Over het leergebied in de onderbouw van het vo
Hoe draagt het onderwijs in het leergebied kunst en cultuur bij aan de drie hoofddoelen van het onderwijs? Wat moet er wettelijk gezien en waar zit ruimte? Hoe richten scholen hun onderwijs in en wat zijn de aandachtspunten de komende jaren?
Ga direct naar:
A. Wat is de bijdrage van kunst en cultuur aan de drie hoofddoelen van het onderwijs?
B. Wat zijn de wettelijke kaders in het leergebied kunst en cultuur?
C. Wat is de onderwijspraktijk in het leergebied kunst en cultuur?
D. Wat zijn de speerpunten?
E. Kunst en cultuur binnen Passend Onderwijs vo
A. Wat is de bijdrage van het leergebied kunst en cultuur aan de hoofddoelen van het onderwijs?
Onderwijs in kunst, cultuur en erfgoed levert een waardevolle bijdrage aan de algemene en persoonlijke vorming. Leerlingen verwerven kennis, houding en vaardigheden van muziek, dans, drama, beeldende kunst, literatuur en cultureel erfgoed. Ze leren kunst te maken en mee te maken: te verbeelden en te beleven. Ze leren op eigen werk en op werk van kunstenaars te reflecteren. Daardoor leren leerlingen zich kritisch te verhouden tot cultuuruitingen, deze te interpreteren en te plaatsen in een breder perspectief. Meer informatie op deze pagina.
B. Wat zijn de wettelijke kaders in het leergebied kunst en cultuur?
Voor het leergebied kunst en cultuur heeft de overheid vijf globale kerndoelen vastgesteld. Deze zijn gericht op een brede oriëntatie op kunst en cultuur. Deze vijf kerndoelen benadrukken het gemeenschappelijke en het gelijkwaardige van de verschillende kunstvakken. De kerndoelen zijn te typeren als vaardigheden. Leerlingen leren produceren, presenteren, kijken en luisteren, verslag doen van ervaringen en reflecteren.
Kerndoelen voor het leergebied kunst en cultuur
- 48. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.
- 49. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.
- 50. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen.
- 51. De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer.
- 52. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars.
De organisatie van het leergebied kunst en cultuur
Het leergebied kan op verschillende manieren worden aangeboden: in een samenhangend leergebied, in afzonderlijke vakken, als onderdeel van projecten of in combinaties van deze werkvormen. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de vertaling van de kerndoelen naar de onderwijspraktijk. Dat betekent dat scholen zelf de omvang en de uitvoering mogen bepalen.
C. Wat is de onderwijspraktijk in het leergebied kunst en cultuur?
Scholen en leraren maken met behulp van de kerndoelen zelf keuzes voor het onderwijsprogramma in kunst en cultuur. Er is sprake van een grote diversiteit op het niveau van de onderwijspraktijk. Sommige scholen bieden de kunstdisciplines aan als monovakken, andere scholen bieden daarnaast projecten aan, weer andere geven invulling aan het onderwijsprogramma voor kunst en cultuur in de vorm van een (samenhangend) leergebied.
Aantal uren in het leergebied kunst en cultuur
In de onderbouw van het vmbo en havo/vwo wordt gemiddeld genomen drie uur besteed aan kunstvakken. Veel scholen bieden meerdere kunstdisciplines aan, de nadruk ligt op beeldende vorming en muziek. Er zijn volgens de laatste Cultuurmonitor (2015) relatief weinig scholen die aandacht besteden aan audiovisuele vorming. Dit is opvallend in een tijdperk gedomineerd door (digitale) beelden en technologische ontwikkelingen.
