How people learn
Learning takes place when someone is continuously building connections to prior knowledge through interactions with the world and reflective thinking"
James Zull
De invloedrijke publicatie How People Learn1 heeft nieuwe inzichten over leren opgeleverd die kunnen helpen een didactiek van modelleren te ontwikkelen. Het is nu bekend dat diep leren een proces is van fysieke verandering in de hersenen. In essentie komt het neer op het leggen van nieuwe verbindingen en het versterken van bestaande verbindingen tussen de synapsen in het brein. Het proces van neurologische veranderingen in het brein dat we leren noemen, wordt sterk gestimuleerd door drie interventies:2,3
- Fysieke interactie met het onderwerp van onderzoek (waarneming, demonstratie, experiment) met een actieve rol van leerlingen;
- Communicatie met anderen, bijvoorbeeld door discussies met klasgenoten en de confrontatie met andere gezichtspunten. Alleen al het feit dat dit dwingt tot het vormen van eigen ideeën, in woord en schrift, heeft een sterk positief effect;
- Visuele verbeelding van elementen en processen. Schetsmatige modelvorming moet al plaatsvinden in het eerste stadium van conceptualisatie, en een visuele representatie moet voorafgaan aan formele definities.
Volgens deze inzichten is leren een cyclisch proces dat begint met concrete ervaringen en primaire waarnemingen die er vervolgens toe leiden dat er een verbinding wordt gelegd met al bekende kennis. De volgende stap bestaat uit een hypothese over dit verband gevolgd door een handeling met het doel deze hypothese te testen.
Al eerder had David Kolb4 in 1984 het idee van een leercyclus ontwikkeld. Volgens Kolb zijn er vier herkenbare fasen van leren: concreet ervaren, reflectief waarnemen, abstract conceptualiseren en actief experimenteren en testen. Diep en permanent leren vereist dat alle fasen (meerdere keren) worden doorlopen.
Fig 2.4 Leercyclus van Kolb
- Concreet ervaren: het leren kan beginnen met een concrete hier-en-nu-ervaring in een bepaalde context.
- Reflectief waarnemen: dit wordt gevolgd door reflectieve observaties betreffende de ervaring waarbij een verband wordt gelegd met bestaande kennis. De gegevens worden geanalyseerd en patronen geïdentificeerd.
- Abstract conceptualiseren: de conclusies uit deze analyse leiden tot abstracte begripsvorming over de situatie waarin de ervaring werd opgedaan. In deze fase worden nieuwe begrippen en concepten verwerkt.
- Actief experimenteren: het bereikte inzicht kan leiden tot actief vragen stellen en het opnieuw bezien van de situatie.
- Verankeren: de nieuwe kennis wordt geconsolideerd door terugkoppeling naar andere situaties en ervaringen.
Een cyclus kan ook in een andere fase starten, een leerling kan bijvoorbeeld vanuit een abstractie over nieuwe voorspellingen nadenken, en daar een experiment bij zoeken, of al experimenterend op verrassende nieuwe ervaringen stuiten. Leren is een, vaak chaotisch, heen en weer gaan tussen deze fasen, waarbij soms fasen worden overgeslagen of het leren tijdelijk stokt zonder bevredigende uitkomst.
Deze conclusies van leeronderzoek, in het bijzonder het cyclische karakter van het leerproces en het leereffect van de drie boven genoemde interventies, fysieke interactie, communicatie, visuele verbeelding zijn een belangrijke richtlijn voor effectief (modelleer)onderwijs. |
1. J. D. Bransford, A. L. Brown & R. R. Cocking, eds., How People Learn, National Academy Press (1999)
2. J.E. Zull, The Art of Changing the Brain, Stylus Publishing (2002)
3. J.E. Zull, The Art of Changing the Brain (2010)
4. D. A. Kolb, Experiential Learning: Experience as the source of learning and development, Prentice Hall (1984)