Media-educatie

9 maart 2023

Media-educatie is er op gericht leerlingen inzicht te verschaffen in de symbooltaal, de vorm en inhoud van media. Leerlingen worden zich bewust van de rol en de plaats van media in de maatschappij, zoals digitale en sociale media. Leerlingen kunnen er betekenissen aan toekennen en leren dat media en de betekenis ervan beïnvloedbaar zijn. Media-educatie beoogt dat leerlingen zichzelf niet alleen zien als gebruiker van media en populaire cultuur, maar ook als maker. Leerlingen krijgen inzicht in de manier waarop media wordt geproduceerd door analyse en reflectie. Door het zelf produceren van beelden, tekst en geluid  krijgen leerlingen grip op deze symbooltaal. Media-educatie heeft daardoor een nauwe relatie met kunstzinnige oriëntatie.

Media-educatie binnen kunstzinnige oriëntatie

Media-educatie, mediawijsheid en populaire beeldcultuur kunnen binnen kunstzinnige oriëntatie niet los van elkaar gezien worden. In Nederland wordt sinds 2005, in het kader van media-educatie, steeds vaker gesproken van mediawijsheid. Mediawijsheid is, in de definitie van de Raad voor Cultuur, "het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld" (2005). Het is van belang dat je, als leerling, begrip van media hebt, dat je media kunt gebruiken en ermee kunt communiceren en dat je kunt reflecteren op je eigen mediagebruik.
De raakvlakken tussen media-educatie en kunstzinnige oriëntatie zijn in de afgelopen decennia steeds groter geworden. In dit leerplankader wordt er dan ook vanuit gegaan dat aspecten van media-educatie en mediawijsheid aan de orde komen bij kunstzinnige oriëntatie; zowel binnen (re)productieve vaardigheden, als bij de vaardigheden receptie en reflectie:

Productie
Leerlingen zijn vaak thuis bezig met technieken als fotobewerking, animatie, games, muziek componeren of film. Daarbij kijken ze televisie, spelen digitale spelletjes en communiceren via sociale netwerken met elkaar.
Ze leren beeldende mogelijkheden van diverse materialen en technieken te onderzoeken en te variëren met beeldaspecten om hun ideeën vorm te geven. Eén van die technieken is de audiovisuele techniek. Leerlingen leren deze technieken te hanteren en functioneel in te zetten tijdens het creatieve proces. De leerling gebruikt ze bijvoorbeeld bij de fase van onderzoek (zoals filmen of fotograferen van verschillende situaties) of bij het maken van een product (zoals muziek componeren via de computer, een filmpje monteren, een website maken of foto's bewerken). Bij kunstzinnige oriëntatie kan daarbij het accent gelegd worden op de artistieke verwerking van deze technieken.

Receptie
Onderwerpen en thema's uit de populaire beeldcultuur sluiten aan bij de leefwereld van de leerlingen. Zo kunnen (digitale) media ingezet worden bij de fase van oriëntatie (zoals bij het beschouwen van een film, computerspel of een videowerk).

Reflectie
Door onderwijs in kunstzinnige oriëntatie leren leerlingen zich uit te drukken in hun eigen taal. Ze leren over zichzelf:  hoe ze hun waarnemingen, hun ervaringen, hun gevoelens, hun gedachten, hun fantasieën en hun ideeën in bijvoorbeeld beelden en klanken kunnen vormgeven. Ze leren wat muziek met hen doet. De leerling kan zijn proces en product bijvoorbeeld ook digitaal evalueren; hoe vinden mijn 'vrienden' mijn werk? Hoeveel 'likes' krijg ik? In dit proces reflecteert de leerling niet alleen zijn creatieve proces maar communiceert hij dit proces met anderen. Hij stapt als het ware buiten het schoolgebouw met zijn werk. Door de sociale media in te zetten bij de evaluatie zal de leerling ook inzicht krijgen in de werking ervan. Daarnaast maakt het de leerling kritisch: waarom doe ik het (zo) en kan het ook anders?

Kunstzinnige oriëntatie kan ook betekenisvolworden door aan te sluiten bij de professionele kunst. De leerkracht kan de leerstof verdiepen door actuele kunst aan te reiken, waarbij kunstenaars zich richten op de werking van massamedia en populaire cultuur. Heijnen (2009) zegt hierover: "…duidelijk zichtbaar is dat hedendaagse kunstenaars met hun werk veelvuldig kritisch ingaan op de rol die massamedia spelen in onze samenleving. Deze kunstenaars reflecteren op twee niveaus op de werking van massamedia: ze thematiseren een onderwerp uit de media in hun werk dan wel maken gebruik van technieken (video, computers) die de massamedia ook gebruiken, maar dan nét even anders." Bij een betekenisvolle opdracht binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie kan (nieuwe) media ingezet worden als doel (bijvoorbeeld door met leerlingen massamedia te beschouwen, waarbij ze vervolgens rondom dit thema aan de slag gaan binnen kunstzinnige oriëntatie) of als middel (waarbij nieuwe media als materiaal en techniek worden ingezet tijdens het creatieve proces).

Bronnen

Altena, A. (2009). De computer als creatieve toverdoos. In A. Twaalfhoven (eds.), Boekman 75 Kunst en digitalisering 75.

Buckingham, D. (2003). Media Education. Cambridge: Polity Press.

Haanstra, F. (2011). Authentieke kunsteducatie: een stand van zaken. In R. van Gerwen, L. Green, J. Gullikers, F. Haanstra & B. Wilson. J., Cultuur + Educatie 31: Authentieke Kunsteducatie (pp. 8 – 35). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.

Heijnen, E. (2009). Media-educatie als verrijking van beeldend onderwijs. In A. Burn, C.P. Buschkühle, P. Duncum, E, Heijnen & H. Marten, Cultuur + Educatie 26. Media + Kunst + Educatie: internationale ontwikkelingen in media- en kunsteducatie (pp. 10-32). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. 
 
www.kennisnet.nl (n.d.). Geraadpleegd op 30 januari 2014, van www.kennisnet.nl.

www.mediawijzer.net (n.d.) Geraadpleegd op 30 januarir 2014, van www.mediawijzer.net.

Ministerie van OCW. (2008). Mediawijsheid. Kabinetsvisie 18 april 2008. Den Haag: Ministerie van OCW.