Talenten signaleren
Het signaleren van een ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand op leeftijdsgenoten kan op elk moment. Hiervoor kun je stimulerend signaleren gebruiken.
Voor leerlingen die net beginnen op de basisschool, is het belangrijk om naar de voorschoolse ontwikkeling te kijken en een mogelijke ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand gelijk te signaleren.
Stimulerend signaleren
Stimulerend signaleren is een integrale aanpak om zicht te krijgen op leerlingen en hun ontwikkelbehoeften. Signalering is geen einddoel, maar een terugkerend aanknopingspunt voor verdere begeleiding. Het is onderdeel van een cyclisch proces van observeren en signaleren, vragen stellen, interpreteren, plannen, doelen stellen, handelen, evalueren en bijstellen. In dit cyclische proces van voortdurende verkenning kunnen talenten zichtbaar en versterkt worden. De basis is het creëren van een rijke speelleeromgeving, waar je doelgericht talenten, vaardigheden en interesses aanspreekt.
Stimulerend signaleren ondersteunt de autonomie-, relatie- en competentiebehoefte
In gesprek gaan met de leerling over behoeftes, interesses, kwaliteiten en uitdagingen draagt bij aan een goede relatie met de leerling en helpt de leerling bij het ontwikkelen van meer zelfinzicht. Zelfverantwoordelijk leren is mogelijk wanneer leerlingen de ruimte krijgen en leren hoe ze zichzelf kunnen sturen in hun ontwikkelingsproces (autonomie). Via rijke leerzame activiteiten, die aansluiten bij hun competenties, en door de interactie met de leraar/begeleider en medeleerlingen, krijgen leerlingen steeds beter zicht op hun mogelijkheden (competentie) en behoeften. Ze ontwikkelen een realistisch zelfbeeld, waarin ze hun sterke en minder sterke kanten herkennen.
Een hulpmiddel voor leraren is de gespreksplaat Hoe zie jij talenten van jonge kinderen?, die ingaat op stimulerend signaleren en het creëren van een rijke speelleeromgeving.
Voorschoolse ontwikkeling
De voorsprong of achterstand op leeftijdgenoten kan een paar maanden zijn, een jaar, maar ook meerdere jaren. Of er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand kan per ontwikkelingsgebied verschillen.
Signalen die duiden op een ontwikkelingsvoorsprong of achterstand kunnen op jonge leeftijd al heel goed geobserveerd worden door ouders. De ervaringen die ouders in de voorschoolse jaren hebben met hun kinderen, zijn daarom erg belangrijk bij een warme overdracht. Naast gedragingen en interesses van kinderen, kunnen ook voorschoolse 'prestaties' bij de intake besproken worden, bijvoorbeeld tekeningen of zelfbedachte spellen.
Ook medewerkers van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven kunnen al veel signalen opmerken. Zorg daarom voor een goede overdracht in de regio, in afstemming met vve-instanties.
Informatie over voorschoolse ontwikkeling kan van verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld:
- kind: portfolio (tekeningen en andere producten);
- ouders: levensloopbeschrijving, indicaties van een ontwikkelingsvoorsprong;
- consultatiebureau;
- crêche/kinderdagverblijf;
- peuterspeelzaal.
Start basisonderwijs
Informatie over de voorschoolse ontwikkeling biedt veel aanknopingspunten om aan te sluiten op het ontwikkelingsniveau waar het kind bij aanvang van het basisonderwijs al staat. Het in beeld krijgen van de leerling is vanaf dag één van belang voor leerkrachten in groep 1, om onderpresteren tegen te gaan en een doorgaande ontwikkeling mogelijk te maken. Sommige kleuters hebben al op zeer jonge leeftijd ervaren dat aanpassen aan de omgeving een veilige weg is en kiezen daarom daarvoor. Sta daarbij stil, want daarin schuilt het gevaar van onderpresteren.
Een hulpmiddel voor ouders en leerkrachten om een kind vroegtijdig in beeld te krijgen is de Intakevragenlijst Kleuters. De vragenlijst wordt door ouders bij aanmelding ingevuld. De leraar vult de lijst in op het moment dat de leerling vier tot zes weken op school is. Hierdoor kunnen onderwijs en begeleiding goed afgestemd worden op de ontwikkelingsbehoeften van het kind.