Modelleren


Een ‘wiskundig of rekenkundig model’ is een representatie van een situatie in het dagelijks leven of in een toepassingsdomein met behulp van wiskundige of rekenkundige formalismen. Aan een dergelijk model "kan gerekend worden" met als doel voorspellingen te doen, verklaringen te geven of om een theorie te staven. Een conceptueel model is een abstractie van een stuk werkelijkheid, die vaak beschreven wordt met schema's of figuren.

Hoe belangrijk modelleren is, kan onder andere worden afgeleid uit hoeveel procent van de scorepunten van de wiskunde-examens uit 2010 – 2015 behaald kunnen worden met het oplossen van modelleervraagstukken. Hierbij dient aangetekend te worden dat in modelleervraagstukken in de genoemde examens het model vaak gegeven is. Kandidaten moeten een bepaald vraagstuk in termen van dit model formuleren en vervolgens oplossen.

Samenstelling examens modelleren

Hoe goed leerlingen in het voortgezet onderwijs in staat blijken modelleervraagstukken op te lossen, kan worden afgeleid uit de onderstaande figuur. Hierin staat hoe zeer de p'-waarden voor modelleren verschillen van die op het hele examen.

Prestaties modelleren

Bevindingen

Kunnen modelleren is vooral aan de orde in de domeinen Verbanden & formules en Analyse en vormt een betrekkelijk klein aandeel in het curriculum. Modelleervaardigheden lijken over de hele linie relatief goed ontwikkeld te zijn, voor zover het gaat om het gebruik van gegeven modellen. Docenten hebben in meer of mindere mate moeite hun leerlingen deze vaardigheden aan te leren, maar denken – met uitzondering van vmbo-bb – daarbij wel succes te boeken, hetgeen in de analyse van de examens bevestigd wordt. Zelfstandig wiskundige modellen ontwikkelen komt weinig aan bod in de examens wiskunde. Daarin is vanaf 2017/2018 in de havo- en vwo-examens verandering gekomen. De resultaten daarvan zijn nog niet geanalyseerd.