In het model 'Talent in Ontwikkeling' komen de inzichten uit diverse theorieën en modellen op het gebied van talentontwikkeling samen.
De basis van het model geeft de in aanleg aanwezige talenten weer, die verborgen kunnen blijven als ze niet aangesproken worden. Of de talenten tot ontwikkeling komen en tot zichtbare prestaties leiden, is afhankelijk van de persoonlijkheid en de omgeving van de leerling. Wat betreft de persoonlijkheid spreken we van uitdagingen en kwaliteiten, het gaat dan om vragen als:
- Gaan leerlingen hun persoonlijke ontwikkelpunten aan?
- Durven leerlingen buiten hun comfortzone te treden?
- Kunnen leerlingen zichzelf leren reguleren?
- Welke eigenschappen hebben leerlingen die kunnen bijdragen?
- Welke kernkwaliteiten horen bij leerlingen die kunnen bijdragen?
Als we naar de omgeving van de leerling kijken, spelen andere vragen een rol:
- Is er een stimulerende omgeving voor leerlingen met voldoende middelen?
- Welke steun krijgen leerlingen van hun omgeving?
- Wordt het talent van leerlingen gezien?
- Draagt de omgeving bij aan de ontwikkeling van het talent?
Vaak worden leerlingen blij als ze werken binnen hun talentgebied. Het werkt motiverend als leerling merken dat ze ergens goed in zijn. Er is veel motivatie om nog beter te worden. Als leerlingen inzicht hebben in hoe hun persoonlijkheid en omgeving van invloed zijn, kunnen ze bewuster kiezen waar ze wel hun energie in steken.
Voor inzicht in het proces van talentontwikkeling en in je eigen proces, zijn er verschillende hulpmiddelen. In deze video wordt het proces van talentontwikkeling uitgelegd. Ook zijn er twee gespreksplaten rond het model Talent in Ontwikkeling. Eén voor jongere leerlingen (po) en één voor wat oudere leerlingen (bovenbouw po en vo).
