Genres

19 december 2019

In geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs (GLS) is de samenbindende factor de wijze waarop in teksten betekenis wordt gerealiseerd: de schrijver geeft betekenis met een tekst; de lezer geeft betekenis aan een tekst.

Teksten kunnen op verschillende manier benaderd worden. Wij kiezen voor een systematisch functionele benadering waarin de vraag voorop staat welk sociale doel de tekst beoogt en met welke taalmiddelen dat doel tot uitdrukking wordt gebracht. Kernbegrip in deze benadering is genre (Martin & Rose, 2008; Van der Leeuw & Meestringa, 2014). Met genre verwijzen we naar het sociale doel van een tekst.

In de context van het onderwijs onderscheiden we negen genres: vertelling, verhaal, verslag, beschrijving, procedure, verklaring, beschouwing, betoog en respons. In de verwoording van het sociale doel zijn doorgaans een aantal stadia te onderscheiden. Elk genre kent zijn eigen specifieke stadia. Zo zien we bijvoorbeeld in een beschouwing eerst een kwestie, vervolgens een aantal perspectieven op die kwestie en ten slotte een positie ten opzichte van die perspectieven.

Overzicht van in het onderwijs veel voorkomende genres

De Vertelling

​Het doel is vanuit een persoonlijke ervaring te vertellen over een opeenvolging van gebeurtenissen. De stadia zijn: Oriëntatie ^ Ervaringen (^ Persoonlijk commentaar).​

​Het Verhaal

​Het doel is te onderhouden door een opeenvolging van gebeurtenissen
gevoelens te delen en/of eventueel gedrag te beoordelen.
​De stadia zijn: Oriëntatie ^ Complicatie ^ Oplossing (^ Evaluatie).

​Het Verslag

​Het doel is chronologisch een gebeurtenis te beschrijven. ​De stadia zijn: Identificatie ^ Gebeurtenissen.

​De Beschrijving

​Het doel is een zaak of gebeurtenis te specificeren en te classificeren. ​De stadia zijn: Identificatie ^ Specificatie.

​De Procedure

​Het doel is beschrijven (instrueren) hoe je iets moet doen, hoe te handelen. ​De stadia zijn: Doel ^ Benodigd materiaal ^ Stapsgewijze instructie.

​De Verklaring

​Het doel is een gebeurtenis uit te leggen en te interpreteren. ​De stadia zijn: Identificatie van het fenomeen ^ Verklaring van de sequentie
(bijvoorbeeld in factoren of oorzaak en gevolg).

​De Beschouwing

​Het doel is een onderwerp of kwestie vanuit verschillende
perspectieven te onderzoeken.
​De stadia zijn: Kwestie ^ Perspectieven ^
Positie.

​Het Betoog

​Het doel is een stelling te beargumenteren. ​De stadia zijn: Stelling ^ Argumenten ^ Bevestiging van de stelling.

​De Respons

​Het doel is te reageren op een cultuuruiting (tekst, beeld en/of
geluid).
​De stadia zijn: Oriëntatie ^ Beschrijving ^ Evaluatie.

^ = volgt op