Doorlopende leerlijnen in kunst en cultuur
Dankzij de aandacht voor doorlopende leerlijnen cultuureducatie in primair onderwijs kunnen leerlingen in de nabije toekomst vaardiger in gaan stromen. Veel scholen in primair onderwijs hebben dankzij de stimuleringsregeling voor cultuureducatie eigen leerlijnen ontwikkeld voor de kunstdisciplines. Het Leerplankader Kunstzinnige Oriëntatie heeft scholen daarbij geïnspireerd. Er zijn ook scholen die andere prioriteiten hebben gesteld. De vaardigheden van leerlingen kunnen bij de start in het voortgezet onderwijs sterk uiteen lopen. In de onderbouw kunnen leraren te maken krijgen met leerlingen die van basisscholen komen waar juist veel of juist weinig aandacht is besteed aan kunst en cultuur. Daarnaast zijn er leerlingen die van huis uit actief zijn in het culturele circuit en zodoende een voorsprong hebben op leeftijdsgenoten.
Beoordelen in het leergebied kunst en cultuur
Op vrijwel alle scholen krijgen leerlingen een cijfer voor hun prestaties. Criteria die gehanteerd worden bij de beoordeling van het eindproduct zijn vaak: creativiteit, originaliteit van het eindproduct, de werkhouding, inzet en motivatie en/of het werkproces. In de onderbouw wordt ook gelet op de technische vaardigheden. Ook komt het voor dat leerlingen zichzelf en elkaar beoordelen.
D. Wat zijn de speerpunten?
Uit de Monitor cultuuronderwijs 2015 blijkt onder meer dat tweederde van de scholen in het voortgezet onderwijs wil gaan werken in leerlijnen. Ook willen scholen meer samenhang aanbrengen, binnen de kunstvakken en met andere vakken.
Een samenhangend en doorlopend programma voor kunst en cultuur
De behoefte aan een samenhangend en doorlopend programma staat al jaren hoog op de politieke onderwijsagenda. In dit kader wordt vaak gesproken over doorlopende, of verticale leerlijnen: een opeenvolging van leerinhoud gedurende een kortere of langere periode. In literatuur over leerlijnen wordt ook over horizontale leerlijnen gesproken. Hiermee wordt de samenhang en afstemming tussen verschillende vakken of leergebieden bedoeld.
Definitie leerlijn
‘Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden leidend naar een einddoel’.
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat een samenhangend programma een positief effect heeft op het leerrendement van leerlingen. Leerlingen leren en onthouden beter. Meer samenhang in het onderwijsaanbod kan de onderwijskwaliteit vergroten. Samenhang maakt leerstof voor leerlingen betekenisvoller en begrijpelijker.
De uitdaging
Gezien de huidige situatie met uitwerkingen van kerndoelen in leerlijnen in primair onderwijs, globale kerndoelen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en twee 'stijlen' kunstvakken (namelijk 'oude' en 'nieuwe' stijl) in havo en vwo, is de uitdaging doorlopende leerlijnen te realiseren.
E. Kunst en cultuur binnen Passend Onderwijs vo
Voor de meeste leerlingen die binnen Passend Onderwijs in het vo zitten, worden er op maat pedagogische, didactische of praktische aanpassingen gemaakt. Bijvoorbeeld leerlingen die slecht kunnen horen of zien, krijgen een plek waar ze beter kunnen waarnemen. Of voor leerlingen met ADHD wordt vooraf een duidelijke structuur aangeboden waarin ze een kunstzinnige opdracht kunnen maken.
Passend Onderwijs algemeen
Voor leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte gelden in principe de gewone kerndoelen voor het voortgezet onderwijs, behalve als er beredeneerd van afgeweken moet worden omdat een specifieke beperking dat vereist. Voor deze leerlingen worden de specifieke doelen en aanpassingen beschreven in het Ontwikkelingsperspectief (OPP). Door de grote verscheidenheid binnen dit maatwerk, is het niet eenduidig te benoemen wat er nodig is. Afhankelijk van de organisatie van het samenwerkingsverband waar de school aan deelneemt, is er ondersteuning in verschillende zwaartes. De lichtste vorm is ondersteuning binnen het basisonderwijs, de zwaarste ondersteuning wordt geboden in het voortgezet speciaal onderwijs, waar ook aparte kerndoelen voor gelden. Het middensegment bestaat uit arrangementen op maat: bijvoorbeeld een hulpklas en/of tijdelijke assistentie.