Gesprekken over het interpreteren van teksten in groep 5-6


De leerlingen koppelen eigen kennis (‘kennis van de wereld’) en ervaringen aan de inhoud van de tekst. Het gaat om kennis van het onderwerp en (bij verhalen en gedichten) ook om eigen gevoelens, ideeën, angsten, dromen, wensen, verlangens, normen en waarden. Met deze kennis, gebaseerd op hun ervaringen, hebben kinderen een soort kader waaraan ze de informatie uit de tekst kunnen koppelen. Sommige informatie zal bekend zijn, andere zal nieuw zijn. Daarvan leren leerlingen zich in groep 5-6 steeds meer bewust worden: informatie in een tekst kun je koppelen aan wat je al weet of vindt en daarmee kun je je eigen kennis uitbreiden of je mening vormen, bijstellen of aanscherpen. Gebeurtenissen uit verhalen, gedachten in gedichten kun je koppelen aan je eigen ervaringen en gedachten.
Inzicht in de manier waarop kinderen zakelijke en fictionele teksten interpreteren krijg je als leerlingen in een gesprek iets vertellen over:

  • Het begrip van de tekst in relatie tot zijn eigen kennis van de wereld?
  • Iets over de bedoeling van een tekst of tekstgedeelte?
  • De bedoeling van de schrijver?

In Leerstoflijnen Lezen beschreven lees je in paragraaf 3.3.3 meer over het begrijpen en interpreteren van leerlingen in groep 5 en 6 (p.146-148).

​Is een strip echt gebeurd? ​

​Bart leest de Donald Duck en wordt enthousiast over een afbeelding waarbij een hoopje zand verandert in een zandkasteel. Tarik merkt op: "Een strip kan niet echt gebeurd zijn". "Jawel hoor", zegt Bart. "Maar sommige niet", stelt Tarik.
Beide jongens hebben natuurlijk gelijk: sommige elementen uit een strip kunnen in de werkelijkheid ook plaatsvinden en andere elementen kunnen niet echt plaats vinden: "Je ziet niet zomaar Donald Duck bij het winkelcentrum". De manier waarop ze dit gesprek voeren, laat zien dat ze zich bewust zijn van de mogelijkheid om eigen kennis te koppelen aan teksten en daarmee de betekenis van die tekst te duiden.

Onderwijsbehoefte

Welke elementen wel en welke elementen niet uit een strip echt kunnen gebeuren, blijft in dit gesprek in het midden. Het gesprek tussen de jongens biedt echter een mooi aanknopingspunt om daar verder over te praten en hun kennis op dit gebied verder uit te breiden: welke verhaalelementen zouden in de werkelijkheid ook kunnen plaats vinden? Welke verhaalelementen niet?