Leerlingen geven aan waar ze goed in zijn en welke vaardigheid ze willen ontwikkelen.
Voordat je begint
Aan welk project werken jouw leerlingen nu? Staat er binnenkort een toets gepland? Praat met leerlingen over ervaringen die nu spelen. Waar lopen ze tegenaan als ze moeten leren of plannen? Wat zijn hun sterke kanten? Waar hebben ze moeite mee? Al pratend kom je samen tot inzicht.
Voorbeeld aanpak
- Deel drie memoblaadjes uit, bijvoorbeeld twee sterren en een vierkantje of drie sterren waarvan twee van dezelfde kleur.
- Vraag leerlingen hun naam te schrijven op elk memoblaadje.
- Vraag de leerlingen rond het kleed te komen staan en de twee sterren te plakken op twee executieve functies waarvan ze vinden of merken dat ze er goed in zijn.
- Vraag ze om het vierkantje of derde ster met afwijkende kleur te plakken op de executieve functie waar ze het meest tegenaan lopen.
- Stel, nadat alle blaadjes zijn neergelegd, een aantal of alle onderstaande vragen:
- Hoe weet je of je ergens goed in bent? Kun je dat toelichten met een voorbeeld?
- Is jouw keuze wat je zelf vindt of wat je anderen hoort zeggen. Hiermee laat je leerlingen loskomen van de feedback die ze van anderen krijgen.
- Ben je nooit …. , of soms wel en soms niet?
- Waar loop je precies tegen aan en heb je last van? Heb je voorbeelden van situaties waarin het wel goed gaat?
- Vergelijk jouw keuze eens met hoe dingen buiten school gaan? Is dat anders? Een leerling die het moeilijk vindt zijn werk af te maken, kan het wel bij de bijbaan in de supermarkt of op de manege.
- Denk je dat je er beter in kunt worden? En hoe zou dat eruitzien?
- ...
- Maak een foto of hang het palet op in de klas, zodat je kunt terugkomen op de gekozen executieve functies.
Tip
Hoe goed het je lukt je executieve functies in te zetten hangt ook af van de context: "Ik ben heel goed in plannen als ik een schoolfeestje organiseer, maar met mijn huiswerk lukt het niet". Vraag daarom altijd naar het verhaal van de leerling en de uitzondering wanneer het wel lukt.