Rekenen-wiskunde in samenhang
Rekenen-wiskunde is een belangrijk vak in het basisonderwijs.
Maar aan welke inhouden van rekenen-wiskunde werk je eigenlijk? En hoe kun je die inhouden verbinden aan wereldoriëntatie of kunstzinnige oriëntatie?
Inhoudslijnen rekenen-wiskunde
In het reken- en wiskundeonderwijs werk je aan zes domeinen:
- verbanden
- verhoudingen
- meetkunde
- meten
- bewerkingen
- getalbegrip
Op de pagina inhoudslijnen rekenen-wiskunde vind je per inhoudslijn aan welke leerdoelen je kunt werken voor groep 1-3 (fase 1), groep 4-6 (fase 2) en groep 7-8 (fase 3).
Rekenen-wiskunde en wereldoriëntatie
Voor elk van de inhoudslijnen voor rekenen-wiskunde liggen er kansen in de les wereldoriëntatie. Rekenen-wiskunde gebeurt bij wereldoriëntatie vaak in contexten. Zo past de leerling rekenen-wiskunde toe in zaakvakcontexten. Daarbij gebruikt hij de kennis en vaardigheden die hij al eerder heeft opgedaan. Ook kan een zaakvakcontext de leerling helpen om zich voor te stellen waar het om gaat bij een onderwerp dat in de rekenen-wiskundeles misschien wat abstracter bleef.
Een paar voorbeelden:
Getalbegrip en wereldoriëntatie
Wanneer het tijdens de les wereldoriëntatie gaat over inwonersaantallen heb je al gauw te maken met grote getallen. Een land heeft miljoenen inwoners, een stad honderdduizend of tienduizenden en hoeveel mensen wonen er bij jou in de straat? Hoeveel straten zijn er in een stad en hoeveel in een land? Hier kun je ook werken aan doelen op het gebied van getalbegrip, door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan de schrijfwijze van grote getallen en hoe deze grote getallen zich verhouden tot kleinere.
Meetkunde en wereldoriëntatie
Plattegronden of het rekenen met schaal komt in de leerlijnen meten en meetkunde aan de orde. Bij wereldoriëntatie treffen we deze onderwerpen ook aan. Ga bijvoorbeeld aan de slag met een plattegrond van de wijk, vergelijk deze met de plattegrond van Nederland en ga in op schaal, op de legenda en op de windroos (noord, oost, zuid, west).
Meten en wereldoriëntatie
Rondom onderwerpen die te maken hebben met het weer en klimaat maken we vaak gebruik van getallen en maten. Een maat voor wind wordt in de rekenles niet behandeld, temperatuur bijvoorbeeld wel. Je kunt bijvoorbeeld de leerlingen de temperatuur laten meten met een thermometer: binnen, buiten, in de vriezer en koelkast. Maak vervolgens de vergelijking met verschillende klimaten.
Bij 'aan de slag' vind je een stappenplan hoe je reken- wiskundedoelen kunt combineren met doelen wereldoriëntatie. Ook vind je daar inspirerende lesvoorbeelden.
Rekenen-wiskunde en kunstzinnige oriëntatie
Kunstzinnige oriëntatie biedt een rijke context die kansen biedt voor veel rekenonderwerpen. Denk maar eens aan de toepassingen van meten en meetkunde, maar ook het besef van (fysieke en getalsmatige) grootte, patronen en kritisch denken komen aan de orde. Wanneer een leerling bijvoorbeeld voor beeldende vorming een huis van de toekomst ontwerpt, gaat het ook over verhoudingen, grootte en vormen. Bij dans gaat het om oriëntatie in de ruimte en bij muziek om ritmes, herhaling en dus patronen.
Vaak zijn de relaties tussen rekenen en kunstzinnige oriëntatie vanzelfsprekend en impliciet. Hier liggen kansen om te werken in samenhang en expliciete aandacht te besteden aan rekenen-wiskunde.
Wist je dat jezelf oriënteren in de ruimte een relatie heeft met het leren rekenen? De hersenactiviteit bij bewegen, dansen, jezelf oriënteren in ruimte en het kunnen rekenen bevinden zich blijkbaar op eenzelfde plaats in de hersenen. Met name getalbegrip en het begrip van grootte bij rekenen en fysiek bewegen hangen samen en versterken elkaar (Krause et al., 2017).
link
De aanbodsdoelen per inhoudslijn vind je hier.