Historisch overzicht van het onderwijs in kunst en cultuur
Welke veranderingen heeft het onderwijs in kunst en cultuur vanaf de tachtiger jaren doorgemaakt?
Op deze pagina vind je per onderwijssector een historisch overzicht van het onderwijs in Kunst en cultuur. Het uitgangspunt daarbij is het wettelijk kader: de kerndoelen en eindtermen.
Ga direct naar:
A. Historische schets primair onderwijs
B. Historische schets onderbouw voortgezet onderwijs
C. Historische schets tweede fase
De volledige tekst met bronvermelding is binnenkort beschikbaar.
A. Historische schets primair onderwijs
Besluiten | 1993 | 1998 | 2006 |
---|---|---|---|
Kerndoelen | 1e generatie kerndoelen | 2e generatie (vernieuwde) kerndoelen | 3e generatie kerndoelen |
Vakken/leergebied | Tekenen en handvaardigheid, muziek, spel/bevordering van het taalgebruik (drama) en beweging (dans) |
Kunstzinnige oriëntatie(tekenen, handvaardigheid, muziek, spel/bevordering van het taalgebruik en beweging) |
Kunstzinnige oriëntatie |
Aantal kerndoelen voor kunst en cultuur |
19 (122) | 15 (103) | 3 (58) |
Vervallen | Per 1-8-1998 | per 22-3-2006 |
Toelichting op historisch overzicht kunst en cultuur in primair onderwijs
Na de ervaringen met de eerste generatie kerndoelen zijn in 1998 de kerndoelen in aantal teruggebracht en bijgesteld. Om de samenhang tussen vakgebieden te bevorderen werden in 1998 kerndoelen in grotere gehelen geordend. Waar in 1993 de kerndoelen per vak werden beschreven, werden in de wettelijk vastgestelde kerndoelen van 1998 zes leergebieden onderscheiden. Voor het leergebied kunstzinnige oriëntatie zijn in 1998 vijftien kerndoelen geformuleerd voor 'expressieactiviteiten'. Hieronder wordt verstaan: tekenen en handvaardigheid, muziek, spel/bevordering van het taalgebruik (drama) en beweging (dans). In 2006 werden de kerndoelen opnieuw herzien. Het aantal kerndoelen voor de leergebieden wordt in aantal teruggebracht en globaler beschreven. Het leergebied kunstzinnige oriëntatie omvat sindsdien drie kerndoelen (54, 55 en 56). Dit is inclusief een nieuw kerndoel over cultureel erfgoed.
Conclusie
Het aantal kerndoelen voor expressieactiviteiten/kunstzinnige oriëntatie daalde tussen 1993 en 2006 van negentien naar vijftien en in 2006 naar drie. Dit is kenmerkend voor de Nederlandse situatie en onze vrijheid van onderwijs. Hoewel in de periode 1993-2006 alle kerndoelen sterk in aantal zijn teruggebracht daalde het aantal kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie verhoudingsgewijs meer. Scholen krijgen bij kunstzinnige oriëntatie meer ruimte voor een eigen invulling dan bij de kernvakken Nederlands en rekenen/wiskunde. Dit verschil wordt nog groter door de referentiekaders Nederlandse taal en rekenen.
B. Historische schets onderbouw voortgezet onderwijs
Besluiten | 1993 | 1998 | 2006 |
---|---|---|---|
Leerjaren | Basisvorming (1 t/m 3) | Basisvorming (1 t/m 3) | Onderbouw (1 en 2) |
Kerndoelen | 1e Generatie kerndoelen | 2e Generatie (herziene) kerndoelen | 3e Generatie kerndoelen (nieuwe kerndoelen) |
Vakken/leergebied | Ten minste 2 van de volgende vakken: beeldende vorming (tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen, film, fotografie, audiovisuele vormgeving), dans, drama, muziek | Ten minste 2 van de volgende vakken: beeldende vakken (tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen, film, fotografie, audiovisuele vormgeving), dans, drama, muziek | Leergebied kunst en cultuur |
Adviesuren |
minimaal 280 uur |
minimaal 280 uur |
geen |
Aantal kerndoelen voor kunst en cultuur |
Beeldende vorming (10) |
Beeldende vakken (19) |
Leergebied kunst en cultuur (5) |
Vervallen | Per 1-8-1998 | Per 1-8-2003 |
Toelichting op historisch overzicht kunst en cultuur in de onderbouw
Met de komst van de basisvorming werd het aantal kunstvakken uitgebreid met dans en drama. Scholen moesten minimaal twee kunstvakken aanbieden. Om een minimale omvang voor de kunstvakken te garanderen werd het aantal uren voorgeschreven: 280 uur verdeeld over de drie leerjaren. Vijf jaar na de invoering is de basisvorming geëvalueerd en zijn de kerndoelen inhoudelijk herzien. Dit wordt de tweede generatie kerndoelen genoemd. Scholen mogen kerndoelen selecteren die zij willen aanbieden mits daarmee voldaan wordt aan een breed onderwijsaanbod. Met deze herziening zijn de kerndoelen waar mogelijk meer in lijn gebracht met elkaar. De landelijke discussie over de knelpunten in de basisvorming gaat na 1998 door. Scholen blijven overladenheid en versnippering ervaren. De Onderwijsraad adviseert een kerncurriculum bestaande uit 'vakken' en 'leergebieden' te ontwikkelen. Hiertoe is in 2002 de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming ingesteld. Voor de onderbouw formuleert de Taakgroep 58 globale kerndoelen. Om de samenhang tussen verwante vakken aan te geven worden leergebieden geïntroduceerd. Voor het leergebied Kunst en cultuur in de onderbouw zijn vijf kerndoelen geformuleerd. Ze zijn gericht op een brede oriëntatie op kunst en cultuur. Deze vijf kerndoelen benadrukken het gemeenschappelijke en het gelijkwaardige van de verschillende kunstvakken. De urentabel wordt afgeschaft.
