Plezier in taal! | 24 mrt 2022

30 maart 2022

Op donderdag 24 maart 2022 vond de eerste normale netwerkdag weer plaats. Zo'n 110 deelnemers troffen elkaar  in congrescentrum Vredenburg.  Wilma van der Schaaf nam deel aan deze dag en beschrijft haar ervaringen in deze blog.

Netwerkdag landelijk netwerk taal Plezier in taal

24 maart, op reis vanuit het hoge noorden naar Utrecht. We mogen en kunnen weer fysiek! Boeiende onderwerpen op deze netwerkdag vol Plezier in taal.
De dag start met de algemene lezing van Trouw-columnist en professor bij de Radboud Universiteit Peter-Arno Coppen. De lezing heeft als prikkelende titel ‘Grammatica is stom!’. Er zijn verspreid over de dag verschillende workshops, ik heb gekozen voor de workshop van auteur Li Lefébure ‘Lezen was nog nooit zo leuk’ en die van Marianne Scheeper ‘De rol van taal bij filosoferen met kinderen’. Na de lunch is er een lezing van kinderboekenschrijfster Marit Törnqvist over ‘moedertaal & vaderland’.

Grammatica is stom?

Is grammatica dus stom? Peter-Arno Coppen herformuleert dat naar zijn ‘eigenlijke’ betekenis: grammaticaonderwijs zégt ons niks. Hoe is dat te veranderen? Hij geeft aan dat het zoeken is naar balans en eigenlijk een worsteling tussen twee uitersten is. Aan de ene kant (aan)sprekend grammaticaonderwijs, met als doel inzicht creëren in taal. Aan de andere kant het grote MOETEN met het referentiekader: werken aan taalvaardigheid, taalverzorging, dus geen fouten maken. Spelling en grammatica in dienst van de taalverzorging. Het ideaal is volgens Coppen om zelfontdekkend met grammatica bezig te zijn, met mooie, speelse werkvormen. Hij geeft een aansprekend voorbeeld: het laten rubriceren van 2-woordzinnen van peuters. Kinderen kunnen op die manier verschil ontdekken tussen bijvoorbeeld naamwoorden en werkwoorden of tussen zijn en doen. Coppen nodigt ons uit om leerlingen te laten spelen met taal, te laten spelen met grammatica en hij laat werkvormen zien die daar bij passen, zoals een zelf ontwikkeld ‘grammaticamemory’. Spelen met grammatica om er dieper inzicht in te krijgen: het is mogelijk.

Lezen was nog nooit zo leuk!

In de workshop van Li Lefébure gaan we verder met het spelen met taal. Li Lefébure schrijft zelf (prenten)boeken, daarnaast komt ze veel op scholen om kinderen te enthousiasmeren voor lezen en schrijven. Spelen met de letter van de dag aan de hand van Alfabet van Charlotte Dematons, alliteraties maken met die letter, vergelijkingen maken die vooral bij jongere kinderen fantastische formuleringen opleveren, zoals ‘zo traag als een auto met 4 lekke banden’. We spelen het songtekstraadsel en komen erachter dat je ook kunt proeven van boeken in het leesrestaurant, met een heuse boekenmenukaart. En wie wil er nu niet een variant op een spelletjesprogramma spelen bij ‘Wie draait er om?’ gecombineerd met het voorlezen van een boek? Leeshonger valt op heel veel manieren aan te wakkeren, zo krijgen we mee van Li Lefébure.
Ik kan het niet laten om een boek van haar hand aan te schaffen over lezen en schrijven, met allemaal inspirerende schrijfopdrachten. Toch fijn dat je even door zo’n boek heen kunt bladeren, online was me dat niet gelukt!

Moedertaal & vaderland

Na de lekkere lunch gaat Marit Törnqvist in op wat het met een kind doet, als je slechts met de woorden ‘dikke buik’ (want moeder is zwanger) vanuit een ander land in Nederland komt. Ze vertelt over haar ervaringen, hoe verbaasd ze is over de humor, de boerenkool met worst en de hagelslag die in Zweden op ijs hoort. Ze heeft aan den lijve ervaren dat moedertaal meer is dan alleen taal. Het is wie je bent, je cultuur, de gewoontes, de feesten, waar je van houdt. Via het tekenen maakt ze in 2015 contact met vluchtelingen zowel in Zweden als in Nederland, jong en oud. Ze is bezig met een boek met een bloemlezing van karakteristieke Nederlandse kinderverhalen in het Farsi, Tigrinya, Turks, Koerdisch, Arabisch, Nederlands en natuurlijk nu ook in het Oekraïens. Kinderen en ouders kunnen op die manier in hun eigen taal lezen én kennismaken met Nederland. Marit Törnqvist maakt zich er sterk voor dat elk kind dat ons land binnenkomt een boek in de eigen taal krijgt. Een indrukwekkende presentatie over het belang van moedertaal, zéker voor mensen die, mogelijk getraumatiseerd, uit hun eigen land weggevlucht zijn.

Filosoferen in de klas

Als laatste sluit ik aan bij de workshop van Marianne Scheeper over het filosofisch gesprek. Ze laat zien dat filosoferen echt anders is dan een kringgesprek. Filosoferen in groepen is een gezamenlijk onderzoek doen: open staan voor de ander, doorvragen om elkaar, elkaars wereld of elkaars beelden te begrijpen. Handig weetje: je kunt het antwoord op een filosofische vraag niet opzoeken, een goede filosofische startvraag bestaat uit maximaal 8 of 9 woorden én je kunt erover van mening verschillen. Zo kun je bijvoorbeeld eindeloos doorpraten over de vraag ‘wat is moed?’ of ‘kun je geluk in een zakje stoppen?’.

Wat ik meeneem?

Helemaal aan het eind van de dag de inmiddels traditionele verloting van prachtige boeken en spelletjes, allemaal gelinkt aan sprekers van de dag. En jawel, ik win! Ik zoek het boek Raaf en papegaai. Het grimmige bos van Li Lefébure uit. Zo ga ik aan het eind van de dag op meerdere vlakken rijker naar huis. In de trein terug is er genoeg tijd om door te mijmeren over de vraag of geluk voor mij in een zakje past. Of ga ik lezen in het nieuwe gewonnen boek? Of misschien toch in mijn zelf aangeschafte boek Lees, verwonder en…schrijf.


zwart wit foto

Wilma van der Schaaf werkt als hogeschooldocent bij NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Ze is betrokken bij de associate degree opleiding Didactisch Educatief Professional (DEP) en leidt mensen daar onder andere op tot leraarondersteuner in het primair onderwijs. Daarnaast verzorgt ze op de pabo de educatieve minor, oriëntatie op het beroep van leerkracht.