VOORBEELDEN VAN TAALVAARDIGHEDEN |
De leerling kan: |
Informatievaardigheden |
- het informatieprobleem vaststellen
- bepalen welke informatie nodig is
- betrouwbare bronnen selecteren
- informatie opzoeken in duidelijk geordende (digitale) naslagwerken, zoals woordenboeken, telefoongids en dergelijke
- schematisch informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren
- eenvoudige informatieve teksten lezen en begrijpen, zoals (digitale) zaakvakteksten in naslagwerken, op internet en in eenvoudige schematische overzichten
- informatie selecteren, ordenen (bijv. met mind map) en verwerken
- omgaan met media en technologische hulpmiddelen, waaronder hulpmiddelen en aanpassingen voor de beperking, die de redzaamheid vergroten (kerndoel 5 so)
|
Communiceren en daarbij vaktaal gebruiken |
- korte eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit zijn of haar eigen directe leefwereld
- informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weergeven en daarbij gebruik maken van relevante begrippen (vaktaal)
- zich naar vorm en inhoud uitdrukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het geven van instructie en bij het discussiëren
- eigen gedachten en gevoelens en die van anderen kunnen uitdrukken
- respectvol luisteren en kritiseren van anderen
- informatie beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is leren met argumenten te reageren
- redeneren vanuit waarnemingen en door deze te koppelen aan conceptuele kennis argumenten verzamelen voor een conclusie of verklaring
- vaktaal en notaties toepassen bij het maken van een presentatie of verslag van een onderzoek of ontwerp
|
|
VOORBEELDEN VAN REKEN-WISKUNDIGE VAARDIGHEDEN |
De leerling kan: |
- rekenkundige bewerkingen toepassen met getallen
- rekenen met en toepassen van verhoudingen
- meten en rekenen met grootheden en eenheden
- informatie verwerken in tabellen en grafieken en tabellen en grafieken kunnen interpreteren
|
|
VOORBEELDEN VAN REFLECTEREN OP LEREN |
De leerling kan: |
- realistische doelen stellen
- zowel in positieve als in negatieve zin op eigen handelen en leren reageren
- ontwikkeling van eigen kennis en inzichten verwoorden
- hiaten in kennis signaleren
- ontwikkeling van eigen leerproces verwoorden
|
|
VOORBEELDEN VAN SAMENWERKEN |
De leerling kan: |
- rol(len) herkennen
- hulp vragen, geven en ontvangen
- onderhandelen en afspraken maken
- verschillen respecteren tussen groepsleden
- functioneren in heterogene groepen
- leren omgaan met conflictsituaties (thema 4 so)
|