Conclusie
De concrete beschrijvingen van de eerste generatie kerndoelen maken plaats voor globalere formuleringen van de tweede en derde generatie kerndoelen. Het aantal kerndoelen voor de kunstvakken werd tussen 1993 en 2006 flink gereduceerd. In de onderbouw daalde het aantal kerndoelen voor het leergebied kunst en cultuur verhoudingsgewijs sterker dan bij de andere leergebieden.
C. Historische schets tweede fase
Tweede fase (1999) |
Vernieuwde tweede fase (2007) | 2017 |
---|---|---|
CKV 1 | Culturele en kunstzinnige vorming | Culturele en kunstzinnige vorming (nieuw examenprogramma) |
Klassieke culturele vorming (vwo) | | |
Nieuwe stijl kunstvakken | Nieuwe stijl kunstvakken | |
CKV 2 | Kunst algemeen | Kunst algemeen |
CKV 3 beeldende vorming | Kunst beeldende vormgeving | Kunst beeldende vormgeving |
CKV 3 muziek | Kunst muziek | Kunst muziek |
CKV 3 drama | Kunst drama | Kunst drama |
CKV 3 dans | Kunst dans | Kunst dans |
Oude stijl kunstvakken | Oude stijl kunstvakken | Oude stijl kunstvakken |
Muziek | Muziek | Muziek |
Tekenen | Tekenen | Tekenen |
Handenarbeid | Handvaardigheid | Handvaardigheid |
Textiele werkvormen | Textiele vormgeving | Textiele vormgeving |
Toelichting op historisch overzicht kunst & cultuur in de tweede fase
De invoering van de tweede fase (1999) was tevens de introductie van Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV1,2,3). CKV 1 richtte zich op deelname aan kunstzinnige en culturele activiteiten en was voor alle havo- en vwo-leerlingen verplicht. Bij CKV 2 lag het accent op algemene cultuurgeschiedenis en de theorie van beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans en theater. CKV 3 richtte zich op de verdieping (praktijk en theorie) in een kunstdiscipline (beeldende vorming, muziek, drama, dans). De examenprogramma's voor tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen (tehatex) en muziek bleven daarnaast bestaan.
Na de evaluatie van de tweede fase in 2005 werd in 2007 de vernieuwde tweede fase ingevoerd. De examenprogramma's werden geglobaliseerd. Dit betekende minder eindtermen en een geringere detaillering van de examenprogramma's. CKV 2 en CKV 3 (beeldende vorming, muziek, drama, dans) werden vervangen door Kunst (algemeen) en Kunst (dans), Kunst (drama), Kunst (muziek), Kunst (beeldende vormgeving). De naamgeving, CKV 1, CKV 2 en CKV 3, leidde in de praktijk tot spraakverwarring. CKV 1 werd Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Sinds augustus 2014 is KCV geïntegreerd bij Grieks en Latijn. De meest recente ontwikkeling is het nieuwe examenprogramma voor CKV. Dit examenprogramma gaat in bij aanvang van het schooljaar 2017-2018 voor de leerlingen van de vierde klas havo en de vierde klas vwo. Bij het nieuwe examenprogramma is een digitale handreiking ontwikkeld.
Conclusie
Sinds de invoering van de tweede fase in 1999 bestaat er een tweedeling in de kunstvakken tussen kunstvakken 'oude stijl' en kunstvakken 'nieuwe stijl', elk met eigen examenprogramma's.
Oude stijl kunstvakken omvat de vakken Muziek en Tehatex (tekenen, handvaardigheid en textiel). Nieuwe stijl omvat Kunst (algemeen) in combinatie met Kunst (beeldende vormgeving), Kunst (dans), Kunst (drama) en Kunst (muziek). Deze in de loop der jaren ontstane tweedeling zorgt voor onduidelijkheid bij docenten en leerlingen. Het kan voorkomen dat er op één school zowel Muziek (‘oude stijl’) als Kunst (drama) in combinatie met Kunst (algemeen) wordt gegeven.
Op verzoek van het ministerie van OCW is in 2012 een Verkenningscommissie Kunstvakken geïnstalleerd met de opdracht te onderzoeken hoe er een einde zou kunnen komen aan de tweedeling. In het rapport van deze Verkenningscommissie Kunstvakken (2012) zijn hiervoor aanbevelingen gedaan. In juni 2014 is door het ministerie van OCW besloten de twee hierboven geschetste systemen in stand te houden om eerst meer duidelijkheid te hebben over het voortbestaan van CKV. CKV blijft als verplicht examenvak bestaan. Het examenprogramma voor CKV is inmiddels vernieuwd.