Denkvaardigheden
In het onderwijs krijgen denkvaardigheden vaak een belangrijke rol toebedeeld. Deze vaardigheden worden nogal eens beschouwd als generieke, vakoverstijgende vaardigheden. Denken gaat echter altijd ergens over: je denkt over iets en gebruikt daarbij kennis die je daarover hebt.
Denkvaardigheden kun je dus ook niet ontwikkelen zonder dat het ergens over gaat. Op school oefen je denkvaardigheden aan de hand van vakspecifieke kennis en vraagstukken. Als leerlingen verwante denkvaardigheden oefenen in verschillende vakken en daarover nadenken, kunnen ze deze vaardigheden in meer generieke vaardigheden ontwikkelen.
We onderscheiden drie typen denkactiviteiten: analytisch denken, kritisch denken en creatief denken. Bij kritisch denken is vaak ook sprake van analytisch denken. Omdat analytisch denken echter ook in andere situaties voorkomt en nodig is, onderscheiden we het ook als apart type denkactiviteit. Deze drie typen denkactiviteiten kennen we als de laatste drie denkactiviteiten in de ‘taxonomie van Bloom’ uit 1956, en ook in de herziene nu actuele taxonomie in 2001. Deze drie zijn in het onderwijs vaak aangeduid als ‘hogere orde denkvaardigheden'. Het zijn echter op zich geen vaardigheden en ze zijn ook niet altijd van hogere orde.
Wil je hier meer over weten? Lees dan Hogere orde denkvaardigheden zijn geen vaardigheden en niet altijd van hogere orde (pdf, 1.5 MB).
Lees meer over de drie denkvaardigheden.