Ontwerpinstrument

28 juni 2019

Geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs is uiteindelijk gericht op tekstvaardigheid, op het effectief leren hanteren van verschillende genres in verschillende contexten. Voor de didactische vormgeving van dit onderwijs maken we gebruik van een zogeheten onderwijsleercyclus (Burns & Joyce, 1991). In zo’n cyclus komen de volgende zaken tot uitdrukking:​

IL Figuur GLS_02

  • Lezen en schrijven zijn in één en dezelfde onderwijsleercyclus opgenomen, omdat het onderwijs daarin hetzelfde doel beoogt, namelijk tekstvaardigheid (en meer algemeen: geletterdheid). Binnen die onderwijsleercyclus kennen zij wel elk hun eigen specifieke activiteiten, bijvoorbeeld verwerking bij lezen en feedback & revisie bij schrijven.
  • Het gaat om onderwijzen én leren, dus om de samenhang tussen de activiteiten van de leraar en die van de leerlingen. Gegeven een tekst in een specifieke context (bijvoorbeeld een uitleg over ‘het weer’ bij aardrijkskunde) selecteert de leraar een aspect van tekstvaardigheid (bijvoorbeeld de verwoording van causale verbanden). De leraar laat zijn leerlingen zien hoe dit aspect van tekstvaardigheid werkt en ondersteunt hen tijdelijk bij het toepassen ervan, opdat zij het uiteindelijk zelfstandig kunnen. Zo’n tijdelijke ondersteuning op weg naar zelfstandigheid wordt scaffolding genoemd.
  • Het gaat om een cyclisch proces waarbinnen verschillende fasen te onderscheiden zijn en waarbij verschillende cycli elkaar opvolgen: de uitkomst van één doorloop van de cyclus legt een basis voor een volgende doorloop. Binnen één doorloop van de cyclus kan de nadruk op lezen liggen of op schrijven. Bovendien is er in zo’n doorloop sprake van een voorkeursvolgorde, waarbij de fasen allemaal, maar elk wel meer of minder uitvoerig aan de orde komen. Het didactisch handelen van de leraar is achtereenvolgens te benoemen als oriënteren, instrueren, begeleiden, stimuleren en evalueren.