnen de afdelingen (mavo/havo/vwo) als in de school als geheel krijgt samenhang op verschillende manieren vorm.

Samenhang binnen de afdelingen

Op het Sint-Vituscollege en de Sint-Vitusmavo krijgt samenhang binnen de afdelingen op verschillende manieren vorm. Het vwo heeft met Wetenschaporiëntatie Nederland (WON) een duidelijke onderzoekslijn. Daardoor is er ook bij de maatschappijvakken in onder- en bovenbouw aandacht voor onderzoek. De onderzoekslijn sluit natuurlijk aan op het wetenschappelijke vervolgonderwijs.
Op de havo werkt de school met het Havo ToBe-concept (Toegepast Betekenisvol). Het doel hiervan is om voor de havoleerling de buitenwereld in de school te brengen. Maar tegelijkertijd ook de school naar de buitenwereld te brengen. Leerlingen raken gemotiveerd als ze in de praktijk ervaren hoe belangrijk kennis is. Concreet omvat Havo ToBe onder meer een nieuwe vorm voor het profielwerkstuk in de examenklas, waarbij de onderzoeksvraag van instellingen en bedrijven komt. Leerlingen gaan dus daadwerkelijk onderzoek doen voor een concrete organisatie. In 4 havo gaan leerlingen aan de slag met een sollicitatieproject, waarbij ze een sollicitatiegesprek voeren bij een instelling of organisatie buiten de school. Wat ook onder Havo ToBe valt, is de maatschappelijke stage. Allerlei andere initiatieven zoals excursies naar bedrijven of gastcolleges van ondernemers maken deel uit van de business stream (havo 4 en een deel van havo 5). Wat vakken betreft is deze business stream een combinatie van Nederlands, Engels, economie en management & organisatie.
De Sint-Vitusmavo werkt aan Mavo ToDo (Toegepast Doelgericht). Hier wil de school kijken naar een opzet met ondernemend leren als uitgangspunt. De Sint-Vitusmavo zoekt daarin de aansluiting bij het mbo (techniek, zorg & welzijn en ondernemen). Daarnaast is een soepele doorstroom naar havo nog steeds mogelijk.

Door de samenhang zie je bij de business stream dat de klas meer een klas is, en dat er meer ruimte en aandacht voor competenties is”

Vitusbreed-dagen

De leerlingen van het vwo hebben aan het begin van hun schoolloopbaan een wetenschapsweek, waarin alle vakken zich presenteren. Ook zijn er per jaar zo’n twee of drie zogeheten Vitusbreed-dagen. Dit zijn projectdagen of excursies waarin vakken samenwerken. Het kan gaan om combinaties van allerlei vakken, die per jaar kunnen verschillen. Daarnaast zijn er ‘parascolaire’ (buitenschoolse) dagen voor de onder- en bovenbouw. In 3 vwo is er bijvoorbeeld een project van aardrijkskunde en economie: ken je buurt. 3 havo gaat in een vergelijkbaar project op excursie naar Duitsland. De school denkt hierbij nog niet in doorlopende leerlijnen.
Aanleiding voor de Vitusbreed-dagen was het aantal losse excursies dat tot onduidelijkheid leidde. Allereerst is het Sint-Vituscollege deze losse excursies gaan bundelen en centraliseren. Voor de Vitusbreed-dagen zijn specifieke projectdagen vrij geroosterd. Vervolgens is gekeken naar niet gevulde dagen die ruimte boden voor nieuwe projecten. Daarna heeft de school onderwijsspeerpunten vertaald naar deze projecten. De Vitusbreed-dagen zijn inmiddels een traditie die de school is gaan institutionaliseren. Het Sint-Vituscollege probeert deze dagen aan te laten sluiten bij het profielwerkstuk.

Enthousiaste leerlingen hebben een aanzuigende werking op potentiële leerlingen”

Stimulans en succes

De schoolleiders denken meer vanuit leerdoelen en minder vanuit lesmethodes, dat heeft een stimulerende werking op ontwikkelingen binnen de school. Er ontstaat voor docenten die het anders willen aanpakken ruimte om doordacht te experimenteren. De proactieve en ondernemende houding van de betrokken docenten geeft eveneens een positieve prikkel. Goed voorbeeld is de business stream, die is vormgegeven door een docent met een groot extern netwerk.
De school wilde kunnen laten zien waarin het vwo van het Sint-Vituscollege zich onderscheidt van andere scholen in de regio. De onderzoekslijn geeft het vwo nu een duidelijk profiel. In die zin is concurrentie met andere scholen dus ook een stimulerende factor.
De successen die het vwo boekt, stimuleren de havodocenten om ook aan de slag te gaan met de maatschappelijke stage in de derde, de sollicitatietraining in de vierde en het profielwerkstuk in havo vijf. Er zit een duidelijke lijn en samenhang in deze drie elementen. Bij de stage is het bijvoorbeeld logisch om bij Nederlands een bedankbrief te leren schrijven. Maar ook zijn er gedeelde ervaringen waarop de docent in de les kan teruggrijpen. Op de mavo is het wat lastiger om projecten van de grond te krijgen, omdat de secties vaak maar uit één docent bestaan. Een verandering is kwetsbaar als die afhankelijk is van één docent.
Belangrijke succesfactor is de collegialiteit. De insteek is: uitbouwen vanuit kleine successen, zodat het behapbaar blijft. Deze aanpak hangt zeker samen met de beschikbare tijd. Doorslaggevend is natuurlijk de leerling: zo lang hij de projecten niet als extra belasting beschouwt, groeit de kans van slagen. Daarom hoeven leerlingen bijvoorbeeld in de business stream de bedrijfsbezoeken niet voor te bereiden. Het is bovendien mooi om te zien dat leerlingen uit de business stream bij andere bijeenkomsten gemakkelijker gerichte vragen stellen. Dat zijn de vruchten van een groeiend, samenhangend aanbod.

Tips

  • Vernieuw gedoseerd en focus steeds op een nieuwe activiteit.
  • Creëer ruimte in de lessentabel, dat geeft lucht (en tijd om activiteiten te organiseren).
  • Kies voor pragmatische samenhang. Het moet behapbaar en uitvoerbaar blijven.
  • Vermijd overladenheid en stress, zowel bij leerlingen als bij docenten.
  • Zorg dat de volgers niet te ver achterop raken ten opzichte van de koplopers.


 Website Sint-Vituscollege