omgaan met verschillen

28 januari 2020

Omgaan met verschillen In de groep

In groep 5 zitten leerlingen uit diverse culturen en met verschillende achtergronden. De leerlingen hebben verschillende onderwijsbehoeften. Zo heeft de leerling met ADHD meestal veel aansturing nodig, maar werkt hij in deze les relatief rustig. De vaste structuur en de rustige consequente benadering van de leerkracht geeft de leerling duidelijkheid en rust. Ze stuurt hem steeds op tijd bij als hij een aanzet maakt tot té druk gedrag of als hij zich niet aan de regels houdt.
Ze spreekt hem rustig aan als een soort innerlijk geweten zegt ze "weet je nog…" Hij lijkt voldoende vrijheid te krijgen om aan zijn impulsieve manier van werken gehoor te kunnen geven. De leerkracht laat hem zijn gang gaan en als het lijkt te mislukken, geeft ze aanwijzingen en laat het hem verder zelf ontdekken hoe het beter kan.
Fragment 4c
De leerling die moeite heeft met taal werkt hard door, is heel beweeglijk en praat veel in zichzelf en tegen anderen.
Fragment 4d
De leerkracht geeft feedback. Het meisje wil graag zelf bepalen en onderhandelt. Ze is heel direct en ondanks dat ze zich moeilijk kan uitdrukken is ze niet bang om haar wensen duidelijk te maken. Ze mag aan de groep vertellen wat ze heeft gemaakt en niemand lacht om haar warrige en enthousiaste verhaal. Eigenheid wordt gestimuleerd. De hoogbegaafde leerling en de kunstzinnige leerling lijken aanvankelijk veel tijd nodig te hebben om tot een vorm te komen die ze willen. Vooral het hoogbegaafde meisje lijkt wat onzeker over wat ze wil en kan maken. Ze krijgt extra feedback.

In een nagesprek laat de leerkracht weten dat zij de leerlingen vooral wil stimuleren. Ze laat de leerlingen hun gang gaan, biedt hen ervaring en ontdekking, maar ze stelt zeker wél impliciet eisen. Ze neemt niet overal genoegen mee. Dat weten de leerlingen ook. De leerkracht geeft aan dat de kunstzinnige leerling en de hoogbegaafde leerling, maar ook sommige andere leerlingen, gewoon langere 'opstarttijd' nodig hebben. Deze leerlingen zijn vaak preciezer of eisen meer van zichzelf. Je kunt deze leerlingen beter loslaten en ze die tijd geven. Ze vindt het heel belangrijk om de opdracht goed in te leiden. Dit stimuleert de aandacht en de fantasie van leerlingen. De leerlingen werden ook gevraagd om mee te denken over het materiaal dat gebruikt kon worden en hebben dit soms ook zelf van thuis meegenomen. Lessen beeldende vorming vormen, volgens leerkracht, nog weleens een struikelblok voor leerlingen die extra veel aandacht nodig hebben, impulsief en/of heel druk zijn. In deze les valt het op dat ze binnen een vaste structuur goed kunnen werken. Ze krijgen tijd en vrijheid binnen vaste regels. Het is duidelijk wat er verwacht wordt. Wanneer de les beëindigd wordt valt dat nog eens extra op: de leerlingen ruimen allemaal zelfstandig en op eigen initiatief op, maken schoon, halen geen geintjes uit met de lijm. De leerlingen zijn ondanks alle extra mensen in de groep (5 volwassenen) en relatief rustig aan het werk.

Omgaan met verschillenadvies op schoolniveau vanuit het project De Kinderkunstweek
In het themaboek van de Kinderkunstweek 'Kunst, natuurlijk', dat voor het komende project voor 2015 is geschreven, staat als aandachtspunt bij deze les het volgende geschreven:

Tips voor het speciaal onderwijs:
"Wat ik voel lijkt op een… monster!
Geschikt voor SO- en VSO-leerlingen. Doe dit in een klein groepje. Het is nogal veel om te onthouden. Herhaal steeds wat er bedacht is en probeer tot een eenvoudige vorm te komen. Als het fantasiebeest getekend wordt, kun je dit stap voor stap begeleiden. Blijf vragen en herhalen hoe het beest er uit komt te zien en geef waar nodig aanwijzingen."