Engels - achtergrond
Hieronder vind je een overzicht van het curriculum Engels in de verschillende sectoren van het Nederlandse onderwijs.
Engels in het primair onderwijs
Het Engels in het primair onderwijs kent vier varianten.
- Engels in het basisonderwijs (Eibo), verplicht vanaf groep 7. Het aantal uren dat eraan besteed moet worden, is niet wettelijk vastgelegd.
- Vervroegd Eibo: scholen geven Engels vanaf groep 5
- Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto): scholen bieden Engels vanaf groep 1 aan, waarbij tot 15% van de onderwijstijd het Engels voertaal in de les is (Kamerstukken II 2013/14).
- Tweetalig primair onderwijs (tpo): leerlingen krijgen vanaf groep 1, 30 tot 50 procent van hun lessen in het Engels. Het gaat daarbij niet uitsluitend om de taal als vak, maar ook om het aanbieden van andere vakken in het Engels.
Voor Engels zijn vier kerndoelen geformuleerd. Die beogen een eerste basis te leggen om leerlingen te leren communiceren met mensen die Engels als moedertaal hebben of met anderen die buiten de school Engels spreken. De omschrijvingen van de vier kerndoelen zijn zeer beknopt en globaal en geven geen indicaties over beheersingsniveaus. De kerndoelen Engels voor het primair onderwijs zijn uitgewerkt in inhouden en activiteiten, de zogenaamde TULE (Tussendoelen en Leerlijnen). Dit zijn globaal beschreven mogelijkheden, die illustratief en niet voorschrijvend zijn.
Engels in de onderbouw van het voortgezet onderwijs
Engels is een verplicht vak in de onderbouw. Er is geen verplichting voor het aantal te geven uren. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs kent Engels als enige moderne vreemde taal globale kerndoelen. Deze acht kerndoelen zijn sinds 2006 van kracht. Ze zijn communicatief van aard en hebben als uitgangspunt dat leerlingen zich in een aantal veel voorkomende situaties in het Engels kunnen redden. Ze doen geen uitspraken over het te bereiken beheersingsniveau. In opdracht van het ministerie van OCW heeft SLO voorbeelduitwerkingen van de kerndoelen Engels gemaakt, waarbij aansluiting is gezocht met de niveaus van het ERK.
In 2013 is Engels als een van de drie officiële kernvakken opgenomen in het curriculum van de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Concreet betekent het dat er voor Engels, evenals voor de andere twee kernvakken Nederlands en wiskunde, tussendoelen zijn ontwikkeld. De tussendoelen voor Engels, nu nog in concept, zijn afgestemd op de eindexameneisen, de acht globale kerndoelen van de onderbouw en op het ERK, en houden zoveel mogelijk rekening met de vier kerndoelen van het primair onderwijs.
Engels in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs
In de bovenbouw van vmbo, havo en vwo krijgen leerlingen in alle leerwegen en bij alle profielen Engels. Het examenprogramma staat op Examenblad en de beoogde streefniveaus op Europees Referentiekader Talen.
Tweetalig onderwijs
Ook in het voortgezet onderwijs kan een school ervoor kiezen tweetalig onderwijs (tto) aan te bieden. In dat geval wordt bij een gedeelte van de niet-talenvakken Engels als instructie- en communicatietaal gebruikt. Voor het hele vmbo gaat het om 30% van de onderwijstijd. In de onderbouw havo/vwo moet minimaal 50% van de onderwijstijd in het Engels worden aangeboden. Voor de bovenbouw van havo en vwo geldt als minimumeis respectievelijk 850 en 1150 studielasturen.
Eerste- en tweedegraads opleidingen tot leraar Engels
Op de website van de Rijksoverheid staat een overzicht van alle routes die studenten kunnen volgen en leiden tot een eerste- of tweedegraads bevoegdheid Engels. De eindniveaus van de tweedegraads lerarenopleiding Engels is C2 met verplichte deelname aan het Cambridge Proficiency in English examen. De eindniveaus van de hbo-masteropleiding is C2. Voor de universitaire route is geen wettelijk niveau vastgelegd.