Leerlijn teksten
6 februari 2023
Communicatieve doelen kunnen we concretiseren door ze te benoemen, bijvoorbeeld vertellen, beschrijven of verklaren. Aan de andere kant kunnen we ‘taal’ concretiseren met behulp van de term tekst. Met een tekst kunnen we beschrijven, verklaren etc. De tekst is onze concrete beschrijvingseenheid voor het abstracte concept ‘taal’. Met ‘tekst’ bedoelen we geschreven en gesproken tekst, bijvoorbeeld een gesprek of mondelinge voordracht.
Bij de tekst als beschrijvingseenheid van taal kunnen we twee belangrijke vragen stellen:
- Welke tekstsoorten kunnen we onderscheiden om verschillende communicatieve doelen te realiseren? Intuïtief kunnen we als taalgebruikers zonder veel moeite het verschil aangeven tussen bijvoorbeeld een verhaal en een recept, of tussen een lied en een beschouwing. Op school maken leerlingen kennis met veel tekstsoorten en hun ‘namen’: van een overleg en een brief in groep 3-4, via een debat en een blog in groep 7-8, tot een pleidooi en een essay in vo bovenbouw.
- Hoe kunnen we teksten nader typeren? Welke aspecten of tekstkenmerken kunnen we onderscheiden? Voor die nadere typering van teksten bieden we leerlingen een scala aan termen. Zo komen vanaf groep 5-6 termen als tekstverband, standpunt en verwijswoord aan de orde. Vanaf vo onderbouw komen termen als multimediale tekst, stijl, en antecedent in gebruik om over teksten te kunnen praten en denken.
a. tekstsoorten | b. tekstkenmerken | |
---|---|---|
fase 1 (groep 1-2) |
|
|
fase 2 (groep 3-4) |
|
|
fase 3 (groep 5-6) |
|
|
fase 4 (groep 7-8) |
|
|
fase 5 (onderbouw vo) |
|
|
fase 6 (bovenbouw vo) |
|
|