Opvang vluchtelingen | 17 mei 2022
Op dinsdag 17 mei organiseerde het LNT een vragensessie rondom de opvang van vluchtelingkinderen in het basisonderwijs. Stuurgroeplid Saskia Versloot bundelde de vragen en de reacties van experts en deelnemers.
Moet je Oekraïense kinderen Nederlands leren? En als zij Oekraïens moeten (blijven) leren, wat kan je dan gebruiken?
LOWAN adviseert: besteed 1/3 van de onderwijstijd aan Nederlands, 1/3 aan Oekraïens en 1/3 aan sociaal-emotionele ontwikkeling. Tips voor mogelijke invulling hiervoor kun je vinden op de daarvoor gemaakte LOWAN-site. Daar vind je ook hoe Oekraïens lesmateriaal gebruikt kan worden.
Als je een klas hebt met alleen Oekraïense kinderen, is er materiaal voor oudere kinderen om met Nederlands te beginnen?
Dat is er zeker. Denk aan Diglin+ junior of Hotel Hallo! . Benut ook methodes als bron. Bijvoorbeeld de Vlaamse taalmethode Taalkanjers .
Is er een taaltoets om een beginsituatie van de kinderen te bepalen?
De vraag is of je dit moet je willen. Ouders en kinderen uit Oekraïne zijn nog in een voortdurende stresssituatie vanwege grote onzekerheden. Veiligheid, vertrouwen, rust en regelmaat op school zijn van grote(re) waarde, dan prestatiemeting. Bovendien is toetsen arbeidsintensief. Richt je vooral op het organiseren van het onderwijs. Vergeet daarbij niet dat ouders (hoogopgeleiden), die bijvoorbeeld in hun thuisland in het onderwijs werken, soms best mee willen helpen.
Hoe je wel een beeld kunt krijgen van de taalontwikkeling van de kinderen lees je op de site van de opleiding Toegepaste Taalwetenschap van de VU.
Fonologisch en fonemisch bewustzijn spelenderwijs verkennen is een goede start voor het leren van een tweede taal: ga altijd van klank naar teken. Bij het aandacht besteden aan klanken kun je de app MoediNT2 gebruiken: wat zijn klankverschillen tussen Nederlands en Oekraïens?
Bij het leren van tekens is er ook nog een groot verschil in schrift. Nederlands is een Latijns schrift, Oekraïens en Russische hebben een cyrillisch schrift. Sommige Oekraïners spreken en lezen ook Russisch. Let er wel op dat als je het over Russisch en Rusland met de kinderen en ouders hebt, dit gevoelig kan liggen.
Als je echt verder wil met het leren van Nederlands, wat is dan de beste aanpak?
We weten dat impliciet taalleren heel krachtig is om een tweede taal te leren: door taalleerders in een rijke taalomgeving, met context en interactie, te brengen, leren ze al veel ‘als vanzelf’ (zie Handreiking Ruimte voor nieuwe talenten). Via het aanbieden Taaldenkgesprekken, het inzetten van Luistertaal of door een Taalronde te organiseren, kun je dit versterken en uitdagen.
Voor jonge kinderen geldt dat spelen een belangrijke insteek is voor leren, op alle gebied. Uit onderzoek blijkt dat het eerst aanbieden van een prentenboek, met persoonlijke interactie, en het daarna digitaal beluisteren en bekijken van het verhaal zinvol is. Apps inzetten heeft niet de voorkeur omdat interactie het meest waardevol is. Maar soms moet je hier wel gebruik van maken vanwege de tijd en het aantal handen in de klas. Bereslim is een bewezen efficiënt digitaal leermiddel voor kleuters. Andere scholen werken met de voorleespen: daarmee kun je prentenboek inspreken.
Is het goed om Oekraïense kinderen in het Oekraïens te laten lezen, daar waar ze thuis gebleven zijn?
Uit onderzoek weten we dat het (verder) leren van de moedertaal het leren van een tweede taal versterkt. Er wordt hard gewerkt om Oekraïense kinderen hier in Nederland Oekraïense kinderboeken te kunnen laten lezen. Bibliotheken bieden een bruikbaar overzicht. Ook uitgevers bieden een dergelijk aanbod.
Wat is wijsheid: kinderen in school bij elkaar zetten of juist verdelen over groepen? En hoeveel Oekraïense kinderen zet je dan in een reguliere groep?
Er is geen aantal te noemen. Wel is het fijn méér dan één Oekraïens kind in een Nederlandse groep te plaatsen. Dat biedt veiligheid en de kans om de eigen taal te kunnen spreken.
Daarnaast is het belangrijk Nederlands aan te bieden in de klas Dat gaat deels vanzelf (impliciet taalleren) - via de leerkracht en Nederlandse leeftijdgenootjes, die ander taalgebruik hebben dan de volwassenen.
Je de eigen talen aandacht geven door deze positief te benaderen en “in het zonnetje te zetten”. De moedertaal kan troost geven, zoals uit het project Taaltroost blijkt: benut de Oekraïnse versie van dit project. Ook de site van SLO biedt veel informatie over hoe je meertaligheid een plek kunt geven.
Het kan voor sommige Oekraïense kinderen goed zijn om enige aandacht te besteden aan de vluchtsituatie. Soms is dit echter juist geen passende insteek: observeer de kinderen en let op hun non-verbale interactie om onderwijsaanbod af te stemmen.
Belangrijk is wel iets van de culturele achtergrond van Oekraïne te weten om bijvoorbeeld non-verbale communicatie te interpreteren. Zo gaan volwassenen in Oekraïne, als ze geen ‘nee’ durven te zeggen vaak veel vragen stellen. De Radboud universiteit verzorgt een aantal interessante sessies over interculturele communicatie, ook over Oekraïne. Ook instituut Pharos biedt scholing en achtergrondinformatie.
Is deze groep Oekraïense vluchtelingen nu anders dan andere vluchtelingen en nieuwkomers, zoals bijvoorbeeld de Syrische vluchtelingen?
Het lijkt of de aandacht groter is en men ontvankelijker is dan bij de vluchtelingen uit Syrië en andere oosterse landen. Dit komt waarschijnlijk omdat het vluchtland dichterbij is dan het Verre Oosten. Benut deze extra aandacht als vliegwiel voor andere leerlingen: meertaligheid zou meer ruimte moeten krijgen in Nederland! Het is een goed moment om hierover in gesprek te gaan met de professionals waar je mee werkt - zie Ruimte voor nieuwe talenten, pagina 61.
Welke expertise is nodig om met nieuwkomers te kunnen werken?
Uit onderzoek is gebleken dat voor succesvol NT2-onderwijs het belangrijk is dat leraren een goede NT2-opleiding hebben. Daarbij hoort ook kennis over culturele achtergronden van kinderen en traumasensitief werken.
NT2-opleidingen zijn er in vele soorten en maten in Nederland. Landelijk beleid ontbreekt hiervoor: check dus of de opleiding biedt wat je nodig hebt of informeer bij de experts van het LNT.
Iedereen veel succes met het werk met anderstalige kinderen!
Met dank aan de aanwezige experts:
Ada van Dalen | Maaike Hajer | Karlijn de Jonge | Jonneke Prins | Maaike Pulles en Saskia Versloot