De nieuwe kleren van...
Project: Mijn wereld zonder grenzen
Lesvoorbeeld samenhang, groep 1 t/m 4
In de school, waar deze opdracht uitgevoerd is, zijn de kernconcepten van het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld leidend voor de inhoud van projecten. Binnen dit project wordt het kernconcept Tijd & Ruimte als uitgangspunt genomen en gaan leerlingen aan de slag met het verkennen van hun eigen omgeving. Tijdens een wandeling in de naaste omgeving van de school bekijken ze de verschillende landschappen die ze tegenkomen. De school ligt in een ingepolderd gebied en is omgeven met water. Deze verkenning vormt de opstap voor een project waarbij leerlingen de wereld onder water gaan vormgeven: leerlingen ontwerpen een kostuum waarmee ze onder water kunnen leven. Dit kostuum wordt in de vervolgopdracht gebruikt voor een theaterstuk.
Op basis hiervan krijgen de leerlingen de volgende opdracht:
Ontwerp een kostuum waarmee je onder water kunt leven. Denk daarbij aan vormen waarmee je je kunt voortbewegen, kunt ademen onder water en het gebruik van (schut)kleuren.
Onderstaande fragmenten geven een beeld van (een deel van) de onderzoekende en uitvoerende fase van het creatieve proces. In de oriënterende fase hebben leerlingen hun omgeving in kaart gebracht, zijn ze gaan wadlopen en hebben ze verschillende onderwaterdieren onderzocht. Daarnaast heeft de leerkracht het prentenboekje 'het mooiste visje van de zee' voorgelezen en hebben ze onderzocht welke materialen geschikt zijn voor een kostuum waarmee je onder water kunt leven.
Het totale lesvoorbeeld (incl. competenties, leerdoelen, beoordelingscriteria en vervolgopdracht) vind je hiernaast in de pdf.
Onderzoeken
Introductie
De leerkracht geeft instructie over materiaalgebruik en bevestigingstechnieken:
Basis voor kostuum is een (wegwerp)schildersoverall: hierop worden met kosteloos materiaal en tape (of lijm/nieten/knopen) vormen geplakt: vinnen, schubben, staarten, enz. Ook wordt het kostuum betekend of beschilderd: vlekken, strepen, stippen enz. De leerkracht haalt hierbij de ideeën nog eens aan die op het plaatjes – en woordweb staan.
|
Aan de slag
De leerlingen gaan aan de slag. De juf laat de leerlingen in groepjes werken, loopt rond en checkt of de groepjes aan de slag kunnen. De leerlingen onderzoeken welke materialen en vormen ze kunnen maken, wat het beste past bij hun ideeën, hoe ze dit het beste kunnen bevestigen en welke kleuren en versieringen daar het beste bij passen. Ze ontwerpen het kostuum en voeren het tegelijkertijd uit.
|
Aan de slag – reflecteren
Wanneer de leerlingen een eindje op weg zijn reflecteert de leerkracht met een groepje leerlingen op het ontwerp. Daarbij legt ze steeds een relatie tussen de ontwerpcriteria van de opdracht en het werkstuk.
|
Tussentijdse evaluatie
Wanneer de leerlingen klaar zijn bekijken ze het kostuum samen met de leerkracht. De leerkracht vraagt of ze het ontwerp geslaagd vinden en of ze het helemaal af vinden.
|
Afsluiting
Daarna sluit de leerkracht de les (voorlopig) af. Ze vraagt elk groepje hoe het werkproces is verlopen en of ze tot nu toe tevreden zijn over het resultaat.
|