Samenhang in het leerplan
Met samenhang in het leerplan wordt de horizontale afstemming bedoeld binnen het curriculum van een school. Het gaat hier vooral om de mate waarin verschillende vakken en/of leergebieden geïntegreerd worden aangeboden. Naast een horizontale afstemming wordt er vaak gesproken over een verticale afstemming van het leerplan: een (doorlopende) leerlijn. Het gaat dan om een doorloop van afzonderlijke vakken of leergebieden door de schooljaren heen. Samenhang in een curriculum, zoals het programma voor kunstzinnige oriëntatie, kan het leren van leerlingen bevorderen (Kuiper, 2008).
In het leerplankader kunstzinnige oriëntatie speelt samenhang op verschillende punten een rol. Het kan daarbij gaan over:
- De integratie tussen de kunstvakken: beeldende vorming, muziek, dans, drama en cultureel erfgoed.
- De integratie van het leergebied kunstzinnige oriëntatie en andere leergebieden en/of schoolvakken.
- De relatie tussen het leergebied kunstzinnige oriëntatie en de algemene opdracht van het onderwijs tot brede vorming.
- De onderlinge relatie tussen de kerndoelen van het leergebied kunstzinnige oriëntatie.
- De afstemming tussen binnen- en buitenschoolse vormen van kunstzinnige oriëntatie.
De keuze voor een meer samenhangend leerplankader kunstzinnige oriëntatie kan worden voorzien van een aantal argumenten. Zo is er het didactische argument dat samenhang binnen het leerplan zorgt voor betekenisvoller leren en dat het bijdraagt aan betere leeropbrengsten (Van Boxtel et al., 2009, Haanstra, 2009). Werken in samenhang kan tevens (andere) leeropbrengsten opleveren die (beter) zouden aansluiten bij dat wat de samenleving vraagt aan competenties. Er zijn ook organisatorische argumenten, zoals dat samenhang zorgt voor 'minder handen voor de klas'. Daarnaast is er binnen de professionele kunsten, mede onder invloed van nieuwe media, sprake van integratie van verschillende kunstzinnige vakdisciplines (denk daarbij aan games en animaties).
Daartegenover staan argumenten waarbij zaken genoemd worden als het ontbreken van een kennisbasis voor het vak door te weinig diepgang. Ook de onmogelijkheid van vakintegratie wordt daarbij genoemd, vanwege de (grote) verschillen tussen vakken. Het gebrek aan professionele vakleerkrachten om invulling te geven aan vakintegratie zou tevens een belemmering zijn om samenhang in een leerplan in te voeren.
De empirische onderbouwing van de voor- en tegenargumenten, ten aanzien van samenhang van vakken binnen het kunstonderwijs, is overigens vooral gebaseerd op kleinschalig onderzoek, waarbij op dit moment nog niet kan worden vastgesteld of kinderen beter dan wel slechter uit de verf komen binnen een samenhangend leerplan voor kunstonderwijs (Winner et al., 2013, Van Boxtel et al., 2009, Haanstra, 2009).
De onderliggende onderwijsvisie blijkt echter van cruciaal belang voor de beoordeling van het slagen, danwel mislukken, van een samenhangend leerplan. Op basis van deze onderwijsvisie worden de doelen en inhouden van het onderwijs bepaald. We onderscheiden daarbij de volgende visies:
- De ontwikkelingsgerichte visie
De ontwikkeling van kinderen staat centraal. Hiertoe worden ook de meer algemene cognitieve vaardigheden (het leren leren) en de 21e eeuwse vaardigheden gerekend. - De vakgerichte visie
Hierbij gaat het vooral over de formele vakinhouden en –vaardigheden van, bijvoorbeeld, de kunstvakken. - De maatschappijgerichte visie
De inhoud van het onderwijs wordt vooral gestuurd vanuit maatschappelijk perspectief door middel van betekenisvolle opdrachten
Binnen het leerplankader kunstzinnige oriëntatie komen concretiseringen van alle drie de visies voor. Volgens Letschert (2002) gaat het ook niet zozeer om een keuze, maar veel meer om het vinden van een balans tussen deze drie visies. Onderwijs van kwaliteit in kunstzinnige oriëntatie vraagt om betekenisvolen levensecht onderwijs (Haanstra, 2009). Het gaat er om dat kinderen leren verbeelden, betekenis leren geven aan hun leefwereld en de waarde van cultureel erfgoedleren kennen. Een samenhangend leerplan, in welke vorm dan ook, is een middel om dat doel te bereiken.
Bronnen
Boxtel, van, C., Bulthuis, H., Hooghuis, F., Mulder, B.J., Smulders, P. Stam, B., … , Weme, de, B. (2009). Vakintegratie in de mens- en maatschappijvakken. Theorie en praktijk. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijkvakken en Landelijk Expertisecentrum Economie en Handel.
Haanstra, F. (2009). Integratie van kunstvakken: een literatuuroverzicht. In Haanstra, F., Hagen, T., Konings, F. (2009). Grenzen aan samenhang. De kunstvakken in de vernieuwde onderbouw van het onderwijs. Amsterdam: Amsterdams Hogeschool voor de Kunsten. (p. 50 – 59).
Kuiper, W. (2008). Hoe leerlingen leren. Presentatie tijdens SLO Academie op 6 maart 2008.
Letschert, J. (2002). Al dat hout bij de haard… Over samenhang in de kunstzinnige oriëntatie in de basisschool en opleiding. Enschede: SLO.
Roozen, I., Oosterloo, A., Klein Tank, M. (2011). Vakken in samenhang. Een digi(bord)boek voor samenhang tussen kunstzinnige oriëntatie, taal en wereldoriëntatie. Enschede: SLO.
Winner, E., Goldstein, T.R., Vincent-Lancrin, S. (2013). Art for Art's Sake?: The impact of arts education. Educational Research and Inn ovation, OECD Publishing.
http://dx.doi.org/10.1787/9789264180789-en