Leraar basisonderwijs
De groep leerlingen in het basisonderwijs die thuis een andere taal spreekt, al dan niet naast het Nederlands, neemt toe.
Op deze pagina vind je informatie hoe je de meertaligheid van leerlingen een plek geeft in de lespraktijk.
Leerlingen worden zich bewust van hun meertaligheid
Een eerste, belangrijke stap is het erkennen en waarderen van de meertaligheid van leerlingen, ook wel talensensibilisering genoemd. Maak zichtbaar welke talen jouw leerlingen beheersen en laat zien dat alle talen even waardevol zijn. Hiermee geef je alle talen een plek in de klas. Leerlingen zullen zich bewust worden van hun eigen meertaligheid en die van hun klasgenoten.
In de praktijk
Het taalportret is een opdracht om te inventariseren welke talen en dialecten er in de klas gesproken worden. Ook het woord welkom of hallo, in diverse talen en dialecten op de deur, laat zien dat alle talen welkom zijn in de klas. Zo maken leerlingen kennis met verschillende talen en maak je ze enthousiast voor die talen door ze te wijzen op overeenkomsten en verschillen tussen talen en culturen. Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen en voelen zich veiliger als er ruimte is voor meertaligheid. Positieve aandacht voor de meertaligheid van je leerlingen beperkt zich dan ook niet tot de lessen Nederlands of Engels, integendeel. Je kunt bij alle lessen aandacht besteden aan meertaligheid.
Leerlingen denken na over taal en taalvariatie
Leerlingen komen gedurende een dag in aanraking met verschillende talen en taalvariaties. Door daarover in gesprek te gaan, ervaren leerlingen de waarde van talen en variaties en leren ze inzien wat de meerwaarde van deze talenkennis is.
In de praktijk
In een klassengesprek met leerlingen bespreek je welke talen leerlingen gedurende de dag horen in muziek, spreken en lezen in games en hoe hen dat in verschillende situaties verder brengt.
Leerlingen gebruiken hun meertaligheid
Leerlingen bouwen bij het leren van het Nederlands of een nieuwe taal voort op de talenkennis die ze al beheersen. Ook bij nieuwe leerstof bij andere vakken gebruiken ze hun talenkennis. De talen die ze beheersen, kunnen ze niet stopzetten in hun hoofd. Zonde dus om deze talen niet te benutten in de klas.
In de praktijk
Stimuleer leerlingen om hun talenkennis te gebruiken op momenten die jij met de leerlingen afspreekt. Ze overleggen bijvoorbeeld bij wereldoriëntatie in de thuistaal, gebruiken vertaalwoordenboeken bij een leesopdracht of bereiden een schrijfopdracht voor in het Turks, Pools of dialect, waarna ze in het Nederlands gaan schrijven. Zo zijn leerlingen tegelijkertijd bezig met het leren van de Nederlandse taal en het leren van nieuwe vakinhoud. Ze ontwikkelen vakinhoud en versterken hun thuistaal, wat weer helpt bij het ontwikkelen van de Nederlandse taal.
Leerlingen breiden hun talig repertoire uit
Op de basisschool leren alle leerlingen Engels als vreemde taal. Veel leerlingen beheersen ook al andere talen. Ze horen verschillende talen om zich heen en spreken soms andere talen met familie of vrienden. Onderzoek laat zien dat het inzetten van meertaligheid leerlingen helpt bij het leren van een nieuwe taal (o.a. Busse et.al., 2020).
In de praktijk
Bij het leren van een nieuwe taal bouwen leerlingen voort op de kennis en vaardigheden die ze al hebben in andere talen en op hun kennis van de wereld (Cummins, 1981). Stimuleer je leerlingen om hun meertaligheid in te zetten bij het leren van andere talen, zoals Engels. Een voorbeeld: je bent bezig met het thema the zoo. De leerlingen maken een poster over een dierentuin met plaatjes en de bijpassende woorden in het Engels en in de andere talen die ze al kennen. Zo gebruiken ze de talenkennis die ze al hebben om een nieuwe taal te leren. Daarmee zien ze dat woorden in verschillende talen soms op elkaar lijken, bijvoorbeeld zebra en tiger.
Meertaligheid in het ERK
Het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) beschrijft wat leerlingen kunnen doen in een vreemde taal, per vaardigheid en per niveau. Op een groot deel van de leerlingen in het basisonderwijs zijn voor Engels de niveaus A1 en A2 van toepassing. In het ERK speelt het benutten van meertaligheid een grote rol. Bijvoorbeeld in de beschrijving van meertalig begrip op niveau A1: Kan internationaal gebruikte woorden en woorden die voorkomen in verschillende talen (bijvoorbeeld Haus/huis/house) herkennen.
Een ander voorbeeld is de beschrijving voortbouwen op meertalig repertoire op niveau A1:
Kan een zeer beperkt repertoire in verschillende talen gebruiken om een zeer elementaire, concrete, alledaagse transactie uit te voeren met een welwillende gesprekspartner.
Meer over meertaligheid in het ERK
Suggesties hoe je meertaligheid in de klas en op school een plek geeft: