Leerlingen ontdekken samen de betekenis en samenhang van de executieve functies.
Voordat je begint
Kies een kleedje en kaartenset die het best aansluiten bij jou en je groep leerlingen, zie materialen.
Tip: probeer verschillende versies uit met verschillende klassen.
Voorbeeld aanpak
- Leg het gekozen kleed op een tafel waar leerlingen omheen kunnen staan.
- Licht toe wat executieve functies zijn of laat het filmpje zien waarin leerlingen het uitleggen.
Het verschil tussen executieve functies en executieve vaardigheden kun je vergelijken met voetballen: de executieve functie is als je beenspieren, het voetballen is de vaardigheid."
Hanna Beuling - Licht toe dat ze de betekenis van alle begrippen gaan ontdekken.
- Verdeel de kaartjes onder de leerlingen. Geef bijvoorbeeld drie kaartjes per tweetal. Het is goed om meerdere setjes van de kaartjes te gebruiken.
- Nodig de leerlingen uit om rond het kleed te komen staan.
- Vraag ze, in onderling overleg, de kaartjes met vragen op de taartpunt te leggen waarvan zij vinden dat die het beste erbij past.
- Stel, als alle kaartjes zijn neergelegd, een aantal of alle onderstaande vragen om het proces en resultaat te bespreken:
- Liggen er gelijke kaartjes op verschillende plekken?
- Waren jullie het overal over eens?
- Hoe kan een vraag op meerdere taartpunten liggen?
- Zijn alle taartpunten strikt gescheiden? Of is er ook wel wat overlap (denk aan schilderspalet)?
- Welke woorden vinden jullie moeilijk en kunnen we met voorbeelden verduidelijken ?
- Zijn alle woorden/begrippen op dit moment duidelijk genoeg om ermee te kunnen werken?
- …