Wat speelt er binnen het vak Engels?
Pilot tweetalig primair onderwijs
In de huidige praktijk van het primair onderwijs verschillen de momenten waarop men met Engels start en de tijd die men eraan besteedt sterk. In het schooljaar 2014-2015 is een pilot tweetalig primair onderwijs (tpo) gestart. Hier doen 19 pilotscholen aan mee. Deze scholen geven 30 tot 50 procent van hun onderwijs in het Engels vanaf groep 1. De pilot duurt vijf schooljaren, van 2014 tot en met 2019. De pilot heeft onder andere als doelen om een leerplan voor groep 1 t/m 8 te ontwikkelen en einddoelen voor groep 8 vast te stellen. Aan de ontwikkeling van een volledige leerlijn van groep 1 tot en met groep 8 wordt gewerkt.
Leerkrachtcompetenties
Werken volgens een van de varianten (Eibo, vroeg Eibo, vvto, tpo) stelt verschillende eisen aan de leerkracht die Engels in het primair onderwijs verzorgt. Die eisen heeft SLO in kaart gebracht. Samen met Nuffic werkt SLO aan een instrument om de wenselijkheid van eventuele professionalisering inzichtelijk te maken. Er zijn competenties die voor alle profielen van belang zijn en competenties die meer van belang zijn naarmate de intensiteit van Engels op school toeneemt. Het instrument wil de leerkracht en de schooldirectie helpen in beeld te brengen waar een leerkracht staat en waar die naartoe moet groeien om over de voor (vroeg) Eibo, vvto of tpo gewenste vaardigheden te beschikken.
Gespreksvaardigheid onderzocht
Om de aansluiting tussen onderwijssectoren te verbeteren, maar ook om maatwerk (zie hieronder) mogelijk te maken, is het van belang voor alle onderwijssectoren vast te stellen welke niveaus in de praktijk van het onderwijs voor alle vaardigheden daadwerkelijk behaald worden in termen van het ERK. Hiervoor is in 2012 een internationaal standaardbepalingsonderzoek uitgevoerd voor de Centrale Examens en de Kijk- en luistertoetsen Engels, Frans en Duits. In 2017 is gespreksvaardigheid onderzocht.
Maatwerk
Met de ambities van de overheid zoals die in recente rapporten zijn uitgesproken, krijgt aandacht voor maatwerk een nieuwe impuls, ook vanuit leerplankundig perspectief. Leerlingen kunnen voor een of meer vakken op een hoger niveau uitstromen, zoals havoleerlingen die voor een vreemde taal op vwo-niveau presteren. In 2015 was het op één van de vijf scholen al mogelijk een vak af te ronden op een hoger niveau. De Engelse taal leent zich hier goed voor.
Veel scholen ondernemen initiatieven tot meer maatwerk. Een andere mogelijkheid is het aanbieden van verrijkende opdrachten.
Er vindt een verschuiving plaats naar het zo goed mogelijk faciliteren van iedere leerling. Zo zijn er maatwerkroutes in ontwikkeling waarin vmbo en mbo geïntegreerd worden. De al genoemde vakmanschapsroute wordt ingericht voor bbl- en kbl-leerlingen en leidt tot een diploma van een basisberoepsopleiding (mbo-2). De ook al aangehaalde technologieroute is bedoeld voor gl- en tl-leerlingen en leidt tot een diploma van een middenkaderopleiding (mbo-4). Beide routes worden verkort en geïntegreerd en vragen daarom om maatwerkprogramma’s voor Engels in de sectoren zorg en welzijn, techniek en economie.
Gepersonaliseerd leren
In relatie tot maatwerk in het onderwijs wordt tegenwoordig veelvuldig de term gepersonaliseerd leren gehanteerd. Voor SLO refereert gepersonaliseerd leren in een onderwijscontext aan "het creëren van optimale leerprocessen die aansluiten op de persoonlijke kwaliteiten en individuele behoeften van leerlingen. Leerlingen werken op eigen wijze en in eigen tempo aan leerdoelen, passend bij hun eigen niveau en talenten. Per vak, leerdoel, leerinhoud of onderdeel krijgt de leerling afhankelijk van de eigen prestaties en voorkeuren een op hem of haar geënt programma”. De SLO-website Leerplan in beeld helpt bij het houden van overzicht en het maken van keuzes voor het vak Engels.
Lingua franca
In de context van globalisering krijgt Engels steeds meer het karakter van lingua franca: Engels als gemeenschappelijke taal voor mensen die Engels niet als moedertaal hebben, in plaats van middel om met Engelstaligen te communiceren. Sociaal cultureel bewustzijn bij het gebruik van Engels als communicatiemiddel tussen twee non natives is een aspect dat belangrijk is in de persoonlijke ontwikkeling van de leerling in de 21ste eeuw.
Het internationale project TILA (Telecollaboration for Intercultural Language Acquisition) toont zich hiervan bewust. Het is een internationale community van docenten, lerarenopleiders en onderzoekers die activiteiten ontwikkelen om leerlingen uit verschillende landen te stimuleren tot taken die leiden tot interculturele communicatie in de Engelse les. ICT speelt daarbij een belangrijke rol. TILA biedt een digitale leeromgeving gevuld met verschillende activiteiten en tools die de samenwerking tussen leerlingen bevorderen en faciliteren.