Laaggeletterdheid

5 december 2023

Om goed te kunnen participeren in de samenleving is geletterdheid onontbeerlijk: leerlingen moeten leren omgaan met een grote diversiteit aan gesproken en geschreven teksten. In het onderwijs Nederlands wordt aan deze geletterdheid gewerkt: leerlingen leren lezen en schrijven. Toch is maar liefst 2,5 miljoen mensen in Nederland van 16 jaar en ouder laaggeletterd. Tweederde van deze mensen is van Nederlandse afkomst. Meer informatie over feiten en cijfers. Bijna twee op de tien 15-jarigen is laaggeletterd; ruim één op de tien is hooggeletterd. De Leesmonitor rapporteert bovendien dat de kloof tussen zwakke en sterke lezers de laatste jaren groeit.

Wat is laaggeletterdheid?

Mensen die laaggeletterd zijn, hebben grote moeite met lezen en schrijven, maar ze zijn geen analfabeet. Laaggeletterde mensen hebben onder meer moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie, het invullen van formulieren en het voorlezen aan kinderen. Ze beheersen het Nederlands niet op het eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3. Vaak blijven ook de rekenvaardigheden achter.

Laaggeletterdheid heeft flinke gevolgen. Zo kan het tot schaamte en onzekerheid leiden, en afhankelijkheid veroorzaken. Laaggeletterde mensen hebben gemiddeld genomen een slechtere gezondheid en minder goede kansen op de arbeidsmarkt.

Laaggeletterdheid aanpakken

Om laaggeletterdheid te voorkomen en achterstanden te verkleinen is een goede basis – ‘gelijke startkansen’ – essentieel. Zo kunnen verschillen in vaardigheden tussen jonge kinderen met verschillende kenmerken en achtergronden beperkt worden en onderwijskansen vergroot. Het actieprogramma Tel mee met Taal beoogt laaggeletterdheid aan te pakken door zowel het lezen zelf te bevorderen als het het plezier in lezen te vergroten. Stichting Lezen & Schrijven zet zich in om laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen. Meer informatie over wat wij doen.

Laaggeletterdheid in het onderwijs

Al in de vroeg- en voorschoolse educatie zijn de verschillen in geletterdheid groot, bijvoorbeeld de woordenschat. In het po en vo hebben veel leerlingen een negatieve leeshouding, een lage motivatie om te lezen en weinig vertrouwen in de eigen leesprestaties. Ze zijn goed in zoekend lezen, maar minder bekwaam in begrijpend lezen. In het vo zijn de problemen op het vmbo het grootst: met name zwakke lezers lezen alleen verplichte kost, en weinig tot geen fictie. Positief is dat het gemiddeld aantal laaggeletterde jongeren in Nederland laag is in vergelijking met bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Toch signaleert SLO in de vakspecifieke trendanalyse 2017 dat er alle reden is om laaggeletterdheid in het (taal)onderwijs aandacht te geven. Ook bij de herziening van het curriculum zal het thema laaggeletterdheid op de agenda staan.

Laaggeletterde leerlingen en het taalonderwijs - tips

  • Verrijk het onderwijs in begrijpend lezen: besteed bijvoorbeeld aandacht aan de hoofdgedachte van teksten, aan signaalwoorden en aan tekststructuur. (Lees bijvoorbeeld dit artikel in JSW.)
  • Geef in het schoolplan niet alleen lezen, maar ook (de didactiek van) schrijven voldoende aandacht. Zie bijvoorbeeld Focus op Schrijven (Onderwijsinspectie).
  • Probeer lezen op verschillende manieren te bevorderen. Zet naast de leesmethodes bijvoorbeeld materialen in uit kinderboeken, kranten en andere vakgebieden. Maak gebruik van ict-mogelijkheden.
  • Stimuleer het thuis lezen van boeken (fictie en non-fictie!). Stichting Lezen heeft een grote reeks brochures over dit thema gemaakt die gratis te downloaden zijn.
  • Laat leerlingen kennismaken met bibliotheken en boekencollecties. Met dit doel is het project de Bibliotheek op school gestart. In dit project werken bibliotheken, scholen en gemeenten samen aan taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid van kinderen en jongeren.
  • Blijf leerlingen ondersteunen bij het lezen, ook in de bovenbouw van het po en in het vo. Dit voorkomt leesweerstand. Zie bijvoorbeeld de publicatie 'Onwillige lezers'.

contactpersoon

Inge Jansen 270