Doelen


Van de tien kerndoelen Nederlands voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs uit 2004 gaat er een over spelling: Kerndoel 2 De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.

Ook de eindtermen Nederlands voor vmbo-t en havo/vwo zeggen niet meer dan dat de leerling zich aan de conventies voor geschreven taal moet kunnen houden.

Suggestie voor meer uitgewerkte doelen
Het kerndoel is slechts richtinggevend. Scholen en uitgevers werken het uit en bepalen welk niveau leerlingen aan het eind van de onderbouw moeten bereiken. Effectief spellingonderwijs is gebaat bij duidelijke doelen. Een voorstel:

  1. De leerling ontwikkelt een spellingge​weten: hij heeft de wil om foutloos te spellen.
  2. De leerling ontwikkelt een spellingbewustzijn: hij kan zijn eigen spelling controleren en verbeteren met behulp van zijn kennis van de spellingregels.
  3. De leerling kent het verschil tussen schrijftaal (als standaardtaal) en spreektaal in geschreven vorm (MSN, SMS en dergelijke) en weet in welke situaties hij schrijftaal moet gebruiken.
  4. De leerling weet dat spelfouten in schrijftaal hem in het maatschappelijk verkeer zwaar worden aangerekend en dat dit in het bijzonder geldt voor fouten in de werkwoordsspelling.
  5. De leerling kent de taalkundige ​principes die ten grondslag liggen aan de Ned​erlandse spelling in voldoende mate om te kunnen begrijpen waarom we niet schrijven/spellen zoals we spreken.
  6. De leerling kent de beschikbare hulpmiddelen voor spellingcontrole, gebruikt deze om zijn teksten te controleren en reviseert zijn teksten waar nodig.
  7. De leerling kent de regels die ten grondslag liggen aan de spelling van de werkwoordsvormen, controleert zijn spelling van de werkwoordsvormen met behulp van algoritmen, en verbetert deze waar nodig.
  8. De leerling kent de communicatieve functie van de voornaamste leestekens en brengt op de juiste plaatsen in de zin de juiste leestekens aan. ​